Ballerina
Recensie

Ballerina (2016)

Franse animatiefilm over een jong weesmeisje dat ervan droomt ballerina te worden, ziet er prachtig uit, maar mist een solide verhaal.

in Recensies
Leestijd: 3 min 3 sec
Regie: Eric Summer en Éric Warin | Cast (stemmen): Pip Pellens (Félicie), Buddy Vedder (Oscar), Pim Wessels (Rudolph), Robin Martens (Camille), Igone de Jongh (Odette), e.a. | Speelduur: 89 minuten | Jaar: 2016

Félicie heeft maar één droom voor later als ze groot is: ballerina worden. Dan helpt het niet echt dat je geen nagel hebt om je kont te krabben en ook nog eens je jeugd hardwerkend moet doorbrengen bij de nonnen in het weeshuis. Nee, het leven van de aspirant-danseres gaat niet bepaald van een leien dakje, ook al voert ze haar danscapriolen uit op het dak van het klooster. Samen met haar beste vriend, de stuntelige Victor, besluit Félicie wat van haar leven te gaan maken en te ontsnappen uit de greep van het weeshuis. Het tweetal vlucht naar Parijs, op de hielen gezeten door de strenge conciërge op zijn motorfiets. In de Franse hoofdstad verzint het brutale meisje een list om toe te treden tot de dansopleiding van het de prestigieuze Opéra Garnier.

Juist, diezelfde opera als van het beroemde spook. Wellicht een kniesoor die erop let, maar er zitten flink wat anachronismen in de Franse animatiefilm Ballerina. Het ontloopt elkaar slechts een paar jaar tot een decennium, maar de eerste opvoering van Tsjaikovski's De Notenkraker, de bouw van de Eiffeltoren en het Vrijheidsbeeld (voor vervoer naar New York), de opkomst van de Opéra als balletinstantie speelden zich allemaal aan het eind van de twintigste eeuw af. Tel hierbij op het veel te moderne uiterlijk van de gebruikte motorfiets. De jeugd, waarvoor dit uit de computer getoverde animatievehikel bedoeld is, zal er niet zo letten, maar het gegoochel met de geschiedenis is wel illustratief voor de slordige wijze waarop de makers dit project hebben aangepakt.

Bovendien weten ze niet te verhullen dat het flink behelpen is wat betreft karakteruitwerking en de verhaalelementen. Dit komt met name tot uitdrukking in de eerste akte die tot de nok toe is gevuld met vrijwel overbodige actiescènes waarin de vaat in de keuken moet worden weggewerkt of wanneer het tweetal op de hielen wordt gezeten door een driftige conciërge. Het laat zich gemakkelijk raden waarom voor die wervelende aftrap is gekozen: het vasthouden van de aandacht. Maar dat maakt de keuze nog niet juist, want regisseurs Eric Summer en Éric Warin valt het moeilijk te vergeven dat ze fysieke momenten hebben verkozen boven het degelijk neerzetten van de hoofdpersoon. Eenmaal in Parijs moet er dan een haastige inhaalslag gemaakt worden. Félicie smacht naar een moederfiguur en vindt deze in een kreupele schoonmaakster die zelf ooit een veelbelovend danseres was.

Het resulteert in een hoge mate van voorspelbaarheid en een Karate Kid-achtig plot waarin Félicie wordt klaargestoomd als ballerina met het nodige vallen, opstaan en zichzelf tegenkomen. Eén en één is twee is dan ook de conclusie na vele omzwervingen en afleidingsmanoeuvres. De uitkomst van deze som had echter ook drie kunnen zijn als er net dat beetje meer aandacht aan de uitwerking was besteed. Op het visuele vlak ziet het er, op wat houterige bewegingen na, uitstekend uit, al is dat met de knowhow en technieken van tegenwoordig nauwelijks nog een verdienste. Er is alleen meer nodig om een enerverend animatieavontuur af te leveren. Het gaat naast de personages en gebrek aan focus vooral mis met het tempo. Summer en Warin versnellen op vreemde momenten en plamuren bovendien de zaak regelmatig dicht met vervelende popsongs. De personages zijn verdeeld in goed en slecht en worden naargelang het uitkomt ingezet. In ons land is Ballerina alleen in de Nederlandse versie te zien, waarbij een blik soapacteurs is opengetrokken om de stemmen voor hun rekening te nemen.