The Irishman
Recensie

The Irishman (2019)

Een meeslepend maffia-epos met Robert De Niro en Al Pacino, die ook nog even een digitale verjongingskuur ondergaan.

in Recensies
Leestijd: 3 min 53 sec
Regie: Martin Scorsese | Cast: Robert De Niro (Frank Sheeran), Al Pacino (Jimmy Hoffa), Joe Pesci (Russell Bufalino), Bobby Cannavale (Felix DiTullio), Anna Paquin (Peggy Sheeran), Harvey Keitel (Angelo Bruno), Ray Romano (Bill Bufalino), e.a.| Speelduur: 209 minuten | Jaar: 2018

Martin Scorsese trekt drieënhalf uur uit om het levensverhaal van maffia- en vakbondsman Frank Sheeran, bijgenaamd The Irishman, uit de doeken te doen. Ondanks de wat episodische aanpak van actie, tegenactie, thematiek en vergelding vliegt de tijd voorbij. Zelfs de lange en problematische productiehel heeft niet in de weg gestaan van een minutieus gedetailleerd en episch relaas dat de maffiawereld aan de oostkust van de Verenigde Staten documenteert. Laat je dus niet ontmoedigen, maar eerder aanmoedigen door de speelduur.

In zijn prachtig gefotografeerde waargebeurde vertelling maken Scorsese en zijn scenarist Steven Zaillian gebruik van een complexe, maar naturelle dubbele raamvertelling waarin Sheeran de bevriende maffioso Russell Bufalino (met Joe Pesci nog een grote naam) naar Detroit moet chauffeuren. Tijdens de vele rookpauzes van twee aanwezige dames blikt Scorsese terug op Sheerans loopbaan bij Bufalino's familie. Dit geheel is weer gegoten in de vertelling van een hoogbejaarde Sheeran die in het verzorgingstehuis tegen een onzichtbare interviewer terugkijkt op het verleden.

Centraal, maar pas later ingevoegd in het verhaal staat de betrokkenheid van Sheeran bij de dood van de criminele vakbondsbaas Hoffa, die banden met de maffia onderhield. Of Sheeran er daadwerkelijk wat mee te maken heeft gehad blijft in mysterie gehuld, maar als we het boek I Heard You Paint Houses van oud-politie- en justitieman Charles Brandt moeten geloven stond dit buiten kijf. Wat eraan voorafging is een uitvoerige uiteenzetting van Sheerans schreden op het criminele vlak.

Na de oorlog was hij truckchauffeur voor een vleesbedrijf en kwam na een defecte vrachtwagen bij toeval in contact met de charismatische maar criminele Bufalino. Al snel werd de Ier de vaste vleesverschaffer voor de maffioso met wie Bufalino omging. Wat volgde is het eerste klusje en dat ging uiteindelijk van kwaad tot erger. Sheeran werd een vertrouweling van de familie en zijn handen werden steeds vuiler. Hoe hij het uiteindelijk tot nota bene een vakbondsbons schopte moet de kijker zelf maar ervaren, al is het maar omdat het illustreert hoe Scorsese de meest vergaande ontwikkelingen op uiterst natuurlijk wijze voor het voetlicht weet te brengen.

Wat The Irishman gemeen heeft met de vele kwalitatief hoogstaande genregenoten (waarbij Scorsese zelf ook een flinke duit in het zakje heeft gedaan) is de uiterst geraffineerde wijze waarop het criminele milieu geportretteerd wordt. De hechte familiebanden prevaleren, maar op verraad staat de doodstraf. Er geldt een ongeschreven rangorde en Sheeran weet langzaam maar zeker door zijn trouwe inborst omhoog te klimmen. Scorsese en Zallian hoppen van klus naar klus en omspannen hiermee enkele decennia. Bekende kost, maar het beklijft door de vele onderliggende thema's. Ondanks zijn gruwelijke daden - het schilderen van het huis waar de titels van Brandts boek naar verwijst slaat op de bloedspatten op de muren die Sheeran achterlaat - blijft De Niro's titelfiguur een innemende persoonlijkheid.

Juist deze duale aanpak waarbij een charmant voorkomen wordt gecombineerd met nietsontziend geweld maakt van The Irishman een meedogenloze maar uiterst complexe karakterstudie. Sheeran heeft duidelijk twee gezichten en dan hebben we het nog niet eens over de wat gekunstelde digitale verjongingskuur van de terugblikken die De Niro eruit doen zien als wijlen Robin Williams. Ook Pesci en Pacino mogen hieraan geloven. Aan de laatste de eer om met de meeste komische oneliners aan de haal te gaan. Pacino is als de gelikte vakbondsleider Jimmy Hoffa de ster van de show. Hij zorgt voor de broodnodige komische noot in de brute geweldsgolven.

De wat twijfelachtige pogingen om gerenommeerde acteurs er jonger uit te laten zien, betalen zich uit door het degelijke acteerspel. Scorsese speelt scènes uit en blijft weg van de moderne snelle montages die we tegenwoordig gewend zijn. Dit komt ook omdat de afrekeningen en afpersingen die we te zien zijn slechts een middel zijn om de aard van de betrokkenen te demonstreren, daar waar soortgelijke producties het tot de hoofdmoot hebben gemaakt.

Dat Joe Pesci achter de geraniums vandaan is gekomen om toch weer een grote rol op zich te nemen is een godsgeschenk. Hij speelt een spin in het web van een ingewikkelde en intrigerende en uiterst politieke organisatie maar plaatst zich desondanks niet op de voorgrond. Vaak is hij de aangever voor De Niro. Zonder plaspauze is The Irishman nog steeds een flinke zit, maar we zien hier een filmmaker en een cast aan het werk die hun sporen ruimschoots verdiend hebben. Zij kunnen en mogen zich alle vrijheid permitteren om een verhaal tot in de puntjes uit te werken.