Rosenstrasse
Recensie

Rosenstrasse (2003)

En, jammer voor Van Huêt, maar als Luis en alle scènes waarin hij voorkomt waren weggelaten, had er misschien ‘een aangrijpende film’ kunnen staan op die posters.

in Recensies
Leestijd: 3 min 50 sec


Rosenstrasse vertelt dit verhaal in flashbacks; de herinneringen van één van die Duitse vrouwen en die van het Joodse meisje dat zij onder haar hoede nam. Aan het begin van de film zien we dat meisje, Ruth Weinstein, als kersverse weduwe in het hedendaagse New York. Haar dochter Hannah heeft moeite met haar plotselinge orthodoxie en vooral met het feit dat ze Hannah’s niet-Joodse vriend Luis niet wil accepteren. Hannah komt erachter dat haar moeder in de oorlog is gered door een Duitse vrouw, Lena Fischer. Omdat Ruth er niks over kwijt wil gaat Hannah naar Berlijn om de bejaarde vrouw op te zoeken, en ze vindt haar zonder daar veel moeite voor te hoeven doen.

Lena Fischer vertelt over die week in de Rosenstrasse, over haar pogingen om als lid van een oude adellijke familie nog enige invloed te doen gelden bij de Nazi-autoriteiten, en haar man vrij te krijgen. Ze vertelt ook hoe ze de zorg voor Ruth op zich nam, nadat haar moeder door de Nazi’s was opgepakt.
Lena’s verhaal is het sterkste gedeelte van de film; dit is te danken aan het spel van Katja Riemann, die de jonge Lena Fischer-Von Eschenbach speelt en voor die rol werd gelauwerd op het Filmfestival van Venetië. Haar vastberadenheid en angst, haar bereidheid om alles te doen om haar man vrij te krijgen, en haar onmiddelijke ontferming over Ruth maken haar tot een indrukwekkende figuur.

Maar de rest van de film steekt bleekjes af bij de kwaliteit die Riemann levert, en dat irriteert in hoge mate. De wisselwerking tussen verleden en heden (waarin Hannah uiteraard door het verhaal van Lena nader tot haar moeder komt) heeft als enige effect dat duidelijk wordt hoe futiel de problemen van Hannah eigenlijk zijn. De scènes in het heden komen een stuk gekunstelder en drakeriger over, waarbij je je geërgerd gaat afvragen of de gebeurtenissen in Rosenstrasse soms alleen hebben plaatsgevonden om nu in New York begrip te kweken tussen moeder en dochter en de weg vrij te maken voor het huwelijk tussen Hannah en Luis.
De regie helpt niet echt mee om de aandacht bij de les te houden. In Rosenstrasse komen enkele onverklaarbaar uitgerekte scènes voor die geen enkele zeggingskracht hebben en alleen maar het gevoel versterken dat deze film drie uur duurt, in plaats van twee en een kwart. Zo wordt een feestje waar Lena haar charmes uitprobeert op een minister – Goebbels zo te zien – teneinde de Joodse mannen vrij te krijgen, breed uitgemeten. Daarna zien we Lena, huilend, terwijl haar broer haar uit haar galajurk helpt. Even later worden de Joodse mannen vrijgelaten, zonder enige verklaring. Moeten we nu conluderen dat Lena de mannen heeft vrijgekregen door met Goebbels naar bed te gaan? Dat lijkt op z’n zachtst gezegd onwaarschijnlijk, maar waarom dan die hele scène? Er wordt niets gesuggereerd; dit is vaagheid die de kijker met lege handen achterlaat.

Rosenstrasse is een Duits-Nederlandse co-produktie, en we zien dan ook enkele Nederlandse acteurs langskomen, zoals Fedja van Huêt als Luis en Edwin de Vries als één van de Joodse mannen. Tot mijn spijt moet ik zeggen dat de Nederlandse bijrollen weinig tot geen toegevoegde waarde hebben, en de film topzwaar maken. De rol van de Vries (en die van Jan Decleir, ook als Joodse man) had nog een stuk kleiner gemogen, dat had de film een stuk beter verteerbaar gemaakt. En, jammer voor Van Huêt, maar als Luis en alle scènes waarin hij voorkomt waren weggelaten, had er misschien ‘een aangrijpende film’ kunnen staan op die posters.