Lovelace
Recensie

Lovelace (2013)

Ondanks indrukwekkende rollen van Seyfried en Sarsgaard weet het portret van het heftige leven van de roemruchte pornoster helaas niet het onderste uit de kan te halen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 3 sec
Regie: Rob Epstein & Jeffrey Friedman | Cast: Amanda Seyfried (Linda Lovelace), Peter Sarsgaard (Chuck Traynor), Sharon Stone (Dorothy Boreman), Robert Patrick (John Boreman), Juno Temple (Patsy), Chris Noth (Anthony Romano), Bobby Cannavale (Butchie Peraino), Hank Azaria (Gerry Damiano), Adam Brody (Harry Reems), James Franco (Hugh Hefner), e.a. | Speelduur: 92 minuten | Jaar: 2013

De in 2002 overleden Linda Boreman had een bewogen leven achter de rug. Onder de artiestennaam Lovelace scoorde ze een megahit in de erotische film Deep Throat. In het huidige tijdperk waarin men met een enkele muisklik verwijderd is van internetporno is het haast onmogelijk voor te stellen hoe mensen in de jaren zeventig massaal naar de bioscoop trokken om een seksfilm te zien, maar de film werd een wereldwijd succes en bracht enkele honderden miljoenen dollars in het laatje. Geld waarvan Lovelace zelf overigens bijna niks gezien heeft. Achter de schermen ging het er een stuk minder rooskleurig aan toe.

Over haar weerzinwekkende ervaringen in de porno-industrie en leven met haar gewelddadige man Chuck Traynor schreef Lovelace een autobiografie genaamd Ordeal, wat door schrijver Andy Bellin gebruikt werd als inspiratiebron voor het script van de film. De regie komt uit handen van het regisseursduo Epstein en Friedman, die na Howl hun tweede biografie afleveren. Wat vanaf de eerste minuten al opvalt, is dat het regisseursduo een goed oog heeft voor het neerzetten van de juiste sfeer. Met ouderwetse disconummers, grote poefkapsels en kekke outfits hangt meteen al een soort nostalgische waas over de film die de kijker direct terugvoert naar de jaren zeventig.

De eerste helft van de biografie toont in een razend tempo Linda’s opkomst in de filmwereld en haar weg naar succes. Van het ontsnappen aan het juk van haar strenggelovige ouders (een glansrol van een haast onherkenbare Sharon Stone als moeder), naar de ontmoeting met de charismatische Chuck Traynor tot de noodgedwongen stap naar het maken van Deep Throat en de immense hype die daaruit voortkwam. In plaats van een strikt chronologische vertelstructuur laat de tweede helft van de film een hoop van de eerdere gebeurtenissen door een andere lens zien, waarin de donkere kant achter de schermen naar voren komt. Zo blijkt Traynor opeens toch niet helemaal die liefdevolle echtgenoot te zijn geweest met wie Linda getrouwd was.

Beide acteurs weten indrukwekkende rollen neer te zetten. Seyfried is overtuigend als de naïeve girl-next-door, maar switcht moeiteloos naar het oplezen van cheesy oneliners uit het script vanDeep Throat of het geroutineerd in de spotlights staan. Ook Sarsgaard weet de dubbele kant van Chuck Traynor sterk neer te zetten en verandert van een charismatische charmeur naar een gewelddadige en manipulatieve controlefreak. De rest van de cast weet eveneens aardige rollen neer te zetten, met in het bijzonder Azaria, Cannavale en Noth, die als regisseur en producers met veel bravoure en lekker dik aangezette maniertjes zelfs nog wat humor weten mee te geven.

In de uitvoering doet Lovelace dan ook vrijwel alles goed, maar toch resteert na afloop het gevoel dat er iets mist. Wellicht komt dit door de iets te korte speelduur van krap anderhalf uur, of het feit dat de film zich maar op zo’n klein gedeelte van Lovelace’ leven richt. De periode waarin Linda zich als feministe inzette in de beweging tegen de porno-industrie komt namelijk nauwelijks aan bod. Een gemiste kans, aangezien Linda ondanks de tweesplitsing gedurende de film voornamelijk wordt weggezet als de tamme, volgzame echtgenote met maar weinig eigen inbreng. Epstein en Friedmans biografie blijft hierdoor iets teveel aan de oppervlakte. Het is niet moeilijk om sympathie op te brengen voor alle ellende die Linda heeft meegemaakt, maar tegelijkertijd weet Lovelace de kijker nooit echt bij de keel te grijpen.