Zwart Water
Recensie

Zwart Water (2010)

Elbert van Striens speelfilmdebuut is een degelijk in elkaar gestoken psychologische thriller, maar biedt niet meer dan wat we al eerder hebben gezien.

in Recensies
Leestijd: 4 min 11 sec
Regie: Elbert van Strien | Cast: Barry Atsma (Paul), Hadewych Minis (Christine), Isabelle Stokkel (Lisa), Charlotte Arnoldy (Karen), Bart Slegers (Geert), Philippe Colpaert (Peter), e.a. | Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2010

Een groot verlaten landgoed is niet de meest ideale plek om rond te waren, getuige de eindeloze stroom aan horrorfilms uit Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Voeg daar een ronddolende geest van een klein meisje aan toe en je hebt een blauwdruk voor een formulematige horrorfilm. Met heeft Nederland eindelijk een film van eigen bodem in de bioscopen draaien die uit hetzelfde hout gesneden is als zijn buitenlandse horrorbroertjes. is echter geen remake, maar een psychologische thriller die op eigen benen staat, maar dikwijls tegen zijn voorbeelden aanleunt.

Het grote landgoed dat Christine van haar moeder erft, zul je niet snel aantreffen in een reisbrochure: afgebladderde verf, overwoekerende klimop en een doodse stilte sieren de plaats des onheils. Voor Christine, Paul en Lisa is het echter een kans op een nieuw begin. Paul ziet het allemaal positief in op het moment dat zijn gezin zijn intrek neemt in het oude stulpje, en ook voor Christine biedt het genoeg mogelijkheden om een atelier te maken. Dochter Lisa is echter minder enthousiast over de nieuwe woning. Op school heeft ze moeite om contact te maken met haar Vlaamse klasgenoten en thuis hebben haar ouders weinig tijd voor haar. Ze voelt zich eenzaam.

Dat verandert wanneer Lisa in de kelder van het huis een meisje tegenkomt dat beweert dat ze de dode zus van haar moeder is. Wanneer Lisa een oud dagboek vindt, blijkt dat zich inderdaad een raadselachtige geschiedenis omtrent haar moeder heeft afgespeeld. Waarom heeft ze nooit verteld over haar dode zus? Paul moet daar in al zijn nuchterheid aanvankelijk niets van weten, maar wanneer hij merkt dat zijn vrouw zich raar begint te gedragen, gelooft ook hij dat er iets niet klopt. Een zwarte bladzijde uit het verleden bedreigt zijn gezin.

is een film waarin de scheidslijn tussen verbeelding en werkelijkheid flinterdun is. De film speelt voortdurend met een wisselend perspectief, waardoor je als kijker geen moeite hoeft te doen om geboeid te blijven. Deze psychologische thriller mag dan een aantal horrorelementen bevatten, tot een slachtpartij komt het niet. Het wezenlijke verschil met voorgangers in de Nederhorror (denk aan en ) is dan ook dat de nadruk op het psychologische vlak heeft liggen. Wat dat betreft zijn de rorschachvlekken uit de opening een aardige indicatie voor het soort film dat je mag verwachten. Want de werkelijkheid is uiteindelijk alleen de werkelijkheid zoals wij die waarnemen. Toch?

Regisseur Elbert van Strien won een Gouden Kalf met zijn afstudeerfilm , regisseerde een paar afleveringen voor en maakte de korte films , en . Met levert hij zijn speelfilmdebuut af en bewijst hij aan het grote publiek dat het vakkundig in elkaar draaien van een thriller aan hem wel is besteed. Ondanks de herkenbare toon van de film is een vergelijking met zijn eigen makkelijker te maken dan met een film als , waar veel mensen ongetwijfeld aan zullen linken. Het spelen met waarnemingen en werkelijkheid lijkt nu al als een rode draad door het jonge oeuvre van de regisseur te lopen.

Dat deze genrefilm qua verhaal niet veel om het lijf heeft, is overkomelijk. De visuele vormgeving compenseert het zwaktebod van de film met een overdaad aan strak gekaderde beeldcomposities en een dito cameravoering. Richting het einde van de film krijgen de beelden zelfs een poëtisch tintje. Toch is de weg naar de semiverrassende ontknoping niet helemaal vlekkeloos. Sommige schrikeffecten komen namelijk totaal niet uit de verf en vlakken de zojuist opgebouwde spanning af. Anderzijds wordt de spanning soms nét iets te lang gerekt, waardoor de film bij vlagen aan tempo verliest.

Barry Atsma, die recent nog te bewonderen was in kan prima uit de voeten met zijn personage Paul. De rol voelt na het succes van eerdergenoemde film alleen wel een beetje eendimensionaal aan. Hadewych Minis, die samen met Atsma bij de Toneelgroep Amsterdam zit, neemt de rol van afstandelijke echtgenote Christine voor haar rekening. Het probleem is dat het voor de kijker moeilijk wordt om sympathie te kweken voor iemand wier hart zo koud als steen is. Aan de acteerkwaliteiten schort het in ieder geval bij beiden niet. De jonge Isabelle Stokkel debuteert als Lisa en weet zich aardig te redden tussen Atsma en Minis, maar voor haar is er nog meer dan genoeg tijd om haar spel te verfijnen.

is een film geworden die op technisch vlak zeer degelijk in elkaar steekt. Bovenal spreekt een fijne sfeergevoeligheid (van de makers) uit de beelden, maar de film wijkt verder niet heel veel af van wat we al eerder hebben gezien. Wanneer Lisa een konijntje krijgt, weet de kijker al lang hoe het beestje er een paar scènes later aan toe is