Recensie

I Am Number Four (2011)

Twee soorten aliens vechten een vete uit op aarde. De leden van de ene groep aliens zijn heel lekker, dus de kijker kiest partij voor hen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 59 sec
Regie: D.J. Caruso | Cast: Alex Pettyfer (John / Number Four), Timothy Olyphant (Henri), Dianna Agron (Sarah), Callan McAuliffe (Sam), Kevin Durand (Mogadorian-commandant), e.a. | Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2011

In I Am Number Four maken we kennis met twee soorten aliens. De eerste soort heeft kale getatoeëerde hoofden, vissenkieuwen, lange zwarte jassen en noemt zichzelf Mogadorians. Ze doen denken aan een motorbende die opgefokt uitkijkt naar een groot heavymetalconcert. De Mogadorians jagen op een tweede groep aliens; een groep sexy tieners met superkrachten. Of de Mogadorians hen dood willen vanwege hun onwaarschijnlijk lekkere uiterlijk wordt niet duidelijk, maar feit is wel dat ze hun planeet al bijna helemaal hebben uitgemoord. Enkele tieneraliens hebben het overleefd en schuilen nu op aarde. Hier doen ze hun best niet op te vallen, want de Mogadorians zitten hen (wederom zonder duidelijke reden) op de hielen.

I Am Number Four besteedt weinig tijd aan het geloofwaardig maken van het materiaal. Wat moeten de Mogadorians van de tieneraliens? Waarom hebben de tieneraliens geen namen maar nummers? En waarom kunnen ze ook alleen in de volgorde van hun nummer vermoord worden? Wellicht zullen eventuele vervolgfilms en boeken hier bij stilstaan, maar I Am Number Four maalt er voorlopig nog niet om dat het verhaal een onsamenhangende gatenkaas is.

Belangrijker voor de makers is dat er veel geld aan de film wordt verdiend. Dat is altijd een wat flauwe kritiek, ware het niet dat James Frey (de man achter het boek) zelf ook toegeeft dat dit het grootste doel van de boeken en films is. En het is ook de reden achter de unieke sieraden van de tieneraliens en de extravagante wapens van de Mogadorians; perfecte items voor succesvolle merchandise.

Deze onverbloemde hoop om van I Am Number Four de nieuwe Harry Potterfranchise te maken verklaart veel. I Am Number Four is namelijk nergens ook maar een greintje origineel. Elke scène lijkt wel letterlijk uit een andere film te zijn gestolen, elk thema sluit perfect aan bij de thema’s van andere hypes van de afgelopen jaren. Voor jonge kijkers zal de film aanvoelen als Twilight vanuit het perspectief van Edward. Een jonge vreemdeling die valt voor het mooie eenzame meisje, een smachtende verliefdheid die niet kan bestaan vanwege zijn ware identiteit. Andere kijkers zullen denken dat ze naar een matige Spielbergfilm kijken.

Ook de invloed van producent Michael Bay is te herkennen. In de eerste helft van de film valt het nog mee en loopt er maar één keer iemand in slowmotion weg van een explosie, maar in de slotfase pakt I Am Number Four flink uit. Jammer is wel dat werkelijk elke scène waar de special effects het overnemen zich ’s nachts afspelen. Misschien was dat de goedkoopste optie, maar wellicht was het ook een manier om de superkrachten van Number Four (handen als zaklampen) nog enigszins van nut te laten zijn.

I Am Number Four zal niemand verrassen. Maar één vraag houdt de kijker een beetje in spanning, want wie is die mysterieuze blondine (een zwaarbewapende Teresa Palmer) wier net zich steeds meer rondom Number Four sluit? Wie zij is zal de kijker tot het einde bezighouden, behalve de kijkers die de trailer al hebben gezien. Een jammerlijk stukje marketing, dat ook de laatste restjes spanning uit het verhaal trekt. Wat overblijft is een slap aftreksel van populaire films uit het verleden. Hopelijk kijkt men bij de eventuele vervolgen niet alleen naar het commerciële jasje van de film, maar ook naar de inhoud. Het einde van I Am Number Four doet in ieder geval lichtelijk hopen op een sterker vervolg.