Before the Devil Knows You're Dead
Recensie

Before the Devil Knows You're Dead (2007)

Het is een hele prestatie om op 83-jarige leeftijd een film te regisseren, maar het blijkt geen garantie voor een geraffineerde productie.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Sidney Lumet | Cast: Philip Seymour Hoffman (Andy), Ethan Hawke (Hank), Marisa Tomei (Gina), Albert Finney (Charles) | Speelduur: 123 minuten | Jaar: 2007

Het is toch een beetje sneu gezicht: een oude man die wanhopig hip probeert te zijn. Vooral als uit zijn pogingen alleen maar onbegrip blijkt voor de nieuwe, hippe technieken. Neem Sidney Lumet en zijn in Amerika veelgeprezen Before the Devil Knows You’re Dead. Het lijkt alsof hij vijftien jaar na dato Tarantino heeft ontdekt en dacht: “hé, dat kan ik ook!”. Nou...nee.

In de film spelen Philip Seymour Hoffman en Ethan Hawke twee broers die geld nodig hebben. Hoffmans Andy lijkt succesvol, maar heeft het financieel moeilijk door onder andere zijn drugsverslaving, terwijl Hawkes Hank de alimentatie voor zijn ex-vrouw en dochtertje niet kan opbrengen. Ze besluiten een klein juwelenwinkeltje te overvallen... nota bene het juwelenwinkeltje van hun eigen ouders. Andy is het brein achter de operatie en Hank moet het plan uitvoeren. Natuurlijk gaat dit fout, heel fout, en wordt het later alleen maar erger.

Het is een simpel verhaal en ook de details zijn niet bijzonder ingewikkeld. Waarom kiest Lumet dan voor de onhandige structuur, waarbij we steeds één personage een tijd volgen, om vervolgens een stuk terug in de tijd te gaan en het perspectief van een ander personage aan te nemen? Er is echt geen enkele goede reden voor te bedenken - en zeker niet voor de pseudohippe effecten die elke overgang ten overvloede markeren. De informatie die we hierdoor pas later krijgen zijn meestal details die we ook zelf hadden kunnen invullen. Er is geen sprake van onbetrouwbaarheid van perspectieven zoals dat in de klassieker Rashomon zo meesterlijk het geval was. Bovendien krijgen we door het gegoochel met de tijd en met het perspectief veel informatie wel drie keer voorgeschoteld, wat vermoeiend en betuttelend werkt en alle vaart uit het verhaal haalt.

Lumet heeft in interviews gezegd dat hij met deze film een Griekse tragedie wilde maken. Had hij zich gehouden aan de klassieke eenheden van tijd, ruimte en handeling, dan was het wellicht ook wel gelukt. Maar de nodeloos kunstmatige structuur ontdoet het verhaal van de gewichtigheid van een tragedie en zorgt ervoor dat het einde niet de onvermijdelijke schoonheid heeft die klassieke tragedies plachten te hebben.

Valt er dan helemaal niets te genieten? Natuurlijk wel. Sommige individuele scènes zijn indrukwekkend en Lumet kan acteurs voortreffelijk regisseren. Vooral Hoffman lijkt de laatste tijd fysiek niet in staat tot een minder dan fenomenale prestatie. Een scène waarin hij methodisch en uitwendig volkomen rustig zijn woonkamer vernielt, is meesterlijk gespeeld. Ook Hawke is zeker competent als de kansloze Hank en Albert Finney gaat soms net iets te veel over de top, maar is zeker het bekijken waard. En tsja, de belofte van een veelvuldig en langdurig topless Marisa Tomei zal zeker ook wel een aantal mensen naar de bios lokken. Maar op vormherstel van een oude meester hoeven ze niet te rekenen.