D'Ardennen
Recensie

D'Ardennen (2015)

Meedogenloos Belgisch misdaaddrama grijpt je vanaf de eerste scène beet.

in Recensies
Leestijd: 2 min 4 sec
Regie: Robin Pront | Cast: Jeroen Perceval (Dave), Kevin Janssens (Kenneth), Veerle Baetens (Sylvie), Jan Bijvoet (Stef), e.a. | Speelduur: 93 minuten | Jaar: 2015

Nadat een huisroof misgaat, weet dader Dave te ontkomen. Zijn broer Kenny heeft echter minder geluk en de politie vat hem in de kraag. Vier jaar later komt Kenny vervroegd vrij. Maar Dave heeft zijn leven gebeterd; hij drinkt niet meer en heeft een baan. Bovendien is hij een relatie begonnen met Sylvie, de ex van Kenny, wat hij vooralsnog geheim houdt voor z'n broer. Maar het duurt niet lang voordat de opgefokte Kenny begint de vermoeden dat er iets aan de hand is.

D'Ardennen is gebaseerd op een toneelstuk van Jeroen Perceval, die tevens een van de hoofdrollen op zich neemt. De regie is in handen van Robin Pront, die eerder de bekroonde korte film Plan B maakte.

D'Ardennen begint waar de huisroof eindigt: met de gemaskerde Dave die vanuit een zwembad opduikt en bij Sylvie in de auto springt. De film pakt je vanaf deze openingsscène beet en laat niet meer los. Dat komt omdat er voortdurend druk op de ketel zit: D'Ardennen voelt aan als een vaatje buskruit: elk moment kan het ontploffen. Maar wanneer, en vooral, hoe?

Het uitstekende acteerwerk van de hoofdrolspelers zorgt er mede voor dat de spanningsboog strak blijft staan. Kevin Janssens, Jeroen Perceval en met name Veerle Baetens zijn erg op dreef als de Vlaamse Sjonnies en Anita's, of Johnny's en Marina's zoals onze zuiderburen ze noemen.
De acteurs overtuigen, maar ze worden daarbij bijgestaan door het mooie sfeerbeeld. De soundtrack van gedateerde gabbermuziek, de troosteloze Vlaamse stad waar de film zich afspeelt en het huis van Dave en Kenny's moeder waar je de frituurlucht bijna kunt ruiken... Het is een overtuigend beeld van een leven in de marge van de maatschappij.

D'Ardennen is een film die vergelijkingen oproept met het werk van de gebroeders Coen, maar ook met het eveneens in de Ardennen gesitueerde Calvaire en Alléluia van Fabrice Du Welz, die een al even deprimerend beeld van België schetst. Af en toe wordt de film bijna absurdistisch, zoals wanneer een discussie over wie de beste Belg is, Jean-Claude van Damme of Eddie Merckx, uitmondt in geweld. En wat te denken van de finale, waarin onder andere een travestiet en struisvogels op komen draven? Maar telkens als je bijna moet lachen, slaat regisseur Pront vakkundig de grijns van je gezicht. Vergis je niet: in zijn versie van de Ardennen is het pikkedonker.