Ramon en het Paard van Sinterklaas
Recensie

Ramon en het Paard van Sinterklaas (2015)

Hoe onderscheidt de eerste Vlaamse Sinterklaasfilm zich van zijn Nederlandse tegenhanger?

in Recensies
Leestijd: 4 min 21 sec
Regie: Stijn Coninx | Cast: Jan Decleir (Sinterklaas), Frans van der Aa (Zwarte Piet), Pieter Embrechts (Ramon), Eveliens Bosmans (Tikkelotje), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2015

Ook in Vlaanderen wordt het Sinterklaasfeest sinds jaar en dag door jong en oud uitbundig gevierd. De jaarlijkse intrede van de Sint in Antwerpen doet qua massale opkomst niet onder voor haar Nederlandse tegenhangers. Op filmgebied komen de Vlamingen er een stuk bekaaider vanaf, want ondanks de levendige op de jeugd gerichte Belgische filmindustrie is het aanbod Vlaamse Sinterklaasfilms bijzonder mager, zo niet non-existent. Het Vlaamse grut moest het steevast doen met de Nederlandse bioscoopreleases die ondanks lichte cultuurverschillen en andere Sintvertolkers dan het Vlaamse begrip Jan Decleir, toch een behoorlijk publiek trokken. Met Ramon en het Paard van Sinterklaas hopen de creatieve geesten achter de jaarlijkse intrede en het sinds 1992 lopende televisieprogramma Dag Sinterklaas nu een lans te breken voor de Vlaamstalige Sintfilm. Dat zij daarvoor de kunst van diens Nederlandse rivalen afkeken, wordt snel duidelijk.

Zoals de titel al aangeeft, is de hoofdpersoon in Ramon en het Paard van Sinterklaas – de originele titel luidt Ay! Ay! Ramon – niet zozeer de Goedheiligman zelve, maar diens paardenverzorger Ramon. Hoewel dit typetje in België al tien jaar meedraait, moet hij de harten van de Nederlandse kinderen met deze film winnen. Pieter Embrechts speelt de muzikale Spanjool met zichtbaar plezier en maakt voorkennis van de serie snel overbodig, maar de combinatie van het gebruikelijke Vlaamse dialect en een vet aangezet Spaans accent maakt hem niet altijd even gemakkelijk te volgen. Het op Ramons introductie volgende verhaaltje over de ontvoering van hemzelf en Sints paard Slechtweervandaag (niet de in Nederland gangbare naam van de knol) door de stoute dame Tikkelotje, warmt ons niet echt op voor zijn toevoeging aan de Sinterklaascanon. Het verschrikkelijk irritante karakter van zijn Sinthatende kidnapster helpt ook niet. Zoals het een typische Sinterklaasfilm betaamt, zijn er echter nog zat andere personages in de entourage van de Sint die naar onze gunst dingen. Met wisselend resultaat.

Want evenals zijn Hollandse equivalenten is Ramon en het Paard van Sinterklaas volgestouwd met kleurrijke bijfiguren die allemaal aan het beperkte plot plachten bij te dragen. Dat zich daartussen slechts één Zwarte Piet bevindt, tegen de soms tientallen die de Nederlandse producties rijk zijn, is maar goed ook, want de diverse bonte typetjes eisen allemaal de nodige schermtijd op. Dat levert de film naast enkele nodeloze zijsporen in het verhaal ook een speelduur op van bijna twee uur, aanzienlijk langer dan wat vooral de volwassen toeschouwers gewend zijn. Regisseur Stijn Coninx had best wat strenger op personages mogen selecteren, want zelfs voor kinderen blijft het moeilijk stilzitten. Waar de verstrooide professor Herman van den Uytleg en de naar Jansen en Janssen gemodelleerde kapiteins Paelinckx en Verscheepen voor een geslaagde vrolijke noot zorgen, blijken een clichématig onoplettende speurneus en een derde zeebonk toch iets teveel extra stof voor de beperkingen van het simplistische plot. Opvallender is echter de afwezigheid van de doelgroep. Kinderen zijn slechts sporadisch aanwezig, maar infantiele personages zijn ruim vertegenwoordigd om, naar de producenten hoopten, toch de jeugd aan te spreken.

Maar veel van die figuren hebben toch hun sporen verdiend in de langlopende televisieserie waar deze productie zich op baseert. Het gaat Coninx beter af de tradities van de jaarlijkse intocht op het witte doek in ere te houden. De film houdt de magie van de Sinterklaas die meerdere generaties Vlamingen liefkozen in stand door de kindervriend zelf, ondanks alle drukte om hem heen, niet van zijn waardigheid en menslievendheid te ontdoen. Grootste troef blijft het Vlaamse megatalent Jan Decleir, die de bedroefde Sint voorziet van de juiste dosis sympathie en mysterie om hem én de jonge kijkers door het lot van zijn ros heen te slepen. Daar tegenover plaatst Coninx echter de overdreven klungelige Piet, die zoals te verwachten viel voor een film die ook in het roerige sociale klimaat van de noorderbuur wordt uitgebracht, niet aan een make-over kon ontkomen. Waar de Piet van de serie altijd onder traditionele make-up schuilging, moet de filmversie het doen met bescheiden roetvegen. De Sint maakt het uiterlijk van zijn beste vriend, naar eigen zeggen in de film, 'allemaal niets uit'. Of deze breuk met de traditie de goedkeuring van het Vlaamse publiek krijgt, moet nog bezien worden, maar voor de volwassen Nederlandse kijker tekent dit herkenbaar de maatschappelijke tijdsgeest.

Of Ramon en het Paard van Sinterklaas een geslaagde eerste Vlaamse Sintfilm is, is hoofdzakelijk aan de Vlamingen zelf om te bepalen. Dat de Nederlandse jeugd de film evenzeer zal appreciëren als onze inheemse producties, is waarschijnlijk wel het geval. De formule van de Nederlandse films, waarbij het Sinterklaasfeest met een bedreiging wordt geconfronteerd, vervolgens een stoet bonte personages haar opwachting maakt en uiteindelijk alles met een vrolijke noot weer tot een goed einde komt, wordt door Coninx gehandhaafd. De kans is kleiner dat de volwassen kijkers evenveel plezier beleven aan dit niemendalletje van een plot en de overdaad aan kinderlijke personages als hun kroost. Maar ook daarin onderscheidt Ramon en het Paard van Sinterklaas zich niet van het merendeel van zijn Nederlandse tegenhangers. Het valt Coninx aan te raden dat hij zich wat dat betreft voor toekomstige Sinterklaasfilms hard maakt voor het vinden van een sterker eigen Vlaams geluid.