De Eenzaamheid van de Priemgetallen
Recensie

De Eenzaamheid van de Priemgetallen (2010)

Slecht nieuws voor degenen die het boek hebben gelezen: de verfilming is zeer teleurstellend en een aaneenschakeling van verkeerde artistieke beslissingen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Saverio Costanzo | Cast: Alba Rohrwacher, Martina Albano, Arianna Nastro (Alice), Luca Marinelli, Tommaso Neri, Vittorio Lomartire (Mattia), Isabella Rossellini (Adele), Roberto Sbaratto (Pietro), e.a. | Speelduur: 118 minuten | Jaar: 2010

De eeuwenoude wijsheid dat een goed boek niet altijd een goede film oplevert wordt weer eens op pijnlijke wijze duidelijk in De Eenzaamheid van de Priemgetallen, de verfilming van het gelijknamige, onder critici en lezers zeer geliefde boek van Paolo Giordano. De makers, onder leiding van regisseur Saverio Costanzo, dachten dat de beste aanpak zou zijn om zo veel mogelijk afstand te nemen van het boek; een keuze die rampzalig uitpakt.

Voor wie niet bekend is met het boek van Giordano, dat in Italië meer dan een miljoen keer over de toonbank ging en zo ongeveer alle belangrijke literaire prijzen won, een korte samenvatting: Alice en Mattia hebben in hun jeugd een traumatische ervaring gehad die een stempel heeft gedrukt op hun verdere leven. Alice lijdt aan anorexia en Mattia verminkt zijn eigen lichaam. De twee zijn buitenstaanders en voelen zich onbegrepen door de wereld. Ze ontmoeten elkaar als tieners en zijn vanaf dan zielsverwanten. Bij elkaar zijn zullen ze echter nooit, want Alice en Mattia zijn zogenaamde tweelingpriemgetallen; priemgetallen die bijna naast elkaar staan, maar elkaar nooit echt raken.

Het boek maakte een paar jaar terug grote indruk door de prachtige schrijfstijl van Giordano die op treffende wijze de onmogelijke liefde van twee beschadigde adolescenten tot uiting bracht. Regisseur Saverio Costanzo besloot zich daar echter niets van aan te trekken en de structuur van het boek helemaal om te gooien. Dat is de slechtste beslissing die de filmmakers hadden kunnen nemen, juist omdat het verhaal van Giordano zo zorgvuldig is opgebouwd. Waar het boek begint met een proloog die laat zien waarom Alice en Mattia zich gedragen zoals ze doen, husselt de film met de chronologie waardoor de kijker zich voortdurend afvraagt waarom die twee hoofdpersonages toch zo vreemd zijn. De identificatie met Alice en Mattia, die in het boek zo sterk aanwezig was, verdwijnt dan ook volledig in de verfilming en dat is natuurlijk een doodsteek voor elke speelfilm.

Daar komt bij dat regisseur Costanzo blijkbaar een groot fan is van kitscherige cinema en vaak overdreven stijlmiddelen inzet die een averechts effect hebben. Als Mattia zijn zusje bijvoorbeeld kwijtraakt in het park, dondert en bliksemt het zo hard dat je het bijna niet serieus kunt nemen. Wat ook niet helpt is dat de acteurs die Mattia en Alice in verschillende fases in hun leven spelen totaal niet op elkaar lijken. Dat is problematisch aangezien de film vaak van tijd verwisselt en het dan storend is dat de personages er plotseling zo anders uitzien.

Er zijn wel een aantal lichtpuntjes, maar die moeten met een vergrootglas worden gezocht. De scène waarin Mattia en Alice elkaar voor het eerst ontmoeten op een schoolfeest is een van de weinige die de kracht van het boek weet te evenaren, net als het fraai uitgevoerde einde. Het is alleen veel te weinig om de verfilming van De Eenzaamheid van de Priemgetallen tot een succes te bestempelen. Misschien moet de conclusie dan ook gewoon zijn dat het boek van Giordano te beeldend was beschreven om een goede verfilming mogelijk te maken. Het is nu te veel en te bombastisch, wat vermoeiend werkt. Voor de echte fans van het boek is het dan ook aan te raden de verfilming links te laten liggen en die prachtige tekst van Giordano er nog maar eens bij te pakken.