Floris
Recensie

Floris (2004)

Kolder en vol mislukte parodieën, wat ervoor zorgt dat deze avonturenfilm geheel verstoken blijft van spanning.

in Recensies
Leestijd: 2 min 59 sec
Regie: Jean van de Velde | Cast: Michiel Huisman (Floris jr.), Birgit Schuurman (Pi), Linda van Dyck (Hertogin van Gelre), Daan Schuurmans (Van Rossum jr.), Victor Löw (Floris sr.), e.a.

Vooral niet proberen een authentieke Middeleeuwse setting te creëren, en vooral niet inhaken op de legendarische jeugdserie met Rutger Hauer. Dat was het devies van de makers van Floris, en daar hebben ze zich zorgvuldig aan gehouden. De wereld van de nieuwe Florissen (Victor Löw en Michiel Huisman) is niet de wereld van de TV-ridder van weleer; parodie en postmoderne grapjes hebben de plaats ingenomen van ouderwetse jongensboek-romantiek. Dat betekent dat deze film automatisch zou moeten aanslaan bij een wat ouder publiek, want welk kind maalt er nou om postmodernisme? Helaas zijn de grappen in Floris lang niet spits genoeg om de film als parodie te doen slagen. En omdat spanning grotendeels is verruild voor een ludieke aanpak valt er voor de verwende jeugd van tegenwoordig waarschijnlijk ook niet veel te genieten.

“Ik heb geen zoon die Floris heet”, zegt ijzervreter Floris van Rozemond sr. stug tegen iedereen die het maar horen wil. Floris jr. speelt namelijk liever koddige vrouwenrollen bij een rondtrekkend toneelgezelschap, in een feuilleton dat ‘Goede Wind, Slechte Wind’ heet (om het niveau van de parodieën maar even aan te geven) dan dat hij ten strijde trekt tegen het kwaad. Zijn grootvader was dé legendarische Floris, en zijn vader is de held van zijn generatie, maar hijzelf lijkt de naam Floris te grabbel te willen gooien. En dat terwijl er een hevige strijd woedt tussen de Bourgondiërs, waar Floris sr. voor vecht, en de gemene Hertogin van Gelre en haar achterbakse handlangers (stel je overigens niet te veel voor bij die ‘hevige strijd’; verder dan elkaar aan draaiende molenwieken vastbinden komt het niet).

Beide partijen zijn erop gebrand een heilig relikwie (‘rekwilie’ zegt de ene na de andere domme schurk – hoe verzin je het!) in handen te krijgen: een spijker van Christus’ kruis die onoverwinnelijk zou maken. Omdat Floris sr. de spijker op een geheime plek heeft verstopt, komen de bad guys onder leiding van Daan Schuurmans (die met Linda van Dyck de meeste acteerkwaliteiten toont) op het idee om Floris jr. te kidnappen, en zijn vader een ruil voor te stellen. Het vlotte joch belandt in een cel, samen met Birgit Schuurman oftewel de mooie, mysterieuze Pi uit China. Ze besluiten te ontsnappen en het relikwie terug te brengen naar Floris sr.

Het avontuur dat volgt is complete kolder en zo is het ook bedoeld. De ‘actiescènes’ die de soms obscure, en vaak slappe grappen (het ‘witte-paardenplan’, haha) afwisselen zijn hopeloos: warrig gemonteerd, te langzaam, te saai voor een bioscooppubliek anno 2004. Michiel Huisman maakt al even weinig indruk als de titelheld; gelukkig deelt hij veelvuldig het scherm met Birgit Schuurman, die pit voor twee heeft. Maar ook zij kan niet voorkomen dat de film over de hele linie zouteloos blijft. Je kunt je voorstellen dat schrijver Gerard Soeteman, die ook aan de wieg stond van de originele TV-serie, vond dat het alweer 35 jaar oude concept een beetje opgefrist moest worden. Maar een film over ridders en kastelen zou toch spannend moeten zijn, en dat is Floris allerminst. De genadeklap wordt uitgedeeld door kleine maar irritante (en typisch Nederlandse?) details, zoals de bij tijd en wijle waanzinnig slechte dubbing en de povere dictie van een aantal acteurs (vooral het jongetje dat de Hertog van Bourgondië speelt is volslagen onverstaanbaar). Floris is een behoorlijke teleurstelling, en Rutger Hauer heeft er goed aan gedaan zich verre van dit filmproject te houden.