Death Race
Recensie

Death Race (2008)

Een verrassend vermakelijke B-film met leuke slechte dialogen, dito verhaal en spectaculaire actiescènes.

in Recensies
Leestijd: 3 min 45 sec
Regie: Paul W.S. Anderson | Cast: Jason Statham (Jensen Ames), Joan Allen (Hennessey), Ian McShane (Coach), Tyrese Gibson (Machine Gun Joe) e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2008

Roger Corman, koning van de jaren vijftig B-film en leermeester van o.a. Francis Ford Coppola, James Cameron en Martin Scorsese, produceerde in 1975 Death Race 2000. David Carradine speelde hoofdpersoon Frankenstein, Sylvester Stallone ‘Machine Gun’ Joe Viterbo, beiden racers in een transcontinentale race in het Amerika van het jaar 2000. Punten kregen zij door mensen te overrijden, extra punten voor kinderen en oudjes. Opium voor het volk ter afleiding van de misère veroorzaakt door het fascistische regime. Als het binnenlandse verzet greep probeert te krijgen op de race, wordt dit gemaskeerd als een invasie van de Fransen. De hilarische satire werd geregisseerd door Paul Bartel, die ooit Naughty Nurse met Robert Downey Sr. maakte.

Death Race, de remake, heeft weinig meer weg van het origineel. Het racetraject is beperkt tot een klein eiland waar ook een gevangenis op staat, de racers zijn gevangenen die hun vrijheid kunnen winnen door een vijftal races te winnen en er worden geen mensen meer overreden; geen onschuldige voorbijgangers in ieder geval. Sylvester Stallones personage wordt nu door een zwarte man, Tyrese Gibson, gespeeld en de nieuwe film is lang niet zo satirisch of camp als de oude. De humor in deze film lijkt soms eerder onbedoeld, maar gezien het oeuvre van regisseur Paul W.S. Anderson moet je je afvragen of de onhandigheid waarmee bepaalde plotpunten worden afgeraffeld niet doelbewust is.

Anderson begint namelijk een flinke reputatie als maker van B-films op te bouwen zoals Corman en Bartel die ooit hadden. Het grote verschil is wel dat die laatste twee hun cultklassieker voor slechts $300.000 maakten, terwijl Anderson 45 miljoen dollar mag uitgeven, een bedrag dat van Death Race een B-film in een Hollywoodjasje maakt. Aan het gladde uiterlijk is dat ook duidelijk te zien, maar op de mooie filters, de sets en de grote explosies na is Death Race toch echt een enorme B-film. Een verrassend vermakelijke B-film, met dialogen en plotwendingen die zo slecht zijn dat ze weer leuk worden én met goede actiescènes.

Jason Statham heeft precies de juiste kop en uitstraling voor dit soort producties en hoeft verder weinig te doen dan hard en stoer over te komen. Ondanks het feit dat hij duidelijk een Amerikaan speelt, doet hij geen moeite zijn Britse accent te verbergen. Waarom zou hij ook? In films met dit soort belachelijke dia- en monologen is dat niet nodig. Zijn Jensen Ames wordt ten onrechte veroordeeld voor het vermoorden van zijn vrouw en wordt door gevangenisdirectrice Hennessey gevraagd om racecoureur Frankenstein te vervangen in de Death Race, een race waarbij gevangenen in gepantserde en zwaarbewapende wagens gedurende drie dagen elkaar proberen dood te racen. De televisieregistratie is een kijkcijferkanon en Frankenstein is het populairst. Eén probleem: in de openingsscène legt hij het loodje.

Omdat hij een masker draagt, weet niemand wie hij is en kan Ames hem dus makkelijk vervangen. Eén race winnen en hij is weer vrij om voor zijn dochter te zorgen. Dat levert uiteraard veel spectaculaire racescènes op, waarmee Anderson aantoont dat hij steeds beter wordt in het regisseren en opzetten van actiescènes. Prettig daarbij is dat die scènes na het filmen niet geheel kapot gemonteerd zijn en in de meeste gevallen goed te volgen zijn. Opvallend zijn de links die in deze scènes worden gelegd met het computerspel Carmageddon dat weer deels geïnspireerd was op Death Race 2000.

Wel overgebleven uit de oude film zijn de vrouwelijke bijrijders. Hennessey maakt er geen geheim van: die zijn er voor de kijkcijfers. Daar waar sommige vrouwen in de Death Race 2000 nog daadwerkelijk een functie in het verhaal hadden, is hun functie in Death Race slechts aantrekkelijk te zijn. De enigen die wel bezig zijn met acteren zijn Ian McShane als Coach, die allang op vrije voeten is maar in de gevangenis blijft omdat hij de race zo prachtig vindt, en Joan Allen als de vileine directrice. Vooral McShane straalt van plezier en maakt van een paar belachelijke momenten wat leuks.

De beste humor, die ervan getuigt dat de makers hun film niet zo serieus nemen, volgt pas na het eind van de film, aan het begin van de aftiteling. Na alle over de top actie en immorele moordpartijen volgt een boodschap aan vooral de jonge kijkers: alle (krankzinnige) stunts zijn door professionele stuntmensen uitgevoerd. Het is absoluut niet de bedoeling dat u dit thuis probeert.