Recensie

Sons of Denmark (2019)

Soms is een harde toon nodig. Deze terrorismethriller gaat voor puntige provocatie, en misschien iets te effectief.

in Recensies
Leestijd: 2 min 57 sec
Regie: Ulaa Salim | Scenario: Ulaa Salim | Cast: Zaki Youssef (Ali), Mohammed Ismail Mohammed (Zakaria), Imad Abul-Foul (Hassan), Rasmus Bjerg (Martin Nordahl), Asil Mohamad Habib (Zakaria's moeder), Özlem Saglanmak (Mariam), Morten Holst (Tobias), e.a. | Speelduur: 123 minuten | Jaar: 2019

Als de Deense nationalisten je film gevaarlijk noemen, heb je toch een prachtige aanprijzing te pakken. Regisseur Ulaa Salim pulkt diep in de hedendaagse problematiek van zijn eigen land - en van de rest van Europa - waarbinnen verhoudingen tussen nationalisten en inwoners van een niet-westerse achtergrond steeds meer op scherp staan. Sons of Denmark is een eigentijdse politiek geëngageerde thriller, die vooral van je vraagt om mee te leven met een sterk gemarginaliseerde groep. Dit is hun verhaal, maar juist daarom ook van ons allemaal.

"Dit gaat niet om Allah", zegt Zakaria, een terrorist in de dop. Hij signaleert dat niemand in Denemarken iets geeft om het menselijk leed dat zich voltrekt in Irak en Syrië, maar dat meteen de pleuris uitbreekt als er ook maar één Deen sterft. Niemand lijkt zich te bekommeren om zijn gemeenschap. En dus sluit hij zich aan bij Hassan, die hem oproept om een vuist te maken tegen de Deense nationalisten die afgehakte varkenskoppen op hun drempels leggen. Ook hun symbool, de steeds populairder wordende nationalistische politicus Martin Nordahl, moet eens aangepakt worden. Na een training van Hassans rechterhand Ali trekt Zakaria naar het huis van Nordahl.

En dan slaat het hele verhaal om. Sons of Denmark slaagt behoorlijk goed in de wisseltruc, waarbij verhaalelementen die eerst heel belangrijk lijken naar de achtergrond verdwijnen. Regisseur Ulaa Salim komt met deze ambitieuze opzet weg, doordat de nieuwe weg zijn eigen nieuwe dramatische diepgang heeft en doordat hij er geen doekjes om windt. De Deense samenleving kent blijkbaar meer dan genoeg paranoia om meerdere verhalen met elkaar te verweven. Maar verdwenen stukjes plot blijken voor het einde toch weer belangrijker. En de conclusie is even bot als onvermijdelijk.

De zonen van Denemarken uit de titel zijn nooit helemaal duidelijk in beeld. Ze vormen een groep extreemrechtse nationalisten die als een dreigende factor alsmaar op de achtergrond blijven lurken. En daardoor geeft het te denken dat deze titel ook met een gevoel voor ironie is gekozen. Want wat maakt deze terroristische relschoppers de enige kinderen van Denemarken? De Denen die kind zijn van immigranten, of gevlucht uit het Midden-Oosten vanwege oorlogen, verdienen toch net zo goed de zorg van hun natie?

Dit gegeven schept echter ook duidelijk een film, die weinig harten zal winnen aan de overkant van het politieke spectrum van waaruit deze film gemaakt is. Sons of Denmark zal waarschijnlijk gedoemd zijn om te preken voor eigen kerk. Het is voelbaar dat dit eigenlijk niet per se de opzet was om dit verhaal te vertellen. Daar is alleen al Zakaria een veel te sympathieke jongen voor, iemand met wie je kunt empathiseren, terwijl hij kiest voor buitensporig geweld. Het is te begrijpen hoe hij tot het uiterste wordt gedreven. Allicht vinden Deense nationalisten dat gevaarlijke materie.

Aan de manier waarop de politicus Nordahl alleen maar hardheid als antwoord biedt - oftewel vuur met vuur bestrijdt - maakt de film zich zelf misschien ook een beetje schuldig. De film provoceert en stoot een deel van het beoogde publiek af. Waarschijnlijk al voordat ze kennis hebben genomen van de puntige inhoud. Die achilleshiel drukt op het geheel. Hopelijk kan Sons of Denmark toch een beter debat aanwakkeren. Sowieso is de film meer dan kundig gemaakt, en maakt die benieuwd welke verhalen regisseur Ulaa Salim nog meer wil vertellen in de toekomst.