The Chinese Botanist's Daughters
Recensie

The Chinese Botanist's Daughters (2006)

Vrouwenliefde in het strenge China, dat kán niet goed gaan.

in Recensies
Leestijd: 4 min
Regie: Sijie Rai | Cast: Mylène Jampanoï (Min Li), Xiao Ran Li (Cheng An), Ling Dong Fu (Mr. Chen), Wei-chang Wang (Dan) | Speelduur: 105 minuten | Jaar: 2006

De Aziatische cinema slaat in het westen doorgaans alleen aan als er martial-artstechnieken uit de kast worden getrokken óf als de regisseur Wong Kar Wai heet. Uiteraard hebben vooruitstrevende filmmakers uit bijvoorbeeld communistisch China veel meer in petto. Met The Chinese Botanist’s Daughters doet Sijie Rai een dappere poging om dat te laten zien. Uiteindelijk slaagt de film echter meer als liefdesdrama dan als maatschappijkritisch protest.

Centrale thema’s zijn verboden liefde en het verlangen naar acceptatie: bekend terrein voor de gemiddelde westerse dramafilm, maar gelet op de homoseksuele en oriëntaalse invalshoek is The Chinese Botanist’s Daughters veel meer dan een dertien-in-een-dozijn tearjerker. Naar Chinese maatstaven is dit een gewaagd verhaal te noemen: een jong meisje gaat in de leer bij een excentrieke botanist die op een eilandje vlakbij de stad woont en wordt verliefd op de dochter van haar nieuwe leermeester. De liefde blijkt wederzijds en de twee proberen hun relatie geheim te houden, maar als het bloed kruipt waar het niet gaan kan, worden ze al snel geconfronteerd met de vooroordelen van hun conservatieve omgeving. De geïsoleerde ligging van de tuin symboliseert de dromerige situatie waarin Min Li en An zich bevinden: ze weten dat hun geaardheid niet geaccepteerd wordt, maar ze kunnen tegelijkertijd rustig en ongestoord genieten van hun ontluikende seksualiteit. Storende factor zijn - hoe kan het ook anders - de mannen. De door mannen gedomineerde Chinese maatschappij, waarin de vrouw wordt geacht haar man met volledige toewijding te gehoorzamen, krijgt een flinke trap in het kruis.

De film heeft wondermooie beelden, die het lome maar strakke leven op het eiland elegant verbeelden. Het tempo zakt niet in, al raakt het leven van de personages in een sleur. Dit gegeven wordt fraai overgenomen door de cinematografie. Het is fascinerend en goed uitgevoerd. Hinderlijk zijn helaas het te zwaar aangezette einde en de sentimentele score die duidelijk worden ingezet om het al eerder genoemde maatschappijkritische standpunt kracht bij te zetten. Het voelt vreemd aan, omdat de rest van de film zich juist niet teveel bezighoudt met de invloeden van buitenaf en zich concentreert op de beleving van de twee meisjes.

De uiteindelijke keuze van een kritisch standpunt omtrent de Chinese maatschappij is begrijpelijk en prijzenswaardig. De acceptatie van homofilie in China (en de wereld in het algemeen) is een zeer relevant en voor een Chinese productie ook nog eens bijzonder precair onderwerp. Toch zit hier het heikele punt: is The Chinese Botanist’s Daughters wel een Chinese film? De film is een co-productie tussen Frankrijk en China en geregisseerd door de Chinese regisseur Sijie Dai die al lange tijd in Europa woont. Bovendien is de hoofdrol naar een Franse actrice - van Chinese komaf - gegaan en het script geschreven in samenwerking met de Frans-Chinese Nadine Perront. Natuurlijk hebben zij recht van spreken wat betreft de Chinese cultuur, maar ze mengen onvermijdelijk een vorm van westerse ideologie in de film. Dat is allerminst verwerpelijk, maar het neemt niet weg dat er gehandeld wordt over een onderwerp met een zeer maatschappijafhankelijke weerslag. Homoseksualiteit en vrouwenonderdrukking zijn universele problemen, evenals het onrecht dat de meisjes in de film wordt aangedaan, maar tegelijkertijd is dergelijke thematiek met name relevant voor filmmakers die ook daadwerkelijk in die specifieke maatschappij leven. Zo heeft het zuiver Chinese Fish and Elephant uit 2001, dat eveneens over een lesbische relatie in China gaat, misschien een grotere waarde omdat de authenticiteit groter is en daarmee de uiteindelijke boodschap sterker doorklinkt.

Voor de gemiddelde filmbezoeker zal gelden ‘wat niet weet wat niet deert’ en natuurlijk doet het weinig af aan de goede bedoelingen van Sijie Dai, maar toch wordt de relatieve waarde (als je daar al van kan spreken overigens) die de film als politiek pamflet heeft, afgezwakt door de vraagstukken over etniciteit en cultuur. Al met al wekt de film de indruk op een westerse leest geschoeid te zijn. En om de vergelijking uiteindelijk tóch maar te trekken: Brokeback Moutnain is geregisseerd door de Chinese Ang Lee, maar kan niet hetzelfde worden verweten, omdat Ang Lee juist de universele waarde van de liefde wil benadrukken én omdat hij al vele jaren in de Verenigde Staten woont en werkt en beter met het (volledig Amerikaanse!) bronmateriaal om kan gaan.

Om deze redenen - of eerder twijfels - werkt The Chinese Botanist’s Daughters misschien beter als een romantisch drama dat met veel gevoel en warmte is gemaakt, dan als maatschappijkritische film. Veel argumenten zijn er desondanks niet nodig om deze film te gaan zien: het is een mooi drama met minstens zo mooie plaatjes. Neem achteraf de wellicht eindeloze discussies in de kroeg maar op de koop toe.