The Kite Runner
Recensie

The Kite Runner (2007)

The Kite Runner is een geslaagde en gelaagde boekverfilming, maar desondanks is de lading van de precaire Afghaanse situatie tekortgedaan.

in Recensies
Leestijd: 2 min 30 sec
Regie: Marc Forster | Cast: Khalid Abdalla (Amir), Shaun Toub (Rahim), KahnZekeria Ebrahimi (Young Amir), Ahmad Khan Mahmidzada (Young Hassan) | Speelduur: 122 minuten | Jaar: 2007

Het boekfenomeen De Vliegeraar raast nog steeds de wereld over en de onvermijdelijke verfilming was op voorhand al beladen. Dat schrijver Khaled Hosseini’s zeer mooie verhaal over vriendschap en boetedoening de moeite waard is, staat buiten kijf, maar de film had meer waardering gekregen als op daadkrachtiger wijze de belangwekkende knelpunten uit het boek waren uitgedragen.

Vóór de Russische inval in Afghanistan aan het eind van de jaren zeventig was het land van duizend schitterende zonnen een cultureel rijke plek en in relatieve bloei. Dat beeld draagt The Kite Runner in de eerste akte met verve uit, beter dan de gemiddelde Hollywoodfilm over het Verre Oosten. Dit stelt tevreden: regisseur Marc Forster is er in ieder geval in geslaagd een enigszins genuanceerd beeld te scheppen van een land dat tamelijk ongrijpbaar blijft voor een ongeïnformeerde buitenstaander. Ook de universelere thema’s uit het origineel, de vriendschap tussen de rijkeluiszoon Amir en zijn bediende Hassan, zijn intact gebleven en er wordt goed geacteerd door twee jonge Afghanen.

Het verhaal overspant drie decennia en poogt zodoende een integraal beeld te scheppen van de onmogelijke situatie die Afghanistan is opgelegd. Waar de film wat dat betreft nog het meest in slaagt, is dat de ervaring van een migrant invoelbaar gemaakt wordt. De kleine Amir wordt uit het voor hem onveilige Afghanistan weggevoerd en groeit met zijn vader op in Amerika. Voordat vader Rahim voorgoed Afghanistan verlaat, stopt hij een handvol aarde in een hangertje om daarmee zijn roots geografisch te bepalen. De zaken liggen voor een inmiddels verwesterde Amir ingewikkelder, maar de film mist hier toch de nuance die het boek zo sterk maakt, namelijk: waarom laat je anderen bepalen wat je nationale identiteit is, terwijl je zelf niet eens zo zeer in het bestaan ervan gelooft?

Zoals gezegd, The Kite Runner vertelt in ieder geval een ontroerend verhaal en dat is doorgaans een zeer goede zaak. Toch begint dat in dit specifieke geval een beetje te wringen, zeker tegen het einde. Hier zien we Afghanistan van vandaag de dag: Kabul is een moordgat, de taliban voeren een schrikbewind uit en er lijkt niets meer over te zijn van de levenslust die slechts twintig jaar geleden nog mogelijk was. Om het cru te stellen: de vlieger gaat niet langer op. Zeer schokkende beelden van de uitvoering van de Islamwetten uit de Sharia (zoals het stenigen van een ontrouwe vrouw) schieten hun doel voorbij, want de precaire kwestie die aangehaald wordt verhoudt zich namelijk niet goed tegenover de plot over berouw en vriendschap.

The Kite Runner slaagt erin Hosseini’s verhaal mooi te registreren, maar dit is gelijk ook zijn achilleshiel. Waar het boek indrukwekkend balanceerde tussen enerzijds een betoog over de sociaal-politieke situatie in Afghanistan maar óók het belang van mooie verhalen onderstreepte, gaat de verfilming uiteindelijk gladstrijkend te werk. Soms is een goed verhaal simpelweg niet goed genoeg.