Recensie

American Dreamz (2006)

Overdrijven is ook een kunst en die kunst verstaat Dennis Quaid in zijn Bush-parodie dusdanig slecht dat het nog bijna medelijden met het gewraakte staatshoofd oproept.

in Recensies
Leestijd: 2 min 48 sec
Regie: Paul Weitz | Cast: Hugh Grant (Martin Tweed), Dennis Quaid (President Stanton), Mandy Moore (Sally Kendoo), Willem Dafoe (Chief of Staff), e.a. | Speelduur: 107 minuten

Zelden was een Amerikaanse president dusdanig mikpunt van spot dat het haast een sport is geworden om dit op de meest ludieke wijze te doen. Laten we eerlijk zijn, een prestatie om Bush junior voor schut te zetten is het niet, maar een goede grap draait altijd om timing en scherpte. In American Dreamz heet de wereldleider Stanton, maar in alles moet hij naar de huidige president verwijzen. Aan acteur Dennis Quaid de twijfelachtige eer de meest onzinnige Bush-parodie tot op heden neer te zetten. Overdrijven is ook een kunst en die kunst verstaat hij dusdanig slecht dat het nog bijna medelijden met het gewraakte staatshoofd oproept. Daarmee is het een schoolvoorbeeld van hoe je géén satire maakt.

“Wist je dat er drie soorten Irakezen bestaan?” stelt Stanton vanuit zijn bed aan de stafchef (Willem Dafoe, ook al niet leuk). “Jazeker: soennieten, sjiieten en Koerden.” De reactie van de pas herkozen president klinkt hoogst verbaasd. “Goh, wist je dat al?” Het duurt nog twee weken voor hij het bed verlaat, want hij leest sinds kort de krant. Zelfs de Canadian National Post ligt op zijn nachtkastje, tot grote ergernis van zijn adviseurs. The First Lady (Oscarwinnares Marcia Gay Harden) maakt zich gelijk zorgen en voert haar man placebo’s. “Dat zijn pilletjes die je weer vrolijk maken, poepie.” Als populariteitsstunt na zijn lange afwezigheid geeft hij acte de présence bij de finale van American Dreamz, een soort Idols. Zijn zorgen over wat hij daar moet zeggen worden gemakkelijk weggenomen. Een oortje in en influisteren maar. Driemaal raden wat er tijdens zijn speech gebeurt.

Aan de andere kant van het land bereidt Sally (popsterretje Mandy Moore) zich voor op háár deelname aan het programma waar ze letterlijk alles voor over heeft. Allereerst gooit ze haar vriendje William de deur uit die haar de weg naar de sterren alleen maar blokkeert. Hij is er vervolgens zo kapot van dat hij besluit te gaan vechten in Irak. De eerste de beste retourvlucht brengt hem echter al weer terug, omdat een verdwaalde kogel hem in de schouder raakt, nota bene precies op een tatoeage van zijn ex-vriendinnetje. Dit tot grote vreugde van Sally’s agent die haar een verzoening adviseert en dit prompt vastlegt op camera. Een white trash-meisje met een oorlogsheld als vriendje: dat moet haar wel de overwinning opleveren. Maar de meest gênante verhaallijn volgt Omar, een terrorist in spe die hoopt de finale te bereiken om de president op te blazen. Smakeloos.

Satire werkt alleen als de durf er is om door te bijten, het moet een beetje pijn doen. Regisseur Paul Weitz gaf de tienerkomedie een zwengel met American Pie, maar toonde zich een scherp observator in About a Boy (ook met Hugh Grant, die hier de cynische American Dreamz-presentator Martin Tweed speelt), waarin hij treffend moderne vervreemding en het sterk verlangen naar menselijk contact blootlegde. President Stanton is zo vreselijk dom dat je zijn dommigheid niet gelooft, Sally is een veel te uitvergrote Britney Spears en Omar een verwijfd karikatuur dat op de zenuwen werkt. Zo blijft er slechts belegen braafheid over. American Dreamz denkt over een flink stel haaientanden te beschikken, maar als de kaken dichtslaan voelen ze aan als pluche.