Long Day's Journey Into Night
Recensie

Long Day's Journey Into Night (2018)

Sfeervol, dromerig meesterwerk dat in 3D moet gezien worden als het even kan.

in Recensies
Leestijd: 3 min 42 sec
Regie: Bi Gan | Cast: Huang Jue (Luo Hongwu), Tang Wei (Wan Qiwen/Kaizhen), Sylvia Chang (Wildcat's Moeder/Vrouw met Rood Haar), e.a. | Speelduur: 140 minuten | Jaar: 2018

Rook stijgt op langs het hoofd van Luo Hongwu, recht van achteren gefilmd. De nevel dwarrelt langzaam het beeld uit, terwijl Luo rookt en luistert. Even later zien we zijn gezicht, nu frontaal in beeld. Op de muur achter hem stroomt water naar beneden, van de regen of de eeuwigheid. In deze ene scène betoont filmmaker Bi Gan eer aan de nevelige stijl van Wong Kar-Wai en de eindeloze natheid van Tsai Ming-Liang. Desalniettemin is Long Day's Journey Into Night op-en-top Bi Gan, een prachtige droom helemaal van zijn hand.

Deze scène is zelfs een van de minder gestileerde sequenties in de film, die in de eerste helft bestaat uit de ene na de andere sfeervolle scène - droomachtig in structuur en stemming. Maar dan volgt de tweede helft: een uur lange droomsequentie, in één shot én in 3D gefilmd. De heropleving van 3D deze eeuw is vooral een trucje gebleken om het betalende publiek geld uit de zak uit te kloppen. Slechts een handvol filmmakers hebben iets interessants gedaan met de technologie. Bi Gan mag zichzelf met zijn gewaagde stijlkeuze toevoegen aan dat lijstje.

Bi Gan gebruikt 3D en het lang aangehouden beeld waarvoor ze bedoeld zijn: voor de volledige immersie van de kijker in wat mogelijk een droom is, of misschien zelfs iets heel anders. Een onderdompeling die zowel 3D als lang aangehouden shots vaak beloven maar zelden zo compleet leveren. Bi Gan neemt de kijker én protagonist Luo mee op een bijzondere reis, die deels zo goed werkt omdat deze reis eigenlijk al sinds het begin van de film was begonnen. In de eerste helft zoekt Luo naar een geliefde uit zijn verleden, gespeeld door de fantastische Tang Wei (Lust Caution, Blackhat).

Zijn zoektocht wordt op een elliptische manier verteld. Het heden en verleden lopen door elkaar heen op een ongrijpbare manier, die nooit helemaal compleet coherent wordt. Het nooit precies weten wat er is gebeurd en of Luo Wan ooit nog zal vinden, is juist onderdeel van het plezier, en deels wat Long Day's Journey Into Night zijn dromerige sfeer geeft. Het plot lijkt vaag, maar de andere sfeerbepalende factoren zijn juist heel precies: de stemmige muziek van Lim Giong en Point Hsu, en het fantastische camerawerk van Yao Hung-i, Dong Jinsong en David Chizallet.

Zo is de eerste ontmoeting tussen Luo en Wan niet per se zo enorm memorabel voor het verhaal, maar wel vanwege de sfeer en de opvallende cinematografie. De scène vindt plaats in twee parallelle tunnels en is deels vanuit een auto gefilmd die langzaam in de ene tunnel achteruit rijdt om de andere in te rijden, waardoor alles in één keer gefilmd kon worden. Het perspectief lijkt eerst dat van Luo te zijn, die naar Wan kijkt, totdat hij zelf in beeld verschijnt. Bij de wisseling van tunnels wordt het beeld even ondergedompeld in de regen die de voorruit van de auto geheel bedekt, waarmee pas onthuld wordt dat we vanuit een auto de scène gadesloegen. Ondertussen lenen de tunnels zich prima voor goed belichte, mooi gecentreerde beelden met hoog contrast. Qua perspectief en fysieke logica 'klopt' de scène niet helemaal, maar dat deert niet, het helpt juist om erin meegesleurd te worden.

Zo is Long Day's Journey Into Night al een visueel indrukwekkende film voordat Luo in de bios gaat zitten en zijn 3D-bril opzet, het signaal voor de kijker om hetzelfde te doen. De titel verschijnt voor het eerst in beeld, alsof Bi Gan zegt: nu begint de reis pas echt. En dan begint het laatste shot van de film, in 3D, een uur lang. Waarin acteurs, dialogen en ideeën uit het eerste deel terugkomen in een nieuwe context, met nieuwe namen, behalve Luo. Hij wordt wakker in een grot en moet een pingpongwedstrijd van een kind winnen om eruit te komen: het startpunt van een nog dromerige reis naar Luo's verleden, heden en misschien zelfs zijn toekomst, door een verlopen buitenwijk van Kaili City (de geboorteplaats van Bi Gan, waar hij ook zijn debuut Kaili Blues filmde). Een poëtische, zeer filmische reis inclusief karaoke, popliedjes, een draaiend huis en een vliegende camera en personen. Geweldig dat Bi Gans bijzondere meesterwerk via het Previously Unreleased-programma van EYE alsnog zijn weg vindt naar de Nederlandse filmhuizen.