The League of Extraordinary Gentlemen
Recensie

The League of Extraordinary Gentlemen (2003)

Afhankelijk van wat je aanspreekt is er genoeg te beleven aan [i]LXG[/i].

in Recensies
Leestijd: 3 min 41 sec
Een buitengewoon lange naam voor een comicverfilming, ‘The League of Extraordinary Gentlemen’ (gelukkig is ‘LXG’ ook toegestaan). Meestal kunnen de films in dit momenteel zo enorm populaire genre wel met één woord toe: Superman, Batman, Spider-Man, Hulk, X-Men. Maar LXG is naar eigen zeggen ook geen verfilming van een comic, maar van een ‘graphic novel’. Dat heeft een iets literairdere bijklank, en dat is in dit geval wel een beetje terecht, want het bronmateriaal voor LXG bestaat uit de onvervalste evergreens van de 19de eeuwse literatuur: The Picture of Dorian Gray, 20.000 Mijlen onder Zee (Vingt Mille Lieues sous Les Mers), Dr. Jekyll and Mr. Hyde, Dracula, The Adventures of Tom Sawyer, Allan Quatermain, The Invisible Man. De film kent zelfs nog korte verwijzingen naar Moby Dick, Sherlock Holmes en de detectiveverhalen van Edgar Allan Poe. In LXG bewonen de figuren uit deze klassiekers hetzelfde universum, en in sommige gevallen zijn het zelfs bekenden van elkaar.

LXG speelt zich af in 1899. De wereld is in rep en roer omdat een internationale superschurk genaamd The Phantom door heel Europa aanslagen pleegt, wetenschappers ontvoert en nationale banken berooft, daarbij gebruik makend van ongekend geavanceerd wapentuig als tanks en raketwerpers. Verscheidene landen beschuldigen elkaar ervan achter de aanslagen te zitten en dreigen elkaar de oorlog te verklaren. Om dat te voorkomen en The Phantom te stoppen wordt een gezelschap samengesteld van buitengewone individuen, superhelden avant la lettre: de onsterfelijke dandy Dorian Gray, de onzichtbare dief Skinner, de vampirella Mina Harker, de geniale en puissant rijke Kapitein Nemo, die een eigen leger heeft, Dr Jekyll (en zijn monsterlijke alter ego Mr. Hyde), de Amerikaanse geheim agent (?) Tom Sawyer, en last but not least de avonturier Allan Quatermain (Sean Connery). Quatermain, een kruising tussen Indiana Jones en Indy’s vader, wordt gerecruteerd in Afrika en naar Londen geroepen door iemand die zich M noemt (…juist ja). M verenigt hem met de rest van de League en stelt hen een opdracht: The Phantom vinden en hem tegenhouden voordat hij in Venetië een conferentie van regeringsleiders kan saboteren, om zo een oorlog van ongekende omvang te ontketenen.
Quatermain neemt de leiding van het gezelschap op zich en in Nemo’s beroemde onderzeeër de Nautilus (een gigantisch, schitterend ontworpen fantasievoertuig) gaan ze op weg naar Venetië. Op het nippertje weten ze de stad te redden van totale ondergang, in een wat onduidelijke scène die voornamelijk bedoeld lijkt om Tom Sawyer in een grote witte auto door de stad te laten scheuren, zodat hij zijn meerwaarde voor de League kan bewijzen. Maar pas daarna blijken de ware bedoelingen van The Phantom (die, alweer à la James Bond, netjes zijn complete meesterplan uiteenzet tegenover onze helden) en zien Quatermain en de zijnen zich voor een nieuw, veel groter gevaar gesteld.

LXG is, ondanks de enigszins geslaagde pogingen om de film een literair tintje te geven, gewoon de zoveelste superheldenfilm van dit jaar, en jammer genoeg niet de beste. De leden van de League zelf spreken voldoende tot de verbeelding, met uitzondering van Nemo, hier een nogal koddig uitgedoste maharadja annex Kung Fu-meester, en Tom Sawyer, een verre van uitzonderlijke Amerikaanse jonge hond, die met de beste wil van de wereld niet tot welke League of Extraordinary Gentlemen dan ook gerekend kan worden. Sean Connery stelt gelukkig niet teleur als de pragmatische, ervaren Quatermain, en is nog energiek genoeg om overtuigend met schurken op de vuist te gaan. En Dorian Gray, Mina Harker en Jekyll/Hyde zijn met enig gevoel voor (psychologische) details tot leven gewekt.
Maar LXG mist een voor superheldenfilms absoluut cruciaal ingrediënt: een charismatische superschurk. The Phantom is een absolute miscast, en moet zelfs Tom Sawyer boven zich dulden wat uitstraling betreft. Hoewel zijn echte naam die van de aartsvader der superschurken is, weet de acteur die hem speelt bij lange na niet het bijbehorende duivelse cachet te benaderen, en dat nekt de film in hoge mate.

Het nodige spektakel in LXG is in orde, maar wordt door films als X2 en Hulk met gemak voorbijgestreefd. Aan de andere kant heeft LXG een goed verzorgde, creatieve aankleding, met als hoogtepunt de Nautilus, die gelukkig veel in beeld is. Met andere woorden: afhankelijk van wat je aanspreekt is er genoeg te beleven aan LXG, ook al gaat de film als aktiespektakel ten onder temidden van de stevige concurrentie dit jaar en betwijfel ik, ondanks het obligate open einde, of er ooit een opvolger zal komen.