La Isla Mínima
Recensie

La Isla Mínima (2014)

Het surrealistische moerasgebied in Andalusië is één van de hoofdfiguren in deze prachtig geschoten, intelligente misdaadthriller rondom de verdwijning van twee zussen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 36 sec
Regie: Alberto Rodríguez | Cast: Javier Gutiérrez (Juan Robles), Raúl Arévalo (Pedro Suárez), Antonio de la Torre (Rodrigo), Nerea Barros (Rocío), Salva Reina (Jésus), Jésus Castro (Quini), e.a. Speelduur: 105 minuten | Jaar: 2014

Begin februari van dit jaar werden voor de negenentwintigste keer de Goyas uitgereikt. Het Spaanse equivalent van de Oscars kende dit jaar weinig verrassingen. La Isla Mínima wist maar liefst tien beeldjes in de wacht te slepen. De misdaadthriller van Alberto Rodríguez kaapte alle grote categorieën voor de neus van de beduusde concurrenten weg. Zo won het een Goya voor beste film, beste regisseur, beste hoofdrolspeler, beste originele scenario en beste camerawerk. Geheel verdiend, want het in de vroege jaren tachtig gesitueerde moordverhaal ziet er werkelijk schitterend uit. Maar meer nog dan de aan de mooie plaatjes, die door de vele luchtshots doen denken aan het werk van David Fincher, wist Rodríguez een sfeer te construeren, waarbij vooral veel tussen de lijnen door is te lezen.

Twee agenten worden naar een klein dorpje in het zuiden van het Iberisch schiereiland geroepen om daar de verdwijning van twee zusjes te onderzoeken. De dochters van een schipper zijn tijdens de jaarlijkse kermisfestiviteiten bij een onbekende man in de auto gestapt en zijn daarna niet meer gezien. Estrella en Carmen hadden nogal een dubieuze reputatie. Ze hielden van lol maken en stonden bekend als ‘makkelijk’ in mannelijk gezelschap. Hun bezorgde moeder drukt de Madrileense politierechercheurs Pedro Suárez en Juan Robles aan het eind van een ondervraging een brief in hun handen met daarbij negatieven van foto’s waarop de jongedames in compromitterende houdingen te zien zijn. Er blijken in en om het dorp meer jonge meisjes te zijn verdwenen de afgelopen jaren. Niet alleen moeten de twee rechercheurs het mysterie van de seriemoordenaar zien te ontrafelen, ze lopen ook tegen een muur van intriges en hun onderling grote ideologische verschillen aan.

La Isla Mínima, dat in andere landen onder de titel Marshland verscheen, opent met weergaloze luchtopnames van het moerasgebied rondom de Zuid-Spaanse rivier Guadalquivir. De makers werden hierbij geïnspireerd door het werk van fotograaf en journalist Atín Aya en de adembenemende luchtfotografie van Hector Garrido. Het moeraslandschap dat zich om de rivier heeft gevormd is grillig en doet denken aan de menselijke hersenmassa. Grafisch is deze politiethriller dan ook een lust voor het oog en de makers hebben kosten noch moeite gespaard om de kijker onder te dompelen in de visuele pracht, maar ook overweldigende vergetelheid van een verloren Spaans dorpje. De inwoners hebben verborgen agenda’s en geheimen, maar kennen ook een ongekend gevoel van saamhorigheid. Het lot van de twee zussen wordt al vrij vlot duidelijk, maar Rodríguez stuurt met de ontdekking van hun levenloze lichamen zijn thriller niet in de richting van een traditionele whodunit. Natuurlijk blijft het opsporen van de gewetenloze dader een belangrijke motor van de plot, maar het is Rodríguez veel meer te doen om al het gekonkel en de dilemma’s om de missie van Suárez en Robles heen.

Zo situeert hij zijn verhaal rond de late zomermaanden van 1980, vijf jaar nadat Spanje het juk van het decenniadurende Franco-regime van zich heeft afgeschud. In de grote stad lijkt het besef van de bevrijding misschien door te zijn gedrongen, in het zuidelijke platteland ligt het compleet anders. Maar de nasleep van de dictatuur is nog niet gesleten en zit alle Spanjaarden nog in het bloed. Rodríguez zet deze gedachte vooral in als de vele verschillen tussen de twee rechercheurs naar boven komen. De ervaren Robles houdt er hardhandige methodes op na om verdachten en getuigen aan het praten te krijgen. Zijn veel jongere collega Suárez heeft een zwangere vrouw thuis zitten en probeert zijn ongenoegen vooral met het verstand en niet met fysieke middelen te uiten. Nu kennen wel meer politiethrillers het gegeven van het groentje dat met de ervaren rot op stap gaat, maar Rodríguez weet er een frisse draai aan te geven. Soms moet je het verstand uitschakelen om de waarheid boven tafel te krijgen, maar een te rigoureuze handelswijze kan zich uiteindelijk tegen je keren en juist het onderzoek frustreren. De twee mannen groeien meer naar elkaar toe, maar geven tot aan het einde toe niet al hun geheimen prijs.