Recensie

The Lion King 3D (1994)

Een van Disneys beste films is opnieuw te bewonderen in de bioscoop. In 3D dit keer, maar dat is niet meer dan een aardigheidje.

in Recensies
Leestijd: 2 min 25 sec
Regie: Roger Allers en Rob Minkoff | Cast: Matthew Broderick (volwassen Simba), James Earl Jones (Mufasa), Jeremy Irons (Scar), Jonathan Taylor Thomas (jonge Simba), Nathan Lane (Timon), Ernie Sabella (Pumbaa), e.a. | Speelduur: 89 minuten | Jaar: 1994/2011

Een toegevoegde dimensie laat zich dubbel en dwars uitbetalen lijken studio’s steeds vaker te concluderen. Het zal voor Disney een reden zijn geweest om The Lion King een make-over te geven. Zeventien jaar na de première stond de klassieker opnieuw bovenaan de box office in de Verenigde Staten. De vraag is natuurlijk of dat wel aan de 3D-omzetting valt toe te schrijven.

Opmerkelijk is het op zijn minst om de handgetekende animatiefilm van een derde dimensie te voorzien. 3D zorgt ervoor dat een film levendiger of realistischer wordt; waarom is dat nodig bij een tekenfilm? Het is bovendien ironisch te noemen dat zo’n tijdloze film, die bij velen nostalgie op zal roepen, op deze manier juist heel nadrukkelijk in het heden wordt geplaatst. Dat de film nu opnieuw een succes blijkt te zijn, heeft dus waarschijnlijk weinig te maken met de 3D-sensatie.

The Lion King is namelijk niet voor niets een van de succesvolste animatiefilms aller tijden. De film behoort tot Disneys beste werken. Zoals de studio wel vaker zo mooi doet, is hij speels en vrolijk terwijl er intussen belangrijke thema’s worden aangekaart. De uitvoering daarvan is hier subliem. Maar liefst zevenentwintig mensen werkten aan het verhaal, dat nog altijd even humoristisch, spannend en ontroerend is, en vol zit met levenslessen voor alle leeftijden. Onder het avontuur zit een prachtige universele vertelling, die in feite over het hele leven gaat. Over ouderliefde, vriendschap, verlies, verwerking, zoeken naar identiteit, verantwoording nemen, en hoe dat allemaal uiteindelijk zijn plek binnen de levenscirkel inneemt. Knap hoe dat met een schijnbare eenvoud op de kijker wordt overgebracht.

The Lion King begint met de geboorte van Simba, zoon van leeuwenkoning Mufasa. Oom Scar is niet blij met zijn nieuwe neefje, want met de komst van een directe troonopvolger is zijn kans om Mufasa’s plek in te nemen verkeken. Daar wil hij een stokje voor steken. Simba, die samen met zijn vader en een vriendinnetje de wereld aan het verkennen is, weet niet dat hij groot gevaar loopt.

Het is in de eerste plaats het sterk geschreven verhaal dat The Lion King zo goed maakt, maar er valt nog veel meer te genieten. Denk aan de inmiddels klassieke liedjes van Tim Rice en Elton John, de sterke soundtrack van Hans Zimmer, de komische bijpersonages en de fraaie animatie.

Het is niet noodzakelijk om dit nu allemaal in 3D te beleven. Het is zelfs vreemd te noemen, maar afbreuk doet het gelukkig niet. Er is voorzichtig en subtiel mee omgegaan, slechts een paar keer komen dingen echt de zaal in. Er is dus eigenlijk maar weinig veranderd sinds 1994 en dat is maar goed ook. The Lion King staat nog steeds als een huis.