Spionnengeheimen
Recensie

Spionnengeheimen (2019)

Rechttoe-rechtaan animatieavontuur over een geheim agent die in een duif verandert, zal vooral een jong publiek kunnen bekoren.

in Recensies
Leestijd: 3 min
Regie: Nick Bruno en Troy Quane | Cast (stemmen): John Williams (Lance), Buddy Vedder (Walter Beckett), Défano Holwijn (Bewaker), e.a. | Speelduur: 101 minuten | Jaar: 2019

Er hangt een zweem van romantiek en spanning rondom het beroep van spion. James Bond heeft hier natuurlijk flink aan bijgedragen. Maar een geheim agent is niets zonder zijn technische snufjes. Waar Bond de beschikking had over de inventieve en creatieve Q, moet Lance Sterling, Amerika's hoop in penibele situaties, het doen met een suffe wetenschapper die als kind er al flink op los experimenteerde. Dit soms tot wanhoop van zijn moeder, een montere politieagente die haar zoon alleen opvoedde.

Het jongetje dat nu een volwassen man is maar nog even onbeholpen, luistert naar de naam Walter Beckett. Hij is de technisch assistent van 's werelds beste en populairste spion. Deze Lance Sterling is met zijn coole zwoele blik en lange dunne benen een ware superheld. De vrouwen vallen in katzwijm als hij het gebouw binnen komt lopen en de mannen willen met hem op de foto en/of hem zijn. Maar zelfs Lance is niet veilig voor de driften en proefjes van Walter.

De wetenschapper krijgt het namelijk voor elkaar om hem te veranderen in een duif, juist nadat de spion na een mislukte missie de laan uitgestuurd is. En laat Lance nou ook nog eens een enorme hekel aan onze gevleugelde vrienden hebben. Zie in die hoedanigheid maar eens de wereld te verlossen van een hightechverslaafde fanaat die uit is op werelddominantie. Gaandeweg komt het duo Walter en Lance er ook achter dat de vermomming van Lance zo zijn voordelen heeft.

De animatiefilm Spionnengeheimen (originele titel: Spies in Disguise), is gebaseerd op het korte animatieavontuur Pigeon: Impossible en vormt het regiedebuut van Nick Bruno en Troy Quane. Afzonderlijk werkten de heren als animatoren van andere Blue Sky-producties zoals Ice Age en Rio, maar ook aan animatiefilms van Disney. Ze fêteren ons op een redelijk voorspelbaar avontuur waarbij de voornaamste troef, een tot duif getransformeerde geheim agent, teleurstellend snel is uitgewerkt.

De mogelijkheden van een kleine duif die lekker babbelt, maar verder niet zo veel kanten op kan, blijken redelijk beperkt. Zijn uiterlijk als vogel is natuurlijk bedoeld om het contrast aan te stippen met de gesjeesde gelikte man in driedelig pak die hij ooit was. Om de missie tot een succesvol einde te brengen heeft Lance de hulp nodig van Walter en laat deze laatste nou juist totaal geen held zijn. Het leidt tot chaotische achtervolgingen en veel gestuntel, waarbij ook nog eens een groepje sidekicks in de vorm van nog meer duiven ten tonele wordt gevoerd.

Dat er niet eindeloos veel variaties op het spion-wordt-duif-thema te bedenken zijn moeten de schrijvers ook hebben ingezien. Haast met zichtbaar opgeheven handen geven ze hun belangrijkste plotelement weer net zo makkelijk op als ze het hebben opgevoerd. Het punt dat de nerd en de held een prima team volgen is immers dan toch al wel gemaakt. Maar helemaal lekker voelt het niet dat er een vergaande transformatie nodig is om tot dit inzicht te komen.

Voor jonge kijkertjes valt er genoeg te beleven, maar het blijft een gevalletje dertien in een dozijn. De figuurtjes hebben weinig eigen smoel (wanneer stoppen ze nou eens met het generieke uiterlijk van grote hoofden met grote ogen?) en het plot is voornamelijk een leidraad voor vermakelijke maar weinig verheffende actiemomenten en grapjes. De film wordt begrijpelijkerwijs alleen in de Nederlandse versie uitgebracht. Will Smith en Tom Holland houden zich weliswaar goed staande in de originele versie, maar een oudere doelgroep loopt waarschijnlijk onvoldoende warm voor deze weinig opzienbarende middenmoter.