Viva Laldjérie
Recensie

Viva Laldjérie (2004)

Een tamelijk opgewekte film, die met een beetje humor en reflexieve personages de kijker niet al te depressief de zaal uit laten lopen, ondanks het wat ontspoorde einde.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Nadir Moknèche | Cast: Lubna Azabal (Goucem), Biyouna (Papicha), Nadia Kaci (Fifi), Jalil Naciri (Samir) e.a. | Duur: 113 min.

Goucem, een jonge vrouw van 27, maakt zich tijdens haar werk op om vervolgens na een redelijk expliciete sexscène met een getrouwde dokter een postcoïtale sigaret op te steken. Nadat hij haar verlaten heeft vertrekt ze naar een hippe disco waar volop geflirt en gedanst wordt, om een leuke jongen te versieren waar ze vervolgens sex mee heeft. Als tijdens de avond ook nog eens haar loon wordt gejat door een zakkenroller lijkt er geen twijfel meer over te bestaan: dit moet zich wel in een grote Westerse stad afspelen. Dit beeld wordt genuanceerd als je weet dat de dokter weg moet om slachtoffers van het terrorisme te helpen en Goucem steeds als ze de straat op gaat even een doek over haar hoofd trekt. We bevinden ons immers in het Algiers van 2003, de hoofdstad van Algerije. Net zoals de titel, die het Franse 'Algérie' en het Arabische 'El Djazaïr' combineert, balanceert de stad waar de film zich afspeelt op een dun draadje tussen de Westerse en Islamitische wereld.

Dit contrast vormt de basis van de film. Niet alleen de personages zoeken het juiste evenwicht, ook de subplotjes en het visuele karakter van de film worden erdoor bepaald. De TV toont afwisselend beelden van de laatste terreuraanslag en een reportage over plastische chirurgie in Miami, wanneer Goucem en haar moeder Papicha een traditionele begraafplaats bezoeken zien we op de achtergrond een moderne snelweg en in de disco danst op het verhoginkje een buikdanseres. Dochter Goucem, moeder Papicha en hoer Fifi proberen zich in deze schizofrene samenleving staande te houden; dit zorgt natuurlijk voor het nodige drama, dat echter nooit vervalt in moslim- dan wel westenbashen.

Regisseur Moknèche heeft al na twee films de bijnaam 'de Algerijnse Almodóvar' gekregen en Viva Laldjérie laat duidelijk zien waarom. Almodóvar's extravagante visuele stijl mag dan wel ontbreken, zijn humor, zijn homo's en zijn sterke vrouwelijke personages komen duidelijk naar voren en zorgen ervoor dat de film enigszins licht van toon blijft. Terreuraanslagen, martelingen en Grote Kwesties blijven op de achtergrond en laten ruimte voor wat subtieler drama, waarin de acteurs alle kans krijgen om hun personages vorm te geven. Dit zorgt er af en toe voor dat de film aan tempo verliest, maar wat geeft het: èchte, zorgvuldig uitgewerkte personages zijn tegenwoordig een zeldzaam goed in de cinema en het is fijn weer eens een film te zien die meer geïnteresseerd is in personen dan in explosies.

Jammer dat er in het laatste half uur nog even een pistoolplotje wordt geïntroduceerd om zo tot een mooi rond einde te komen, want de film heeft dit soort overdadig drama helemaal niet nodig. Viva Laldjérie moet het hebben van zijn personages, die sterk geschreven, uitstekend gespeeld en erg verward zijn. Moknèche biedt geen oplossingen, geen oordelen en geen voorspellingen, maar geeft ons iets veel waardevollers: inzicht in de bewoners van een stad die tegelijkertijd op de rand van twee afgronden staat. Een traditionele waarzegster vertelt Boucem dat ze haar vooral niet had moeten bezoeken als ze in 2003 leeft, wat natuurlijk ook niet zo is: alle personages leven in Algiers, een stad waar niet iedereen zich in het heden bevindt.

'Viva Laldjérie' mag in Algerije overigens niet vertoond worden vanwege twee expliciete naaktscènes en de kritische kijk op de Islam die een aantal personages uitdraagt.