Comandante
Recensie

Comandante (2003)

Persoonlijk en experimenterend gaat Oliver Stone Fidel Castro te lijf, maar belandt onherroepelijk bij hem op schoot.

in Recensies
Leestijd: 2 min 42 sec
Regie: Oliver Stone | Cast: Fidel Castro | Speelduur: 99 minuten | Jaar: 2003

Er zijn legio redenen te bedenken waarom je een film zou willen maken over de langst regerende dictator ter wereld, Fidel Castro. Die van Oliver Stone zijn waarschijnlijk terug te voeren tot zijn fascinatie voor spraakmakende figuren en gebeurtenissen uit de (moderne) Amerikaanse geschiedenis. De titels van zijn films Nixon, JFK, Salvador zeggen op zich al genoeg. Dat Stone ook niet terugdeinst voor een experiment weten we van het zeer geslaagde Natural Born Killers. In Comandante verenigt Stone die twee uitgangspunten en waagt zich aan het voor hem nieuwe genre van de documentaire om een nieuw beeld te schetsen van de Cubaanse dictator.

Stone pakt groots uit en gunt Castro de eer en de aandacht die hem toekomt: minimaal drie camera’s weet Fidel op zich gericht, die tot in de neusgaten elke gelaatsuitdrukking, elke beweging en elk woord nauwlettend voor ons volgen en vastleggen voor het nageslacht. Trots melden de filmmakers in een tekst aan het begin van de film dat Fidel de mogelijkheid had het mediumgeweld op elk gewenst tijdstip te beëindigen (had het ook anders gekund?) in een drie dagen durende interviewmarathon, maar dat hij daar geen enkele keer gebruik van heeft gemaakt. Naarmate de film vordert wordt steeds duidelijker waarom er voor de makers geen enkele eer te behalen viel aan de dertig uur materiaal die de filmsessie opleverde.

Buiten het visuele geweld van ruw, uit de hand gedraaid en idem gemonteerd materiaal lijkt de film weinig verrassends te bieden. Hij oogt vooral als een vriendschappelijk en vooral gezellig onderonsje tussen de grote dictator en dito filmmaker, die zichtbaar geniet van het gezelschap en de entourage. Voor Fidel is het een thuiswedstrijd; hij is de gastheer en hij bepaalt wat er op het programma staat. Stone laat zich graag bij de hand nemen en komt nergens tot een confrontatie met de man die bijna een halve eeuw met ijzeren hand het Cubaanse eiland regeert. Ook met zijn vragen blijft Stone steeds aan de veilige kant. Zelfs bij de drie lichtkritische kanttekeningen die hij plaatst, laat hij Castro te gemakkelijk wegkomen met zijn voorspelbare antwoorden.

Comandante is vooral een visueel document in de nadagen van de nog altijd ongelooflijk krachtige en één van de meest charismatische leiders van de oud geworden wereld. Een mooi en persoonlijk portret van de mens Fidel Castro die niets anders dan Fidel Castro blijkt te (kunnen) zijn; een bewogen en gedreven man met een voorliefde voor Charlie Chaplin en Sophia Loren, en wiens dogma’s met de tijd aan verzachting en nuancering lijken te hebben gewonnen. Oliver Stone lijkt hem dat voetstuk graag te willen gunnen, wellicht vanwege het vooruitzicht dat het waarschijnlijk zijn laatste grote optreden in de schijnwerpers zal zijn; het is het feestje van Fidel.

Opvallend, maar enigszins begrijpelijk is dat de film, die al in 2003 in première ging, toch nog in de Nederlandse bioscopen gaat draaien. Als er al geld uit deze niet al te geslaagde genreoefening te halen valt dan is het nu. Fidel Castro is immers al een tijdje niet meer in functie en over een jaar niets meer en niets minder dan één der Groten der Aarde, maar dan vooral in de geschiedenisboeken of op dvd.