Recensie

Fissa (2016)

Onverwacht sterke Nederlandse tienerkomedie met een kunstig in elkaar gevlochten verhaal, een sterke cast en een mooi opgebouwd feest als knallende afsluiter.

in Recensies
Leestijd: 3 min 38 sec
Regie: Bobby Boermans | Cast: Yannick van de Velde (Max), Alex Hendrickx (Ruben), Bilal Wahib (Yous), Abbey Hoes (Anna Bo), Belinda van der Stoep (Ivana), Ferdi Stofmeel (Mitchel), Hans Kesting (Conrector Dorsman), Miryanna van Reeden (Mevrouw Florijn), Arjan Ederveen (Meneer Meijer), Harry Piekema (Meneer Binnendijk) | Speelduur: 94 minuten | Jaar: 2016

De trailer maakt vergelijkingen met het losbandige Project X uit 2012 vrij gemakkelijk: een stel jongens dat graag het eindexamenjaar wil afsluiten met een zo groot mogelijk schoolfeest, enorme hoeveelheden alcohol, muziek en als het even kan wat seksueel getinte extra’s. De vraag die opdoemt is of Fissa niet erg onorigineel is om die opzet te kopiëren. Kan het de vlammenwerpers en auto’s die in zwembaden belanden überhaupt evenaren? Gelukkig is Fissa helemaal geen kopie van found-footage-partyfilm Project X. Sterker nog, in tegenstelling tot het Facebookfeest uit de hel, kent Fissa daadwerkelijk een complex verhaal met allerlei in elkaar gevlochten verhaallijnen. Aangevuld met een behoorlijk stevige dosis pubertaal, vunzige humor en uiteraard een groot feest als knallend einde.

Het plot gaat dus niet zozeer om het opzetten van een nodeloos extravagant feest zonder enige inhoud, het lijkt eerder op een klassiek populaire jongens versus geeks verhaal. Zo is Ruben een ongemakkelijke nerd die graag ooit eens een geweldig schoolfeest zou willen opzetten, terwijl Max als nonchalante gozer zich geen enkele zorgen maakt om vriendinnen en feesten maar wel bang is om te zakken voor zijn eindexamens. Om de middelbare school met een knaller af te sluiten besluiten de twee samen te werken, waarbij ze proberen om vals te spelen bij de examens en om een zo groot mogelijk examenfeest op te zetten. Het dynamische duo werkt samen met ritselaar Yous, die ook eindexamenstress ervaart en handige connecties heeft voor het regelen van een semilegaal superfeest. Onder de vele bijpersonages vallen onder andere een drugsdealer, een narcistische seksbom, een hitsige lerares, een eenzame leraar en een denigrerende conrector.

Deze ondersteunende rollen zijn er niet alleen voor een enkele makkelijke grap, ze kennen bijna allemaal hun eigen – al dan niet kleine – subplot en maken er nog net geen ensemblefilm van. Knap genoeg lopen al deze verhaallijnen gedurende de gehele film door elkaar zonder dat het onoverzichtelijk wordt, alvorens alles botst in één grote chaotische bende tijdens het eindexamenfeest. Het is bewonderenswaardig hoe schrijver Martijn Hillenius met zijn eerste bioscoopfilm niet alleen het overzicht weet te behouden maar dankzij de complexiteit ook voldoende verrassingen weet in te bouwen. Bovendien komen de meeste discussies behoorlijk natuurlijk over, de tieners strooien met scheldwoorden en straattaal alsof er een willekeurig tienerwhatsappgroepje op het scherm wordt getoverd waardoor de humor veel beter overkomt dan in menig geforceerde tienerfilm.

Belangrijker nog dan de spreektaal en de verhaallijnen is dan ook de hoeveelheid goede humor van Fissa. Het is nog verbazingwekkend moeilijk voor de gemiddelde komediefilm om aan de ‘vijf-keer-hardop-lachen-regel’ te voldoen, maar Fissa slaagt met gemak. Aanvankelijk voelt de humor wat goedkoop aan, wanneer de film het verhaal en de personages nog aan het opzetten is. Ongemakkelijke confrontaties en shots gevuld met borsten lijken hier nogal oppervlakkige manieren om er wat snelle humor in te knallen. Maar zodra de hoofdpersonages gaan samenwerken en steeds dieper in een cluster van potentiële rampen terechtkomen, daagt een veel betere en subtielere humor op die de lachspieren veel harder laat werken. Dan geven de seksuele beelden en gestoorde situaties – die in Amerika makkelijk de R-rating zouden krijgen – ineens net dat extra zetje om je hardop te laten proesten in de bioscoopzaal.

Het concluderende eindexamenfeest, met alle halfnaakte tieners en stampende electromuziek, is uiteindelijk geen goedkope imitatie van Project X maar een sterk en verdiend einde na anderhalf uur lang hectische opbouw. Het verhaal kent genoeg wendingen om boeiend te blijven, de bijpersonages zijn geen veredeld muurbehang maar voegen allemaal iets toe en ten slotte zijn de muzikale feestbeelden ook nog best verzadigend. Maar wat Fissa echt de moeite waard maakt is de chemie tussen Alex Hendrickx en Yannick van de Velde. Vooral laatstgenoemde maakt indruk met zijn levendige reacties en komische timing. Of het totaalplaatje nu werkt dankzij regisseur Bobby Boermans, schrijver Martijn Hillenius of de hardwerkende cast, laat deze groep van creatieve mensen in de toekomst vooral nog een keer samenwerken; Fissa is een onverwachts sterke Nederlandse komedie, tot de nok gevuld met chaotische tienerhumor, die het zeker verdient om de limieten van de Nederlandse bioscoopzalen te testen.