Hellboy II: The Golden Army
Recensie

Hellboy II: The Golden Army (2008)

Hellboy is weer terug! En dit keer moet hij het opnemen tegen een heel leger.

in Recensies
Leestijd: 3 min 44 sec
Regie: Guillermo Del Toro | Cast: Ron Perlman (Hellboy), Selma Blair (Liz Sherman), Doug Jones (Abe Sapien), Luke Goss (Prins Nuada), Anna Walton (Prinses Nuala) | Speelduur: 120 minuten | Jaar: 2008

Hij houdt van poezen, sigaren en bier, hij heeft een probleempje met autoriteit, en oh ja, hij is felrood, heeft een enorme stenen hamer als rechterhand en komt uit de hel. Hellboy is een buitenbeentje onder de superhelden, chagrijnig maar niet tragisch, groot en grof maar met een klein hartje. De eerste film over de creatie van Mike Mignola was aan de kassa geen groot succes, maar na de uitbundige lof voor Pan’s Labyrinth mocht Guillermo Del Toro van Universal toch een vervolg maken.

De film opent, net als de eerste, met een flashback. Het is de Koude Oorlog, Hellboy is nog net geen tiener en wordt voorgelezen door zijn adoptievader professor Broom over een oorlog lang geleden tussen de bovennatuurlijke wezens en de mensheid, waarin een enorm gouden leger werd gemaakt. Er werd een bestand bereikt, onder voorwaarde dat de mensen de bossen aan hun tegenstanders lieten. Dat bestand komt in onze tijd onder druk te staan: prins Nuada wil het gouden leger weer wakker maken om de mensheid voor eens en altijd uit te roeien. Gelukkig hebben we Hellboy en zijn vrienden aan onze kant en is de zus van de prins, prinses Nuala, vredelievender.

Het verhaal is voornamelijk een excuus voor Del Toro om fantastische beelden (in beide betekenissen van het woord) te laten zien. De wezens die aan zijn verbeeldingskracht zijn ontsproten zijn stuk voor stuk adembenemend: de elfjes uit Pan’s Labyrinth zijn terug met scherpere tanden, er loopt een man rond met een soort kathedraal als hoofd en de assistent van Nuada, een trol, heeft net als Hellboy een bijzondere hand... Het opmerkelijkst is misschien nog de plant die Hellboy op een gegeven moment moet bevechten: het is een woedend en gevaarlijk schepsel, maar op een zekere manier ook mooi en melancholisch. Of misschien moet de originaliteitsprijs gaan naar een van de vele wezens die Hellboy ontmoet op de trollenmarkt, in een scène die een vergelijking met de barscène uit Star Wars oproept, en deze goed kan weerstaan.

Het moet gezegd worden: plottechnisch is Hellboy ronduit zwak. Als een aantal acties net iets eerder was uitgevoerd had alles makkelijk binnen drie kwartier afgerond kunnen worden. Waar Del Toro wél gevoel voor heeft zijn mythes en sprookjes, de verhaaltjes voor het slapen gaan. Die hoeven niet in detail te kloppen of realistisch te zijn, maar wel tot de verbeelding spreken. Ze moeten op een primair, primitief niveau betoveren door hun schoonheid of aan diepgewortelde angsten raken. Van de prachtig geanimeerde sequentie aan het begin tot het einde ergens in Ierland neemt Del Toro je mee naar de wereld die hij gemaakt heeft. Het is een wereld die zich duidelijk nog in alle richtingen uitstrekt voorbij het witte doek.

Het helpt dat de personages zo duidelijk in die wereld (be)staan, en dat ze zo goed worden ingevuld. Ron Perlman voelt zich weer helemaal thuis in de rode huid van Hellboy. Met zijn sigaar uit zijn mondhoek doet hij denken aan de B-filmhelden van weleer. Selma Blair krijgt een stuk meer te doen dan in de eerste film, en het is verfrissend eens een vrouw te zien die zich kan weren in een gevecht zonder een vechtmachine te hoeven zijn. Abe Sapien is ook weer van de partij, verliefd dit keer, en de nieuwe aanwinst van het team, de ectoplastische Dr. Krauss, heeft van Seth McFarlane een Duits accent gekregen dat Hellboy flink op de zenuwen werkt.

En laten we Luke Goss als prins Nuada niet vergeten. De meeste slechteriken van deze zomer hebben een opvallend gebrek aan motivatie, maar Nuada kun je maar al te goed begrijpen. Hij is vechtlustig en moordzuchtig, maar niet irrationeel. Hij is boos en lang niet onterecht. Via hem weet Del Toro, zonder het erin te wrijven, een droevige, evocatieve onderstroom voor de film te creëren. Hellboy II laat zien dat een film diepzinnig en complex kan zijn, zonder dat dit meteen gelijkstaat aan donkere en duistere plechtigheid. Dat een film tot denken kan aanzetten zelfs als er een (hilarische) scène inzit met dronken gezang.

Hellboy is een rare superheld. De film blijft daarmee een vreemde eend in de bijt en is waarschijnlijk het leukst als je er met lage verwachtingen naartoe gaat. Qua creativiteit en verbeeldingskracht doet hij in elk geval voor weinig onder.