Shortbus
Recensie

Shortbus (2006)

Een hilarisch ranzig en oprecht patriottistisch manifest.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: John Cameron Mitchell | Cast: Soon-Yin Lee (Sofia), Paul Dawson (James), Lindsay Beamish (Severin), PJ DeBoy (Jamie), Raphael Barker (Rob) e.a. | Speelduur: 101 minuten | Jaar: 2006

Van alle films die direct of indirect over 9/11 gaan heeft Shortbus zonder enige twijfel het origineelste begin. In de eerste tien minuten worden we geconfronteerd met (of getrakteerd op, zo je wilt) een reeks uiterst expliciete maar weinig opwindende hardcore seksscènes, die zich gelijktijdig afspelen in Manhattan. Een SM-meesteres geeft haar klant, een verwend rijkeluiszoontje, er goed van langs terwijl elders een jong echtpaar er op los neukt en weer een eind verderop een jongen een digitale camera richt op zijn poging om zichzelf te pijpen. In die beginscènes vliegen de pikken, kutten en klodders sperma door het beeld. De rest van de film is iets minder expliciet, maar de seksperikelen blijven de subtielere ondertonen in deze onevenwichtige film overheersen.

Dat al die pornografie niet opwindt komt vooral doordat er een sluier van treurigheid rond de seks hangt. Shortbus schotelt ons een verzameling jonge mensen voor die zich – in de turbulente wereld van na 9/11, hoewel dat er niet bij wordt gezegd – verloren voelen en zichzelf ietwat wanhopig proberen terug te vinden door middel van hun seksuele escapades. De SM-meesteres, Severin, is ondanks haar sardonische manier van doen op zoek naar tederheid en een gewoon leven. De vrouwelijke helft van het echtpaar, Sofia, is een sekstherapeute die nog nooit een orgasme heeft gehad. En James, de zelfpijper, zondert zich steeds meer af van zijn behaagzieke vriendje Jamie en kan zijn droefheid maar niet van zich afschudden. De hoofdpersonages komen elkaar allemaal tegen in de New Yorkse nachtclub Shortbus, waar iedereen alles met elkaar mag doen onder toeziend oog van een travestiet met ouderwetse valsenichten-oneliners.

Regisseur Mitchell lardeert de eerlijk gezegd nogal oninteressante beslommeringen van zijn personages met soms behoorlijk flauwe humor (met als dieptepunt een gag rondom een vibrerend ei dat op afstand bedienbaar is) en elliptische verwijzingen naar het door nine-eleven gelittekende New York. Zo loopt in Shortbus de bejaarde ex-burgemeester van de stad glimlachend rond tussen de copulerende lichamen, woorden van troost en wijsheid biedend aan de verloren zielen: “New York is de plek waar iedereen komt om vergiffenis te zoeken.” De stad zelf wordt verbeeld door een schitterende, van binnenuit verlichte maquette waar de camera overheen glijdt, in een tegelijk goedkopere en poëtischere variant op de geijkte, vanuit een helikopter gefilmde shots in Hollywoodfilms. Dat in de maquette om de haverklap het licht uitvalt, is bedoeld als veelzeggend detail.

Met een beetje moeite en heel veel goede wil kun je alle seks in Shortbus en de manier waarop die wordt gefilmd zien als een hartstochtelijke, bijna primitieve omhelzing van de wil om verder te leven, in de nasleep van ongekende dood en verderf. In de beste scène van de film, waarin een homotrio al rimmend, pijpend en neukend uit volle borst het Amerikaanse volkslied begint te brullen, vallen porno, humor en politiek naadloos (nou ja, niet helemaal naadloos natuurlijk) samen. Een hilarisch ranzig en oprecht patriottistisch manifest, van het soort Amerikaan dat George W. Bush en Osama bin Laden beiden het liefst van de kaart zouden vegen. Een behoorlijk pretentieuze scène ook, maar in ieder geval leuker dan de nogal zwaarmoedige respectievelijk saaie verwikkelingen rond het filmpje dat James over zichzelf maakt en Sofia’s zoektocht naar haar eerste orgasme waar regisseur Mitchell teveel aandacht aan besteedt. Die maken van het bij vlagen prikkelende Shortbus uiteindelijk toch een teleurstellend triviale film.