Seed of Chucky
Recensie

Seed of Chucky (2004)

Een pretentieloze kolderfilm vol met grappige verwijzingen naar andere films.

in Recensies
Leestijd: 4 min 8 sec
Regie: Don Mancini | Cast: Jennifer Tilly (zichzelf/stem van Tiffany), Hannah Spearritt (Joan), John Waters (Pete Peters), Brad Dourif (stem van Chucky), Billy Boyd (stem van Glen/Glenda) e.a.

De fans hebben er lang op moeten wachten, maar eindelijk is hij er dan: Seed of Chucky, de vijfde Chucky-film. Okay, voor die ene sterveling die geen idee heeft over wie ik het heb: Chucky behoort samen met Jason, Pinhead, Michael Myers, Freddy Kreuger en George W. Bush tot de grootste griezels van de moderne horror. In Child’s Play (1988) maakte hij zijn opwachting als een tot leven gewekte en zeer moorddadige speelgoedpop, waarin de ziel van een seriemoordenaar huisde; de kleine rakker probeerde een geschikte menselijke kandidaat te vinden naar wiens lichaam hij zijn verdorven ziel kon transporteren. Wegens redelijk succes volgde in 1990 Child’s Play 2 en in 1991 nog Child’s Play 3, maar na drie delen was de fut er wel een beetje uit. Er werd dus lang nagedacht om een eventueel vierde deel van een frisse en originele impuls te voorzien. Dit resulteerde in Bride of Chucky (1998) – jawel, er werd een vrouwtjespop toegevoegd die op haar beurt werd bezeten door de ziel van een vrouwelijke seriemoordenaar (de schrijver borrelde kennelijk over van inspiratie). In dit vierde deel zagen we Chucky en zijn bruidje Tiffany als een soort Mickey en Mallory al moordend door Amerika trekken, wederom een spoor van dood en verderf achterlatend. Maar de twee geliefden lieten nog iets achter: een kind. Daarmee was de komst van een vijfde deel slechts een kwestie van tijd.

In Seed of Chucky maken we kennis met het poppekind Glen (Billy Boyd), het nageslacht van Chucky en Tiffany. Glen weet niet beter dan dat hij wees is, totdat hij op TV ziet dat ze in Hollywood bezig zijn met het verfilmen van het verhaal van z’n ouders. Voor de film wordt gebruik gemaakt van de originele poppen die nu, gedegradeerd tot rekwisieten en met behulp van een dosis animatronics, prima hun rollen kunnen spelen. Glen herkent in de poppen zijn ouders en reist af naar Hollywood, waar hij door middel van een voodooritueel paps en mams weer tot leven wekt. Het gezinnetje is herenigd en ze kunnen hun geluk niet op.

Nou ja, geluk? Chucky en Tiff moeten toch wel even slikken als ze zien hoe lelijk hun kind eigelijk is. Bovendien blijkt Glen, tot groot verdriet van Chucky, ook nog eens een enorme softie te zijn, die in geen enkel opzicht de capaciteiten lijkt te hebben om als bloeddorstige seriemoordenaar in zijn voetsporen te treden. En dan is er nog de vraag: is het nou een hij of een zij? Het lijkt op een jongen, maar gedraagt zich als een meisje. Chucky besluit dat het een jongen is waar best nog een goede killer van te maken is en hij noemt hem Glen. Tiff daarentegen is ervan overtuigd dat het een meisje is en noemt haar Glenda. Ze komen er niet echt uit, dus moet een blik onder de kleren van Glen (of Glenda) uitsluitsel bieden. Maar iedereen die wel eens een pop van zijn (of haar) kleren ontdaan heeft (en zeg nou eerlijk, dat hebben we allemaal toch wel eens gedaan) weet dat er van uiterlijke geslachtskenmerken bij een pop geen spoor is.

Het verhaal is je reinste kolder en dient enkel maar als kapstok om grappige en gruwelijke scènes aan op te hangen – maar het gaat in deze film natuurlijk niet om het verhaal. De grootste verdienste van Seed of Chucky bestaat uit de verwijzingen en vette knipogen naar andere films (waaronder uiteraard Ed Woods Glen or Glenda). Tevens wordt het gezapige filmwereldje op de hak genomen. Zo beklaagt Jennifer Tilly (die een rol speelt in de film over Chucky en Tiff) zich er openlijk over dat ze nooit meer goede rollen aangeboden krijgt, omdat Julia Roberts ze voor haar neus wegkaapt (door met de regisseur naar bed te gaan, aldus Tilly). Even later zien we hoe Chucky en Glen in een 'geleende' Hummer Britney Spears van de weg rossen. De film zit vol met dit soort grappen en grollen. Meestal ligt het er duimendik bovenop, een enkele keer is het wat subtieler.

Gelukkig neemt Seed of Chucky zichzelf geen moment serieus, zodat de kolder in ieder geval vermakelijke kolder blijft. Nog meer dan bij het vorige deel ligt het accent op de humor en minder op de horror, wat niet wil zeggen dat de film de nodige gore ontbeert. Eng wordt het echter nooit, want het is allemaal op een plezierige manier gedaan. Je kijkt bij wijze van spreken met een grijns op je gezicht naar een gruwelijke – maar best originele – onthoofdingscène, terwijl je nog een handvol M&M's in je mik kiepert. Vermaken lijkt het enige wat de makers met deze film voor ogen hadden en dat is best gelukt. Seed of Chucky is een pretentieloze ‘gepofte maïs’-film, die precies doet wat hij doen moet. Niets meer en niets minder