Recensie

Wonder Wheel (2017)

Zielloos niemendalletje van Woody Allen. Hij maakt het heel bont door je een hekel te laten krijgen aan Kate Winslet.

in Recensies
Leestijd: 2 min 40 sec
Regie: Woody Allen | Cast: Kate Winslet (Ginny), Justin Timberlake (Mickey), Jim Belushi (Humpty), Juno Temple (Carolina), e.a. | Speelduur: 101 minuten | Jaar: 2017

Woody Allen is onlosmakelijk verbonden aan New York. Na wat uitstapjes naar andere, voornamelijk Europese locaties speelt zijn nieuwste drama zich weer af in The Big Apple. Op Coney Island om precies te zijn. Het is de wijk aan de kust van Brooklyn dat sinds jaar en dag bekend staat om de kermisattracties. Maar bij Wonder Wheel kom je van een koude kermis thuis.

Allen trok wederom een vooraanstaande cast aan. Naast hoofdrolspelers Kate Winslet en Justin Timberlake, vullen Jim Belushi en Juno Temple de voornaamste rollen in. Winslets Ginny is altijd chagrijnig, eeuwig klagend en loopt voortdurend rond met migraine. Ze is een serveerster in een tent op Coney Island en getrouwd met draaimolenexploitant Humpty. Hij is een goedzak die het liefst een hengeltje uitgooit ter ontspanning.

Ginny en Humpty leiden een vreedzaam maar druk leven. Thuis krijgen ze ook weinig rust want ze wonen in een krakkemikkig houten huisje pal naast de hectiek van het reuzenrad. Dan staat op een dag Humpty's dochter Carolina voor de deur. Ze heeft door ruzie haar vader jaren niet gezien en is op de vlucht voor een foute man. Terwijl Carolina onderduikt op de kermis, legt Ginny het aan met badmeester Mickey.

Je moet het toch wel heel extreem gemaakt hebben om afschuw te ontwikkelen voor Kate Winslet, maar Allen krijgt het voor elkaar. Hij heeft voor haar een personage verzonnen dat je werkelijk niets gunt. In dat opzicht levert ook de Britse actrice topwerk af. Ze vertolkt het zanikende personage dusdanig irritant, dat je subiet een hartgrondige hekel aan haar krijgt.

Wonder Wheel is lichtvoetig van opzet en heeft nog het meest weg van een overdreven sentimentele en weerzinwekkend melodramatische soap zoals ze in Zuid-Amerika maken. Ginny datet met Mickey achter de rug om van Humpty, maar de strandwacht wil zich niet binden en weet eigenlijk ook niet wat hij met zijn leven wil aanvangen. Dan komt Caroline ook nog eens de hoek omlopen en vangt de aandacht van Mickey.

Het resultaat is een haast kluchtige verhandeling die bol staat van de misverstanden en miscommunicaties. Het is vervolgens gemakkelijk invullen dat dit alles nooit goed kan gaan. Naast de hoge mate van voorspelbaarheid en creatieve armoe die Allen hier tentoonspreidt, kun je de bejaarde bebrilde filmmaker nog het meest verwijten maken over de invulling van zijn personages.

Ginny is chronisch ontevreden, een stresskip en gewoon een zeikwijf, Carolina is de hittepetit, Humpty de sussende lobbes die kennelijk veel aan Ginny heeft te danken en Mickey een plastic Justin Timberlake die zijn tijd vult met afgezaagd proza. Maar ook de verteltechniek die Allen hanteert is onhandig. Mickey is eerst nog de voice-over die het leven aan het strand beziet, maar wordt later een volwaardig personage.

Door de archetypische invulling van de vier grote rollen lukt het Allen maar niet om echt sympathie voor de personages op te brengen. Des te schrijnender is het dat aan het eind van de rit niemand echt opgeschoten is met zijn of haar leven. Wonder Wheel laat Allen op een slecht moment zien en is in zijn omvangrijke oeuvre totaal verwaarloosbaar.