In Bruges
Recensie

In Bruges (2008)

Brugge: de mosselen, de friet, de huurmoordenaars.

in Recensies
Leestijd: 2 min 24 sec
Regie: Martin McDonagh | Cast: Colin Farrell (Ray), Brendan Gleeson (Ken), Clémence Poésy (Chloë) | Speelduur: 107 minuten | Jaar: 2008

Brugge is een prachtig pittoresk middeleeuws stadje vol kleine steegjes en oude gebouwen. In In Bruges krijg je alle toeristische attracties te zien en vele mooie plaatjes waardoor je direct zin krijgt om eens naar België af te reizen. Hoewel… op de Franse filmposter wordt Brugge gekenmerkt door “ses moules, ses frites, ses tueurs à gages”, oftewel: mossels, friet en… huurmoordenaars.

De huurmoordenaars in kwestie zijn Iers. Ken en Ray. De eerste is een oude rot in het vak, die zich allang nergens meer over verbaast. De ander is een nieuweling die net een opdracht behoorlijk heeft verpest. De baas van de twee heeft ze daarom naar Brugge verbannen om even af te koelen, met de strikte instructies zich rustig te houden totdat hij belt. Ken vindt het prima: hij gaat met zijn boekje op stap en bewondert de stad. Ray daarentegen heeft een ‘fooking’ hekel aan de toerist spelen, vindt het maar saai, en weet zichzelf al snel in de nesten te werken.

De zwarte komedie is een lastig genre. Je moet kunnen lachen ondanks de duistere elementen, maar tegelijkertijd moet de film ondanks het lachen niet te luchtig worden. In Bruges is donker, pik- en pikzwart zelfs, vergis je niet. En erg grappig is hij regelmatig ook. Martin McDonagh, toneelschrijver en hier voor het eerst regisseur, weet de overgang tussen de twee toonsoorten niet altijd even soepel te maken, maar zijn script steekt, vooral qua plot en symboliek, perfect in elkaar. En al staan het zwarte en de komedie soms los, in een aantal scènes (bijvoorbeeld die met een zeer grove Belgenmop) passen de twee elementen precies in elkaar.

Brugge is voor de twee hoofdpersonen een soort vagevuur: een groteske plek waar je - wie weet - voor je zondes kan betalen. Waar je wellicht vergeven kunt worden als je maar genoeg doormaakt. Brugge is in de film een rare, verstorende plek waar je nooit weet wie je tegen zult komen: een racistische dwerg, een figuur uit het verleden, een verleidelijk - maar ook gevaarlijk - meisje... Het is net het schilderij van Jeroen Bosch dat de twee Ieren in het museum bekijken. Colin Farrell geeft mooi gestalte aan een jongen die niet eens doorheeft hoe grof hij wel niet is en die diep spijt heeft van zijn fout. Brendan Gleeson is fantastisch als Ken, die zich een soort vader voelt - al raakt hij ook wel geïrriteerd. En Ralph Fiennes, die hun baas speelt, heb je zó nog nooit gezien.

Kortom: echt een gelijkmatige, samenhangende film is In Bruges niet, maar er zitten briljante stukken in en de twee hoofdrolspelers zorgen ervoor dat de film soms zelfs wat emotie oproept. Martin McDonagh is zeker iemand om in de gaten te houden. Met In Bruges heeft hij een veelbelovend visitekaartje afgegeven.