Als er iemand ruimschoots zijn sporen heeft verdiend met het regisseren van monsterfilms, dan is het wel Guillermo del Toro (Hellboy, Pacific Rim). Jammer genoeg is de Mexicaanse filmmaker niet op Imagine aanwezig voor het geven van een masterclass -volle zalen, lange wachtrijen en joelende fans gegarandeerd- dus moeten we het doen met de documentaire Creature Designers: The Frankenstein Complex, waarin hij zijn visie op het ambacht van de monstermakerij bespreekt. Een goed gefabriceerd filmmonster is gebaat bij dualiteit, zo leren we van de grootmeester: het dient zowel afschrikwekkend als beeldschoon te zijn. Hoe zit dat met de filmmonsters die op Imagine te zien zijn?
Hij is bleek en gebocheld, kruipt tergend langzaam over de grond en maakt reutelende geluidjes. Het is Gollum, maar dan volgens het handboek van David Lynch. Kunstenaar-regisseur Akiz baseerde zijn monstermannetje op een nachtmerrieschilderij en boetseerde hem aanvankelijk uit een hompje grijze klei. Hij schreef losstaande scènes rondom het gruwelpersonage en reeg die in willekeurige volgorde aaneen, zodat een surrealistische techno-trip ontstond. Het resultaat is zijn debuutfilm Der Nachtmahr (de nachtmerrie), waarin een tienermeisje ondergrondse feesten aandoet en angstvallig balanceert op de rand van een zenuwinzinking. Enorm frustrerend -vooral voor de kijker- want naarmate de film vordert, stapelen de onbeantwoorde vragen zich op. Net als in een koortsdroom is de logica vaak zoek. Het beste advies is dan ook om deze film, vormgegeven met stroboscooplicht en beukende beats, gewoon te ondergaan in plaats van hem te willen duiden. De surreële stijl blijft desondanks door het hoofd rondzingen. Zelfs lang na afloop, wat toch best een prestatie is.
[rating 3]
Dat monsters niet per definitie onooglijke wezens met bochels en wratten hoeven te zijn, bewijzen de bloedmooie zeemeerminnenzusjes Silver en Golden. Nadat ze aan land gekropen zijn en hun vissenstaarten in mensenbenen zijn veranderd, gaan de dames aan de slag als zangduo in een nachtclub. De problemen beginnen wanneer Silver verliefd wordt op de bassist van de huisband en Golden zich in het geheim voedt met de harten van vermoorde mensen. Hoe luguber en zwaar die premisse wellicht ook mag klinken, zo lichtvoetig en vrolijk is de toon. The Lure is het speelfilmdebuut van de Poolse regisseuse Agnieszka Smoczynska en laat zich het best omschrijven als een kruisbestuiving tussen een coming-of-ageverhaal, een horrorfilm en -jawel- een musical. Vleugjes feminisme zijn te bespeuren in de teksten van de liedjes, maar drammerig of overheersend worden ze gelukkig nergens. De lyrische vormgeving zorgt ervoor dat je moeiteloos meegaat in deze Poolse sprookjesfantasie.
[rating 3.5]
En dan is er nog de eerdergenoemde documentaire Creature Designers: The Frankenstein Complex. Hierin komt een heel peloton aan monsterfilmregisseurs en make-upartiesten aan het woord, elk met hun eigen fraaie anekdotes en wetenswaardigheden. Amusant zijn de verhalen van Joe Dante en John Landis, die in de jaren tachtig allebei rond dezelfde tijd een revolutionaire transformatietechniek gebruikten voor hun inmiddels wereldberoemd geworden weerwolffilms, respectievelijk The Howling en An American Werewolf in London. De documentaire richt zich op het realisatieproces van enkele iconische monsters (zoals de T-rex uit Jurassic Park) en plaatst ze in een filmhistorisch perspectief, waardoor een goed beeld ontstaat van de technologische ontwikkelingen over de afgelopen negentig jaar. Een beetje weemoedig stemt het ook wel, vooral wanneer Phil Tippett vertelt over hoe de komst van CGI zijn werk als stopmotionkunstenaar (deels) overbodig maakte. Desalniettemin is deze documentaire verplichte kost voor eenieder die het ambacht van de monstermakerij een warm hart toedraagt.
[rating 4]