The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor
Recensie

The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor (2008)

Niet veel soeps, en bovendien mummieloos.

in Recensies
Leestijd: 4 min 9 sec
Regie: Rob Cohen | Cast: Brendan Fraser (Rick O’Connell), Jet Li (keizer Han), Maria Bello (Evelyn O’Connell), John Hannah (Jonathan Carnahan), Michelle Yeoh (Zi Juan) e.a. | Speelduur: 113 minuten | Jaar: 2008

De eerste Mummy film met Brandon Fraser uit 1999 was bedoeld als remake van de horrorklassieker met Boris Karloff uit 1932, maar kwam uit de bus als een avonturenfilm in de stijl van de Indiana Jones. Sterker nog, volgens velen was het een ongeïnspireerde imitatie. De vraag wordt dan: hebben we in een zomer waarin Indiana Jones zelf al terugkeerde naar het witte doek en gemengde reacties kreeg nog goedkope namaak nodig, of nog erger: een tweede vervolg daarop? Nee, want The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor is niet veel soeps, en bovendien mummieloos.

Jet Li’s karakter, keizer Han, werd zo’n 2000 jaar geleden namelijk vervloekt en versteend, niet gemummificeerd. Het lijkt misschien een technisch detail, maar het is tekenend voor de gemakzucht van de makers, die dit derde deel wel erg laten afwijken van het eerste in de reeks. Alhoewel ook die film niet foutloos was, had die in tegenstelling tot dit derde deel nog wel zijn charmes. The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor is één van de twee Hollywoodfilms deze zomer die de rijke Chinese mythologie en de wuxia pian (het fantasy-martial arts filmgenre) plundert, zonder het talent of de visie om daar een goede film van te maken. Opvallend is dat Jet Li in beide titels een grote rol speelt, en dat een andere grootheid van het martial arts genre hem telkens bijstaat. In deze derde Mummy-film is dat Michelle Yeoh, en in het 28 augustus te verschijnen The Forbidden Kingdom zelfs niemand minder dan Jackie Chan. Nog opvallender is dat het martial arts talent van zowel Yeoh als Chan in beide films wordt verkwist of door de montage aan het oog onttrokken.

In de openingsscène van The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor slaat Li bijvoorbeeld meteen al een aantal afvallers af, maar de montage verbergt zijn kunnen. Een zwaardgevecht tussen Yeoh en Li lijkt er al meer op, maar dat plezier is echter van erg korte duur. Verder is er maar een actiescène die enigszins memorabel is: een autoachtervolging door Shanghai in het midden van de film. De expertise van Vic Armstrong (stuntman bij de eerste drie Indiana Jones films) als 2de unit/actieregisseur is zichtbaar, maar met de massale legerstrijd aan het eind wist niemand op de set zich kennelijk raad. Coherentie wordt opgeofferd in de hectische montage, wat de keuze voor regelmatige terugkerende helikoptershots en kraanshots waarbij de camera over het strijdgewoel zwiept op zijn best vreemd maakt, en op zijn slechtst incompetent.

En dat terwijl het allemaal nog best vermakelijk begint. Rick O’Connell en zijn vrouw Evelyn zijn in 1946 met pensioen. Evelyn schrijft over hun vroegere avonturen, en Rick probeert te vissen. Beiden hunkeren echter nog steeds naar een spannend leven, zoals hun zoon op dat moment juist beleeft als hij keizer Han en diens Terracotta leger ontdekt. Het echtpaar belandt vervolgens in Shanghai en moet samen met hun zoon voorkomen dat een generaal de keizer en diens leger tot leven wekt en onsterfelijk maakt. Daar krijgen ze hulp bij van de heks, die 2000 jaar terug de keizer vervloekte, en haar mooie dochter.

The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor doet in dit eerste gedeelte wél wat Spielberg, Lucas en co. verzuimden eerder deze zomer: een gevoel van gevaar en conflict creëren, door van de helden geen ongenaakbare supermensen te maken. Niet dat er in de geschiedenis van deze twee filmreeksen ooit twijfels waren over de uitkomst van het verhaal, maar in dit gedeelte van deze derde Mummy film en de eerste drie Indy films zijn de hoofdpersonen tenminste kwetsbaar, moeten moeilijke obstakels overkomen, krijgen niet alles in hun schoot geworpen en falen zowaar soms.

Helaas maakt dit de humor in The Mummy 3 niet minder flauw, of de té talrijke personages echt boeiend. Ook de matige regie van Cohen speelt de film echt parten. Dat hij geen enkele achting heeft voor Aziatische cultuur of geschiedenis hoeft geen obstakel te zijn voor een leuke actieavonturenfilm. Alle concessies die waarschijnlijk met een westers publiek in het achterhoofd zijn gedaan, leveren echter dramatisch gezien nauwelijks iets op. Dat Cohen geen idee heeft hoe met de wuxia elementen om te gaan, roept vooral de vraag op waarom ze überhaupt worden gebruikt. Het westerse avontuur raakt erdoor ondergesneeuwd, en het oosterse bereikt nooit haar potentie.

Even lijkt er zowaar iets subversiefs politieks in de Amerikaanse film te sluipen, als wordt gesuggereerd dat de slechte generaal zijn keizer tot leven wil wekken om de communisten in China af te stoppen, wat de schurken van de film tot tegenstanders van het communisme zou maken, maar de retoriek van de keizer suggereert later juist weer het tegenovergestelde. Ergens in The Mummy: Tomb of the Dragon Emperor schuilt prima entertainment, maar het kruipt nooit uit zijn schulp en wordt verdrongen door overduidelijk uit de computer komende effecten.