Song to Song
Recensie

Song to Song (2017)

Cineast Terrence Malick komt opnieuw aanzetten met een poëtisch gefilmde zoektocht naar zingeving.

in Recensies
Leestijd: 3 min 21 sec
Regie: Terrence Malick | Cast: Rooney Mara (Faye), Ryan Gosling (BV), Michael Fassbender (Cook), Natalie Portman (Rhonda), Cate Blanchett (Amanda), Holly Hunter (Miranda), e.a. | Speelduur: 129 minuten | Jaar: 2017

Opnieuw komt regisseur Terrence Malick aanzetten met een cinematografische meditatie die handelt over het leven en de liefde. Na To the Wonder en Knight of Cups, is het nu de beurt aan Song to Song om de kijker mee te nemen op een poëtisch gefilmde zoektocht naar zingeving. Zoals gebruikelijk werkt de inmiddels drieënzeventigjarige regisseur niet met een vastomlijnd scenario. Het improvisatietalent van een heel bataljon aan topacteurs uit Hollywood moet voor de nodige magie zorgen. Een werkwijze die slijtageplekken begint te vertonen.

Malicks kenmerkende stijl is terug te vinden in elke vezel van de film. Maar eigenlijk is het beter om te spreken van een beeldenstroom, want in het creëren van degelijke scènes is de cineast niet geïnteresseerd. Malick rijgt verschillende situaties aan elkaar, waarbij kennelijk alleen zijn intuïtie doorslaggevend is voor de montagekeuzes die hij maakt. Die willekeurigheid doet denken aan de vrijelijke opzet van sommige parfumreclames op televisie. En dat is in dit geval geen compliment. Song to Song voelt aan als een inhoudsarme commercial die is uitgesmeerd over de lengte van een speelfilm. Gevoelsmatig kun je op z'n minst een uur van de totale speelduur schrappen, zonder dat je de inhoud daarbij geweld aandoet.

Een direct gevolg van het gebrek aan focus is dat de personages het gewicht krijgen van een heliumballonnetje. Hun beweegredenen zijn vaak onduidelijk en karakterontwikkeling vindt nauwelijks plaats. Ze bewegen zich meer door het verhaal als zweverige poppen dan als mensen van vlees en bloed. Communiceren doen de personages bovendien niet zozeer met elkaar, als wel met hun eigen, hogere bewustzijn. Middels fluisterende voice-overs maken ze de kijker deelgenoot van hun filosofische beslommeringen. Sommige existentiële vragen die zij stellen zijn best waardevol, maar het is de constante herhaling ervan die de kijker vroegtijdig uitput. Bovendien valt die filosofische insteek een stuk natuurlijker samen met de ongereptheid van een Amerikaanse wildernis (The New World) of met een evolutiesequentie (The Tree of Life) dan met een reeks muziekfestivals in Texas.

Wat Malick met de liefdesdriehoeksverhouding in Song to Song wil vertellen, is dat het voor ieder mens belangrijk is om keuzes te maken in het leven. In hoeverre die keuzes vanuit de persoon zelf zijn gemaakt, is dan uiteraard de logische vervolgvraag. Zo leidt muziekproducent Cook een losbandig (seks)leven met veel verschillende vrouwen, maar heeft de bescheiden Faye de pijlen in haar liefdesleven uiteindelijk gericht op slechts één jonge muzikant. Moeilijk is het dus niet om die kluit aan menselijke eigenaardigheden en onvervulde verlangens te ontwarren.

Grootste pluspunt is het camerawerk van Emmanuel Lubezki (die ook meewerkte aan de voorgaande vier films van Terrence Malick). Geen moment staat het beeld stil. Constant dartelt en danst de camera om de personages heen, waarbij steeds wordt afgewisseld tussen warme close-ups en afstandelijke totaalshots. En op het moment dat de personages even wat ademruimte nodig lijken te hebben, zoekt Lubezki de schoonheid in de kleine dingen, zoals in architectuur- en natuuropnames. Niets nieuws onder de zon (kabbelend water en stenen wenteltrappen zijn zowat vaste prik in Malick-films), maar het is zeker mooi gefilmd.

De vraag is waarom zo veel acteurs warmlopen voor een samenwerking met Malick. Meerdere malen heeft de regisseur getoond dat hij bereid is om het potentieel van de acteurs op te offeren voor zijn eigenzinnige filmstijl. Zo haalde geen enkele scène van Christian Bale ditmaal het eindproduct. Grote namen als Ryan Gosling, Rooney Mara, Michael Fassbender en Cate Blanchett maken daarentegen wel hun opwachting. Hun performances zijn van een prima niveau, maar je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat het hier gewoon om een speels improvisatie-uitje gaat. Voor de acteurs is het ongetwijfeld een verademing om eens even losjes voor de camera te mogen bewegen. Maar van al dat innige geknuffel, gestreel over ledematen en gekietel met grassprietjes krijg je al na een kwartier spontaan de kriebels.