Recensie

Hunger (2008)

Een uiterst akelige ervaring… maar een goede film.

in Recensies
Leestijd: 2 min 25 sec
Regie: Steve McQueen | Cast: Michael Fassbender (Bobby Sands), Stuart Graham (Ray Lohan), Liam Cunningham (Father Moran) | Speelduur: 93 minuten | Jaar: 2008

Hunger is een akelige, akelige film. Zo eentje waar je ongemakkelijk van gaat zitten, waar je soms van moet wegkijken. Zo eentje waar je een wee gevoel van in je maag krijgt. Zo eentje die je leeg en uitgeput achterlaat, zonder nu echt het idee te hebben dat je iets geleerd hebt of iets veranderd bent. Echt aan te raden is de film dan ook niet: je wilt deze ervaring niemand aandoen. Maar juist omdat het zo onder je huid gaat zitten, juist omdat het zo aangrijpt zonder goedkoop sentiment, is het ook een bijzonder indrukwekkende film, waarvan er niet veel worden gemaakt.

De film van Steve McQueen (de visuele artiest, NIET de actieheld van o.a. The Great Escape) is ruwweg verdeeld in drie stukken. Het eerste observeert de zogenaamde ‘blanket’- en ‘no wash’-protesten van gevangenen van de IRA. Het protest houdt in dat ze kleren weigeren, dat ze weigeren zich te wassen of te scheren, en voornamelijk ook dat ze hun cel besmeuren met hun eigen uitwerpselen en hun urine in de gang laten lopen. Ze willen door deze protesten de status van politiek gevangene krijgen. Het tweede deel bestaat uit een gesprek tussen één van de protestvoerders, Bobby Sands, en een bevriende priester over zijn besluit in hongerstaking te gaan. En in het laatste deel zien we hem dit besluit uitvoeren en tergend langzaam doodgaan.

Ja, inderdaad: een vrolijk onderwerp is het niet. Bovendien wordt alles op uiterst expliciete, grafische manier uitgebeeld, zowel het protest als de gewelddadige reactie van de bewakers hierop. Toch is de film niet ontdaan van schoonheid: sommige shots van McQueen zijn verbluffend en het verhaal wordt op vrij elliptische, droogpoëtische manier verteld. Bovendien is het te bewonderen hoe rustig en commentaarloos alles in beeld wordt gebracht: het grootste gedeelde is gefilmd vanuit het perspectief van de gevangenen, maar er wordt niet ontkend dat zij misdaden hebben begaan en misschien te koppig zijn. We krijgen bovendien niet de kans de bewakers tot eendimensionale sadisten terug te brengen. De enige die als eenduidig slecht wordt gepresenteerd is Margaret Thatcher en dat gebeurt puur door het gebruik van haar eigen stem.

Het is een onwaarschijnlijk trefzeker debuut. Over elk beeld is nagedacht. Over elke woord ook: in het eerste en laatste deel zijn het er bijzonder weinig, waardoor een claustrofobische sfeer ontstaat, terwijl het middelste deel een en al dialoog is, met alleen het kringelen van sigarettenrook als beweging. Michael Fassbender, die Sands speelt, heeft zich duidelijk helemaal ondergedompeld in zijn rol (hij viel er vijftig kilo voor af) en we worden met hem meegesleurd om na anderhalf uur happend naar frisse lucht weer boven te komen. Alsof we anderhalf uur in die stinkende gevangenis hebben doorgebracht. Maar de bevrijding lucht ons, in tegenstelling tot Sands, niet op.