Recensie

Blue Story (2019)

Rivaliserende jeugdbendes staan elkaar naar het leven in dit indringende maar tevens vlakke speelfilmdebuut.

in Recensies
Leestijd: 3 min 46 sec
Regie: Rapman |Scenario: Rapman | Cast: Steven Odubola (Timmy), Michael Ward (Marco), Khali Best (Killy), Karla-Simone Spence (Leah), Eric Kofi-Abrefa (Switcher), Kadeem Ramsay (Kadeem), e.a. | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2019

Als je bent opgegroeid in wat bij ons eufemistisch een 'prachtwijk' heet, dan zul je het niet ver schoppen. Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje, zo denken velen. Wanneer scholier Timmy voor het eerste de prachtige zangstem van zijn vriendinnetje hoort merkt hij op dat ze zangeres moet worden. "Geen enkele zangeres komt uit Peckham", luidt het antwoord. "Dan ben jij de eerste", corrigeert Timmy haar. "John Boyega komt ook uit Peckham en kijk naar hem; hij zit nu in Star Wars."

Dat het uit kan maken uit welk deel van de stad (of zelfs uit welke straat) je komt, blijkt wel uit de intense benderivaliteit die in de Londense buurt Peckham heerst. Dit zijn geen lieve jongens die het houden bij wat stoerdoenerij of bedreigingen. Ze lopen met messen en pistolen op zak en een aanvaring tussen de twee bendes kan fatale gevolgen hebben. Timmy probeert zich hierbuiten te houden, maar wordt erin meegezogen wanneer het lot anders beslist. Zijn beste vriend Marco kijkt op tegen zijn grotere broer die naar eigen zeggen over de straten heerst. De twee besties komen lijnrecht tegenover te staan.

Blue Story is het speelfilmdebuut van rapper, regisseur en schrijver Andrew Onwubolu, die zich de artiestennaam Rapman heeft aangemeten. De maker groeide op in de wijk Deptford in het zuidoosten van de Britse hoofdstad, waar ook sprake is van een bendecultuur. Hij maakte furore op YouTube met zijn korte films over soortgelijke thema's. Rapman besloot de verschillende fases in de levens en vriendschap van Timmy en Marco aaneen te rijgen met rapnummers, waarbij hij zelf in beeld verschijnt. Een ietwat gekunstelde vorm die waarschijnlijk bedoeld is om jongeren warm te laten lopen voor dit deels autobiografische verhaal, ook al heeft de maker zelf nooit in een bende gezeten. Deze stijl voelt als mosterd na de maaltijd en mist daarmee zijn doel.

Met snelle, soms wat onaffe pennenstreken schetst Rapman een ontluisterend beeld van de bendecultuur in Peckham. Vriendschap en loyaliteit kunnen onder druk komen te staan door een verkeerde opmerking, haantjesgedrag of een impulsieve actie. De ouders zijn grotendeels afwezig of hebben totaal geen invloed op wat hun kroost uitspookt en aanricht. Afgezien van de bendeleden zijn de straten opvallend leeg, waarschijnlijk ingegeven door angst om slachtoffer te worden van het gewelddadige treffen. De berichten over de vele slachtoffers die de rivaliteit van de bendes voorbrengt zorgen niet voor bezinning of zelfreflectie. Ze lokken alleen maar meer actie en tegenreactie uit, waarbij de gemoederen en het aantal slachtoffers steeds hoger oplopen.

Stuitend is hoe de aanvaringen van de groepen op klaarlichte dag kunnen plaatsvinden in normaal ogende woonbuurten. In het Verenigd Koninkrijk baarde Blue Story een mix van lof en ophef, maar de film laat ons laaglanders eveneens met een dubbel gevoel achter, zij het een van geheel andere orde. De filmmaker weet ons namelijk niet mee te krijgen in de achtergronden van al het geweld. Wat heeft gezorgd voor deze vijandige houding? Hoe nauw luistert het dat je uit net een ander stuk van de wijk komt en waardoor worden deze verschillen veroorzaakt? Zijn deze jongeren überhaupt te corrigeren en wat stellen de lokale autoriteiten in het werk om het oplaaiende geweld te sussen? Wat is de exacte rol van de sociale media die mondjesmaat wordt aangestipt in de profileringsdrang en ego-afkadering van de jongeren?

Rapman roept zeker net zo veel vragen op als hij mogelijkerwijs kan beantwoorden. Met meer kaders en duiding was zijn portret van de bendecultuur in een Londense buitenwijk een stuk krachtiger geweest. Het zijn nu de negatieve emoties die overheersen. Pogingen om de intimiteit op te zoeken, op zowel romantisch als vriendschappelijk gebied worden in de kiem gesmoord door het verloop van het plot. Wat begint als een sympathiek relaas over twee vrienden die bezig zijn met meisjes versieren en hun identiteit vinden, mondt met horten en stoten uit in een afstandelijke schets van een subcultuur waarin gewelddadige incidenten al het achterliggende naar de achtergrond drukken.

Als innerlijk gevoel en uiterlijk vertoon beter op elkaar waren aangesloten, dan had Blue Story een immense impact kunnen hebben in het verbeelden en begrijpen van de jeugdcultuur. In zijn huidige vorm laat de film zich te veel leiden door stoerheid en trots. Een wedstrijdje ver plassen in plaats van een diepere kijk in de gevoelswereld van bendeleden.



Lees ook het interview met regisseur Rapman.