Süskind
Recensie

Süskind (2012)

De Nederlandse variant van Schindler’s List biedt een solide verhaal, goed acteerwerk en zelfs enige nuance, maar probeert hoopvoller te eindigen dan het verhaal rechtvaardigt.

in Recensies
Leestijd: 4 min 9 sec
Regie: Rudolf van den Berg | Cast: Jeroen Spitzenberger (Walter Süskind), Karl Markovics (Ferdinand Aus der Fünten), Nyncke Beekhuyzen (Hanna Süskind), Katja Herbers (Fanny Philips), Nasrdin Dchar (Felix Halverstadt), e.a.| Speelduur: 118 minuten | Jaar: 2012

In zijn meest recente show noemde Hans Teeuwen de Holocaust gekscherend ‘de Rolls Royce onder de genociden’. En hoe grof en politiek incorrect deze grap ook mag zijn, bizar genoeg steekt er een bittere kern van waarheid in. Hoe valt anders te verklaren dat de gitzwartste pagina uit de geschiedenis van de twintigste eeuw een goede zeventig later nog een controversiële grap als deze voortbrengt? Het thema spreekt zelfs zodanig tot de verbeelding dat het een rol speelt in praktisch elke Nederlandse film over de Tweede Wereldoorlog die ooit is gemaakt. En dat zijn er nogal wat. Van een klein maar essentieel detail in De Aanslag tot het thrillerplot van Zwartboek; het is allemaal te herleiden tot de Holocaust. Dat in ogenschouw nemend is het opvallend dat er bij geen van al die Nederlandse producties ooit de ‘Amerikaanse methode’ is toegepast.

Die zogenaamde ‘Amerikaanse methode’ heeft betrekking op films als Schindler’s List en Defiance. Hoewel dit prima films zijn die de gruwelen van de Holocaust zeker niet romantiseren, bieden ze een bepaalde mate van troost door het plot te voorzien van een hoopvol aspect. Deze methode leidt vaak tot stevige kritiek, zoals Terry Gilliam dat ooit deed: “Schindler’s List gaat over succes, terwijl de Holocaust juist gaat over het falen van de westerse beschaving.” Dat er in Nederland nooit films over de Jodenvervolging zijn gemaakt met dergelijke compenserende factoren, heeft er vermoedelijk mee te maken dat Nederland op dit gebied nogal wat lijken in de kast heeft; in geen enkel ander bezet land ging de deportatie van Joden immers zo vlot als hier. Wat Nederlandse oorlogshelden betreft houdt het met Soldaat van Oranje dan ook behoorlijk snel op. Süskind presenteert zich echter als een zeer degelijke Nederlandse variant van Schindler’s List.

Bij aanvang van de film is de Duitse bezetting van Nederland al een poosje bezig en begint de Joodse gemeenschap steeds meer te wennen aan de stelselmatige vervolgingen en vernederingen. De Joodse zakenman Walter Süskind heeft op dat moment al enkele jaren zijn geboorteland Duitsland ingeruild voor Nederland en betreurt het dat die ‘herrieschopper’ hem gewoon achterna komt. Via zijn overtuigende manier van netwerken verovert hij de positie van beheerder van de in Amsterdam gevestigde Hollandsche Schouwburg, die door de nazi’s gebruikt wordt als meldpunt voor op transport gestelde Joden. Die functie, gekoppeld aan zijn goede relatie met een gezaghebbende SS-officier, stelt Süskind in de gelegenheid via de bijbehorende crèche een groot aantal Joodse kinderen weg te smokkelen en elders te laten onderduiken. Dat hij hiervoor duizenden andere Joden op een presenteerblaadje aan de nazi’s moet aanreiken, is een onvermijdelijk doch pijnlijk lot.

Jeroen Spitzenberg doet het bijzonder goed als het door gewetensnood getergde titelpersonage. Want hoewel hij niet geheel overtuigt als Duitse Jood (al is zijn Duits onberispelijk), is hij geloofwaardig als de charmante hielenlikker die SS-officier Aus der Fünten te vriend weet te houden. Deze wordt op zijn beurt gelukkig niet als een compleet verrotte schurk neergezet, maar als een enigszins degelijke man die zijn bevelen enkel uitvoert uit angst voor zijn superieuren. Qua dialogen vervallen de acteurs net iets te vaak in hysterisch geschreeuw, maar over de gehele linie wordt er goed geacteerd door de cast die nu eens niet volgeladen zit met bekende Nederlandse gezichten (een klein rolletje van Tygo Gernandt uitgezonderd).

Door de film te starten in 1942 wordt nauwelijks tijd verspild aan zaken die voor iedere kijker als basiskennis verondersteld worden. Wat de film daarna echter vergeet, is het geven van chronologische aanknopingspunten. Een enkele keer horen de hoofdpersonages op de radio iets over het beleg van Stalingrad, maar daarna blijft het volledig stil wat betreft data of eventueel nieuws over de geallieerde invasie. Het wordt op die manier nooit duidelijk op welk punt de oorlog zich bevindt en hoeveel tijd er tussen de getoonde gebeurtenissen zit. Wat ook niet helpt is dat de heroïsche daad waarmee Süskind de geschiedenisboeken in zou gaan (het wegsmokkelen van kinderen) hoofdzakelijk in beeld wordt gebracht middels een korte montage.

Wat de film interessant maakt, is het gevoel van onvermijdelijkheid. In eerste instantie wil Süskind enkel zichzelf en zijn gezin in leven houden. Zijn vrouw probeert hem dan ook elke neiging tot heldhaftigheid uit het hoofd te praten. Echter, zodra het besef komt dat de nazi’s geen enkele Jood in leven zullen laten – ook Süskind niet, ondanks zijn goede connecties – gaat het enkel nog maar om kruimels. Als je de prestatie van Süskind een overwinning wilt noemen, dan toch in elk geval een pyrrusoverwinning. Jammer dus dat de film in de laatste minuut toch nog zeer geforceerd op een positieve toon probeert te eindigen en hiervoor het aantal geredde kinderen wel erg soepel naar boven afrondt.