The Quiet Girl
Recensie

The Quiet Girl (2022)

Aandachtig, gevoelig coming-of-ageverhaal over de belevingswereld van een klein meisje uit een groot gezin.

in Recensies
Leestijd: 3 min 41 sec
Regie: Colm Bairéad| Scenario: Colm Bairéad| Cast: Catherine Clinch (Cáit), Carrie Crowley (Eibhlín Cinnsealach), Andrew Bennett (Seán Cinnsealach) e.a. | Speelduur: 95 minuten | Jaar: 2022

Met tact en gevoel verbeeldt het Ierse drama The Quiet Girl de belevingswereld van een verlegen negenjarig meisje. Aan niets is te zien dat regisseur Colm Bairéad met dit bescheiden, maar betekenisvolle coming-of-ageverhaal pas zijn eerste serieuze speelfilm aflevert.

De schuchtere Caít is een van de jongste telgen van een gezin dat je niet op één hand kunt tellen, en het einde is voorlopig nog niet in zicht: als de film begint, is haar moeder weer zwanger, en haar vader blijkt zijn kinderen niet de zorg te bieden die je van hem mag verwachten. Met de zomervakantie voor de deur wordt de verantwoordelijkheid voor Cáit uitbesteed: ze kan terecht bij een verre nicht en haar echtgenoot, die het meisje alle tijd en gelegenheid geven om zich te ontplooien en langzaam uit haar schulp te kruipen.

Het kost tijd om je ergens thuis te voelen, en het omarmen van de nieuwe situatie kost niet alleen Cáit moeite: op subtiele, maar niet mis te verstane wijze maakt Bairéad (die ook het scenario voor zijn rekening nam) duidelijk dat Eibhlín en Sean een verdrietig verleden meedragen. Op de boerderij waar Cáit tijdelijk mag wonen, vallen de herinneringen van vroeger samen met troostende interacties tussen het kind en haar 'tweede moeder'. De verborgen hoofdrolspeler is het huis, dat zowel leegte als warmte uitstraalt.

Tijdens een nagesprek op het filmfestival van Gent vertelde Bairéad hoe hij de idyllische filmlocatie (boerderij, erf en bomen) op het spoor was gekomen. Zijn partner (en producente van The Quiet Girl), Cleona Ní Chrualaoí, zocht op Google Earth naar afgelegen boerderijen die enigszins in het gewenste profiel pasten. Op goed geluk reden de makers naar een locatie in het graafschap Meath (vlakbij Dublin), en vonden er in feite de perfecte filmset. Hoewel Foster, het bewerkte verhaal van Claire Keegan, zich afspeelt in 1981, had de gevonden boerderij ook zomaar voor de jaren vijftig kunnen doorgaan.

In de nooit gerenoveerde ruimtes ademt alles krapte en schaarste: van de geblokte keuken gaat het naar Cáits op maat gemaakte slaapkamer, en in de stallen en schuren is de sfeer kil en de verf afgebladderd. Het benauwde beeldformaat (een bijna vierkant 4:3-kader) versterkt het contrast tussen het bestaan binnen de muren en de bosgroene buitenscènes, en tóch gaat de boerderij nooit aanvoelen als een gevangenis.

"Het gaat niet alleen om de plek, maar ook om de mensen die er wonen", drukt Bairéad zonder woorden uit. Keer op keer laat hij Cáit het symmetrische midden van het kader innemen, waardoor de nieuwsgierige ogen van het stille meisje boekdelen kunnen spreken: hoe klein haar wereld op het erf ook is, door de liefde van haar vervangende ouders bloeit ze langzaam op. Catherine Clinch speelt haar wonderrol met weinig woorden, haar lichaamstaal doet het echte werk.

Aangezien Bairéad zonder dit negenjarige natuurtalent niet eens een film had gehad, laat de waarde van de vele visuele details zich eenvoudig onderschatten. Zo past de keuze voor statische, lang aangehouden shots perfect bij Cáits bedeesde, observerende houding, maar deze stilistische aanpak was door de logistieke beperkingen van de belangrijkste filmlocatie helemaal geen vanzelfsprekendheid. "Laten we de camera maar in de hand nemen, dan missen we in ieder geval niets, is dan vaak de gedachte", zei cinematografe Kate McCullough in een interview. Zelfs in de auto (mini-uitvoering) wrong ze zich in bochten om met een vaste camera te kunnen opnemen.

Het resultaat is een aandachtig, gevoelig coming-of-ageportret van kinderlijke kwetsbaarheid, dat gelukkig geen al te grote trap nageeft richting het ouderlijk nest waar Cáit vandaan komt. De onvermijdelijke terugkeer naar huis, dat voor Cáit inmiddels niet meer als 'thuis' aanvoelt, had de kalme, niet veroordelende toon van de film kunnen verstoren. Het onderscheid tussen die twee begrippen krijgt in de slotakte inééns nadruk. Het komt er uiteindelijk op aan als kijkers de kernachtig gevatte thuissfeer onwillekeurig gaan vergelijken met de plek waar Cáit vandaan komt.

In de sentimentele slotbeelden zit zeker een boodschap verpakt, maar bij de meest rake uitingen van het meisje wordt niet met vingertjes gewezen. Daarvoor is de betrokken benadering van de makers te positief ingestoken: je maakt altijd een verschil door een kind een oprecht veilige haven te bieden.