Blair Witch
Recensie

Blair Witch (2016)

Een nieuwe generatie bioscoopbezoekers zal geen (jeugd)trauma oplopen, maar dikke kans dat je die geplande kampeertrip in de bossen alsnog annuleert.

in Recensies
Leestijd: 3 min 44 sec
Regie: Adam Wingard | Cast: James Allen McCune (James), Callie Hernandez (Lisa), Wes Robinson (Lane), Valorie Curry (Talia), Brandon Scott (Peter), Corbin Reid (Ashley), e.a. | Speelduur: 89 minuten | Jaar: 2016

Weinig films bezorgden het publiek zo’n hevig (jeugd)trauma als The Blair Witch Project. Toen de ‘found footage’-film in het najaar van 1999 in de bioscopen verscheen, brak bij bezoekers wereldwijd het koude angstzweet uit. Was dit waargebeurd of fictief? Het gerucht ging dat drie studenten, gewapend met camera’s, de bossen van Black Hill waren ingetrokken om een documentaire te maken over de legendarische Blair-heks. Het meisje en de twee jongens kwamen echter nooit thuis van hun zoektocht naar de helleveeg en werden spoedig als vermist opgegeven. Op de ‘teruggevonden’ videobeelden was te zien welk angstaanjagend noodlot zij tegemoet waren getreden. In werkelijkheid betrof het een faux documentaire, voor een appel en een ei opgenomen door debuterend regisseurs Eduardo Sánchez en Daniel Myrick in de omgeving van het dorpje Burkittsville, in de Amerikaanse staat Maryland. Dankzij de briljante marketing én timing (het internet stond nog in de kinderschoenen) bleef de hype rond de film zelfs levendig in de jaren na de release.

Anno 2016 is het bioscooppubliek helemaal vertrouwd geraakt met het concept van de ‘found footage’-film. Twijfels of serieuze discussies over de authenticiteit van de beelden zijn er allang niet meer. Toch weerhield dat filmstudio Lionsgate er niet van om het trucje nog eens dunnetjes over te doen. Onder de valse titel The Woods werkten regisseur Adam Wingard en zijn vaste schrijfpartner Simon Barrett in het diepste geheim aan een vervolgdeel, dat kortweg Blair Witch heet. Wederom gaan er geheimzinnige blogs rond op het internet (google maar eens op ‘Darknet666’), die de mythe van de heks van een realistische context proberen te voorzien. Nobel van de makers, maar de impact van deze stunt zal ditmaal zeer gering zijn.

Blair Witch moet het juist hebben van de cinematografische verfijning ten opzichte van het origineel. Wingard begrijpt dondersgoed dat hij niet kan komen aanzetten met de destijds gebruikte (en nogal lompe) 16mm-camera’s. Daarom verschaft hij zijn eigen clubje jongeren van een heel arsenaal aan geavanceerd speelgoed, dat beter past bij de huidige tijd: camera’s met gps, drones, en zelfs minicameraatjes die de acteurs op hun oor kunnen vastklemmen. Vooruit: één van de personages loopt rond met een oude, op bandjes werkende DV-camera, maar daar heeft hij wél een goede reden voor. Hoe dan ook, de variëteit aan technische snufjes biedt een stuk meer bewegingsvrijheid bij het filmen. Boven de boomtoppen koekeloeren, in de hoop de route naar de auto terug te vinden, is nu bijvoorbeeld een fluitje van een cent. Bovendien hoeven de personages sommige camera’s niet in hun handen vast te houden, waarmee de vraag is beantwoord waarom ze toch altijd maar blijven doorfilmen als alles in de soep loopt.

De motivatie om opnieuw de vervloekte wildernis te betreden, is vrij zwak en ongeloofwaardig: hoofdpersonage James gelooft oprecht dat zijn zus Heather na twintig jaar vermissing (!) nog steeds in leven is. Samen met drie vrienden en twee lokale weirdo’s zet hij een zoektocht op touw, wat in eerste instantie leidt tot een hoop onderling gekibbel. Het eerste halfuur is helaas ook tot de nok toe gevuld met irritante schrikeffecten, waarbij personages te pas en te onpas het beeld inspringen. Als één van hen daar op een gegeven moment zelfs over begint te klagen (‘Zullen we hier alsjeblieft mee ophouden?’), dan weet je dat het mis is. Jammer, zeker omdat Blair Witch dit soort goedkoop effectbejag helemaal niet nodig heeft om griezelig te zijn. Krakende takken, huilende wolven, voetstappen van een reusachtig wezen; de geluidseffecten zijn ijzingwekkend goed en dragen bij aan het creëren van precies de juiste, unheimische sfeer.

Knap is ook hoe Wingard met zijn film de dunne scheidslijn bewandelt tussen te weinig tonen en te veel tonen. Wie de aanpak van The Blair Witch Project te minimalistisch vond, kan waarschijnlijk meer plezier beleven aan Blair Witch, waarin plaats is voor (iets) meer gorigheid en expliciete horrorscènes. Minstens zo verontrustend is de verstoring van de natuurwetten, waarbij tijd en ruimte een loopje nemen met zowel de personages als de kijker. Daarmee bouwen de makers voort op de heksenlegende en werken zij met een duivels genoegen toe naar een doodenge finale. Een nieuwe generatie bioscoopbezoekers zal er geen jeugdtrauma door oplopen, maar dikke kans dat je na het zien van Blair Witch die geplande kampeertrip naar de bossen alsnog annuleert.