Recensie

Constantine (2005)

Constantine is een vermakelijk buitenbeentje in het genre en kleurrijk genoeg om wat succes te boeken in de bioscoop.

in Recensies
Leestijd: 4 min 15 sec
Regie: Francis Lawrence | Cast: Keanu Reeves (John Constantine), Rachel Weisz (Angela Dodson), Tilda Swinton (Gabriel), Peter Stormare (Lucifer), e.a.

Een retourtje hel om een dierbare nog eens op te zoeken kost niets en is een fluitje van een cent. Je neemt een teil met water waar je vervolgens met schoenen en al in gaat staan. Zorg dat je een voorwerp waar de desbetreffende persoon iets speciaals mee had vasthoudt en concentreren maar. Voor John Constantine is het een routineklusje. Hij vertrekt geen spier als hij zich in het vagevuur begeeft en zich onverstoorbaar een weg baant tussen de hordes demonen. Er zijn dan ook andere zaken waar Constantine zich zorgen over maakt. Artsen constateerden dusdanig ontwikkelde longkanker dat hem geen lang leven meer beschoren is. Zijn ware vijand is dan ook niet Satan, maar de sigaret.

Bij het zien van de methoden die de antiheld uit de DC Comics (overigens onder de naam Hellblazer) hanteert, zou Father Merrin uit de klassieker The Exorcist spontaan over zijn nek zijn gegaan. Niks braaf het slachtoffer met wat wijwater besprenkelen en wat ‘onze vaders’ opzeggen. Al doet Constantine zijn duivelsuitdrijvingen nog regelmatig ‘met de hand’, hij maakt ook gretig gebruik van de moderne middelen. Een boksbeugel gegraveerd met christelijke symbolen bijvoorbeeld, of een shotgun in de vorm van een kruis geladen met heiligwater. Een aardige vondst is dat niks of niemand hem deze taak heeft opgelegd. John Constantine werd nu eenmaal met de gave geboren om engelen en demonen te herkennen die in menselijke gedaante op aarde leven. Balend van deze helderziendheid nam hij ooit een radicaal besluit door een zelfmoordpoging te ondernemen (die overigens mislukte). Wetend dat de hel nu ook voor hem een zekerheid is na zijn dood, besluit hij maar tegen wil en dank zijn leven in te richten met het terugsturen van demonen naar de onderwereld. Wie weet is God dan wel bereid een oogje toe te knijpen als zijn tijd gekomen is.

De cynische, kettingrokende en alcoholverslaafde John Constantine is door zijn verbitterde en arrogante houding niet erg populair. Priester Hennessy schiet hem nog wel eens te hulp bij een ‘klusje’ en Chas is zijn trouwe chauffeur, een jongen die hoopt ooit net zo stoer en onverschillig het kwaad te bestrijden, maar veel verder reikt zijn vriendenkring niet. De engel Gabriel (gespeeld door die arme Tilda Swinton, waarschijnlijk gecast vanwege haar onzijdige uiterlijk) komt zo nu en dan nog eens opdagen om hem te vertellen dat zijn moderne exorcisme hem geen stapje dichter bij het Paradijs zal brengen. Natuurlijk kan alleen een mooie vrouw zijn hart doen smelten en die dient zich dan ook aan in de vorm van rechercheur Angela Dodsen (Rachel Weisz). Wanneer haar tweelingzus Isabel een fatale sprong maakt van de psychiatrische inrichting waar ze opgesloten zat wil ze maar niet geloven dat er sprake was van zelfmoord. “Dat zou Isabel nooit doen.” Bij het bekijken van video-opnamen van die bewuste nacht hoort ze haar zus de naam ‘Constantine’ uitspreken. Het valt nog niet mee om deze vervolgens zo ver te krijgen dat hij meewerkt aan het onderzoek. Als hij echter merkt dat er verband bestaat tussen de ‘zelfmoord’ en de recente stijging in het aantal demonen dat onze wereld (lees Los Angeles) wil betreden hapt hij toe. En dan is er nog het plotseling opduiken van dé Speer die de uiteindelijke dood van Christus betekende. Gelovigen zijn gewaarschuwd.

Naar verluid is het personage van John Constantine uit de stripreeks gebaseerd op zanger Sting: blond en Brits. De keuze van Keanu Reeves voor de titelrol is dus opvallend, maar eigenlijk ook weer niet opmerkelijk te noemen. Debuterend regisseur Francis Lawrence kon wel een grote ster gebruiken en rook in Constantine natuurlijk een hit van Matrix-proporties. Hij hees daarom Houten Indiaan Reeves voor de gelegenheid maar weer in zijn zwarte kloffie (zullen we hem ooit nog mogen aanschouwen in een coltrui?) en voorzag hem van enkele oneliners die zijn Neo in de herinnering roepen. Uit zijn mond klinken zulke teksten helaas altijd als een matige Clint Eastwood-imitatie. Ook steekt hij weer eens nonchalant zijn middelvinger op naar het kwaad. Jammer dat zijn verschijning zulke déjà vu’s oproept, terwijl veel van de film juist zo aangenaam afwijkt van de conventionele stripverfilming. Dat is te danken aan het feit dat de schrijvers hun script hebben voorzien van de juiste knipoog. Vooral de Zweedse acteur Peter Stormare (Fargo, Minority Report) moet de tijd van zijn leven hebben gehad met het spelen van een korte, maar heerlijk vet aangezette rol als Lucifer (bekenden zeggen “Lou”) die eruit ziet alsof hij net een week gokken in Las Vegas achter de rug heeft. Al werkt alle hocus pocus soms sterk op de zenuwen, Constantine is een vermakelijk buitenbeentje in het genre en kleurrijk genoeg om wat succes te boeken in de bioscoop.

En zoals gebruikelijk in films over antihelden leert de hoofdpersoon nog een wijze les. Ook John Constantine maakt aanstalten zijn sombere leven te beteren. Hij verfrommelt dan ook wijselijk zijn pakje sigaretten en verruilt het voor een nicotinekauwgom. Roken is slecht; het is maar dat je het weet.