Toen We van de Duitsers Verloren
Recensie

Toen We van de Duitsers Verloren (2023)

Herinner jij je nog de laatste dag dat je écht een onschuldig kind was?

in Recensies
Leestijd: 3 min 5 sec
Regie: Guido van Driel | Scenario: Bas Blokker en Guido van Driel | Cast: Rein Hoeke (Jonas), Kylian de Pagter (Daan), Nora Beckers (Catootje), Juda Goslinga (leerkracht), Peter Blok (vader van Daan), Sanne Vogel (moeder van Jonas), Susanne Wolff (moeder van Karsten), Zoë Nieuwenhuizen (Heleen), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2023

Daan krijgt nog geld van 'die Duitser'. Wanneer de twaalfjarige Jonas op een mooie zomervakantiedag in 1974 tegen een schuurtje geleund op de grond zit, daags na de verloren WK-finale tegen Duitsland, komt Daan aan hem vragen waar Karsten is. Met vakantie, toch? Jonas is schuchter en tekent vooral graag, Daan is een rauwdouwer die met een zelfgemaakt propjesgeweer op de rug door de straten banjert. Een opmerkelijk duo, dat een hele dag samen rondhangt en op zoek gaat naar Duitse klasgenoot Karsten.

Toen We van de Duitsers Verloren is al de derde speelfilm van striptekenaar Guido van Driel, en deze voelt het meest autobiografisch aan. In stijlvol zwart-wit volgen we twee prepuberale jongens die voor één dag vrienden zijn. Ze hangen rond, gaan naar het bandje van Daans broer kijken, vinden een antieke schaal voor Jonas' thuismuseumpje en gaan stiekem in blootblaadjes neuzen. Hun gegiechel verraadt dat ze eigenlijk nog net niet weten wat ze met prikkelende plaatjes aan moeten.

Behalve dit warme portret van zorgeloze jeugd, hangt er ook een tragische sluier over deze dag. Erger dan de verloren WK-finale, en vooral een stuk serieuzer: Catootje, het Jehova's Getuigen-meisje van de klas, is verdwenen. En tussen de pogingen om Karsten te vinden door, moet Jonas steeds denken aan die ene dag waarop hij met haar optrok. Op schoolreisje naar de botanische tuinen, waar ze hem vroeg om haar na te tekenen. Maar haar verdwijning is ook ongrijpbaar voor Jonas en Daan. Te groot. Dit houdt de hele buurt in een greep.

Van Driel weet behendig een toon aan te slaan, die luchtigheid en weemoed vermengt. Nostalgie hoeft namelijk niet puur een oefening van kritiekloze positiviteit te zijn. Jong zijn is ook moeilijk: niet weten wat je plek in de wereld is en hoe alles in elkaar steekt. En dat op een moment dat je later misschien wel identificeert als de laatste dag waarop je nog echt onschuldig was. De regisseur baseert de film op zijn eigen beeldroman uit 2002, die feit en fictie met elkaar vermengde. En het sentiment voelt levensecht.

Een verhaal als dit staat of valt bij de casting, en de kindacteurs maken deze film. Rein Hoeke en Kylian de Pagter maken geloofwaardig dat Daan en Jonas deze ene dag een band hebben, op een manier die je alleen voor elkaar krijgt met een combinatie van rauw talent en goede spelregie. En ook Nora Beckers is sterk gecast als Catootje. Ze maakt zich klein, maar laat toch een indruk achter. Je snapt dat Jonas een kinderlijke obsessie met haar heeft. En het is ook fijn om Sanne Vogel weer eens in een film te zien, als de warme en bezorgde ma van Jonas, en Peter Blok in een onberekenbare rol als Daans vader.

Uiteindelijk is het vooral de structuur van het verhaal die opzien baart. Toen We van de Duitsers Verloren laat zich het beste omschrijven als een jeugdige rondhangfilm, met een onverwachte en veelbetekenende wending op het einde. Want waarom is het nou net déze dag die Jonas zo enorm is bijgebleven? Zo erg is dat verloren WK toch niet? Het levert een slotakkoord op met een dreun, een eind dat waarschijnlijk makkelijker als de start van een verhaal had kunnen dienen.

Maar Guido van Driel laat je als kijker juist alleen achter, met een rauwe ontdekking en met je gedachten. En, prettig of niet, het is wel volstrekt uniek. En vooral ook erg gewaagd.