Sommige filmmakers danken hun roem aan het perfect nabootsen van een stijl uit het verleden. Denk aan Ti West die in The House of the Devil zorgvuldig de sfeer van jarenzeventighorror reconstrueerde. Voor veel filmliefhebbers is zo'n nostalgische vormoefening al voldoende: als het er maar uitziet zoals vroeger, is het al snel goed. The Surfer lijkt in eerste instantie ook voor zo'n publiek gemaakt. Maar hier gebeurt gelukkig net iets meer.
Een man wil het voormalige huis van zijn ouders aan de Australische kust kopen. Hij droomt ervan om elke dag te surfen met zijn zoon. Maar het strand blijkt in de greep van een terreurbende die beweert dat alleen de lokale bevolking er welkom is. De man raakt geobsedeerd door het conflict en stationeert zich letterlijk en figuurlijk aan het strand, waar hij langzaam zijn bezittingen én zijn verstand begint te verliezen.
Het hoofdpersonage wordt nooit bij naam genoemd. Op de aftiteling staat simpelweg 'The Surfer'. Hij is niet de enige: ook andere personages dragen beschrijvende namen, zoals The Bum, The Kid en The Barista. Soms is het cool en functioneel om hoofdpersonages naamloos te houden, maar in The Surfer mislukt deze truc, wat past bij het stuurloze scenario.
Aanvankelijk lijkt het thema te draaien om de worsteling met modernisering en vergankelijkheid: de man van middelbare leeftijd keert terug naar een plek uit zijn jeugd en ontdekt dat alles drastisch veranderd is. Alledaagse zaken zoals mobiel betalen worden nadrukkelijk in beeld gebracht. Maar dan verschuift het thema plotseling naar toxische masculiniteit. En even later naar identiteitsverlies en mentale instorting. En daar blijft het niet bij.
Het scenario van Thomas Martin lijkt vooral bedoeld om ruim anderhalf uur onderhoudend vertier te bieden. Wat dat betreft had hij geluk met de casting van Nicolas Cage. Deze slaat dit keer niet volledig door, maar stort zich wel met volledige overgave op zijn rol en weet hij de aandacht vast te houden.
Toch zal The Surfer voor veel kijkers geen prettige ervaring zijn. De hoofdpersoon raakt verstrikt in een reeks negatieve gebeurtenissen die zich maar blijven opstapelen. Er is nauwelijks ruimte om op adem te komen, de ellende gaat maar door. De gemiddelde kijker zal zich bovendien moeilijk kunnen identificeren met het hoofdpersonage, of zich afvragen: waarom gaat hij niet gewoon weg?
Cage is niet de enige die goed op dreef is. Julian McMahon (Fantastic Four, Nip/Tuck) vertolkt de slechterik met een ijzingwekkende balans tussen charme en vijandigheid. Hij is een overtuigende sekteleider; het is volkomen aannemelijk dat hij volgers aan zich weet te binden.
The Surfer is een hommage aan lowbudgetfilms uit de jaren zeventig, en is grotendeels in die stijl gefilmd. Het lijkt vooral voort te komen uit een persoonlijke voorliefde van regisseur Lorcan Finnegan voor dat tijdperk. Visueel pakt dat goed uit, en het retro-uiterlijk fungeert meteen als excuus wanneer het verhaal weer omslaat en trippy wordt.
Deze film zal vooral in de smaak vallen bij liefhebbers van gestileerde kopieën van films uit vervlogen tijden. De strakke uitvoering maakt het makkelijker om de inhoudelijke onvolkomenheden en het gebrek aan een thematische kern door de vingers te zien. Maar wie zich afvraagt waar de film nou eigenlijk over gaat, zal vermoedelijk concluderen dat de makers het zelf ook niet precies weten.