Thunder Road
Recensie

Thunder Road (2018)

Ook politieagenten huilen weleens.

in Recensies
Leestijd: 3 min 8 sec
Regie: Jim Cummings| Cast: Jim Cummings (Officer Jim Arnaud), Kendal Farr (Crystal Arnaud), Nican Robinson (Officer Nate Lewis), e.a. | Speelduur: 92 minuten | Jaar: 2018

Een orgel speelt enkele zachtmoedige tonen. De kleine kerk heeft zich gevuld met aanwezigen. Links een rij houten banken, rechts een rij houten banken. Daartussenin de kist. Een spreker wordt naar voren geroepen, hij is politieagent en zoon van een gestorven moeder. Hij gaat staan en wij nemen plaats. Met zijn handen in zijn zij begint de in uniform geklede man overtuigend aan zijn speech. Over zijn moeder, zijn familie, en uiteindelijk over zichzelf. Zonder dat hij het wil (of misschien ook weer wel?) luistert hij naar zijn eigen verhaal. Al zijn ingewikkelde emoties stromen het kleine kerkzaaltje in. En dat allemaal, minutenlang, in één shot.

Zo begint acteur, regisseur, schrijver - en wat wel nog niet meer - Jim Cummings Thunder Road. Als kind van een doe-het-zelfgeneratie maakte hij jarenlang de ene korte film na de andere volgens eigen procedé. Niet alleen het internet, maar ook internationale filmfestivals zijn dol op de tintelende humor die de scherpzinnige Amerikaan teweegbrengt. Zijn gelijknamige korte film uit 2016, die zich enkel beperkte tot deze begrafenisscène, leverde hem een Short Film Grand Jury Prize op tijdens het Sundance Film Festival van dat jaar.

Een blijk van waardering voor de verdiensten van Cummings. Jarenlang ploeterde hij (voor en achter de schermen) aan zijn korte films, de een nog gewiekster dan de ander. Het kon ook niet anders dan dat deze vroeg of laat zouden worden opgemerkt. Ondanks de geringe looptijd van zijn films weet Cummings zijn punt altijd te maken. Of het nu in tien minuten moet of in twee, hij doet wat nodig is ondanks de financiële en creatieve druk waaronder makers van korte films vaak staan. Des te verdienstelijker dat Cummings' talent wordt opgepikt en daarom aan een groter publiek wordt tentoongesteld.

Met Thunder Road gaat Cummings verder waar hij in 2016 gebleven was: bij die - inmiddels - legendarische begrafenis waarbij je niet meer weet of je mag lachen of niet. Cummings speelt die speechende politieagent zelf en doet dit voortreffelijk. Met zijn perfecte snor, fijngeknipte haartjes en stijve kop oogt hij een beetje simpel, maar nog steeds autoritair. Als hij na de dood van zijn moeder, en na de scheiding van zijn vrouw, zijn leven weer fatsoenlijk op de rit wil krijgen komt hij tot de conclusie dat die opdracht soms gewoon verdomde lastig kan zijn. Ondertussen moet zijn kind een fatsoenlijke vader hebben en moet misdaad nog steeds bestreden worden.

Maar ook híj huilt weleens. En ook hij is weleens boos wanneer je niet boos zou mogen zijn en schreeuwt wanneer je eigenlijk niet zou mogen schreeuwen. Ook een politieagent overschrijdt wel eens de regels, niet zozeer die van de wet, maar de sociale. Ook politiemannen, hoe stoer en heldhaftig ook, hebben het weleens zwaar. Achter die strenge uniformen schuilen ook een heleboel tegengestelde emoties die hun kookpunt soms bereiken. Die tweestrijd, tussen hard en zacht en tussen beroep en privé, krijgt in een langspeelfilm als deze gelukkig ruim de tijd om te landen.

In een paar saillante, onafgebroken scènes weet Cummings deze worstelingen, in verhaal en in karakter, te paren tot hoogwaardig theater in zijn film. Fantastische, wrange en ongemakkelijke taferelen worden op memorabele wijze uitgespeeld door de met zichzelf verwikkelde politieagent Jim Arnaud. En nee, niet ieder narratief in Cummings' film is even pakkend of kostelijk uitgewerkt, maar de zachte persona van officier Jim wint uiteindelijk van al deze kleinigheden. Met zijn hardop denkende eerlijkheid en zijn eindeloze verontschuldigingen tegen de wereld, inclusief hemzelf, is hij de absolute troef van de film. Met al zijn goede bedoelingen is hij de komische antiheld die je ontroert en laat lachen tegelijk.