Recensie

Horns (2013)

Zelfs een duivelse Daniel Radcliffe weet dit rommelige moderne sprookje niet te redden.

in Recensies
Leestijd: 3 min 20 sec
Regie: Alexandre Aja | Cast: Daniel Radcliffe (Ig Perrish), Juno Temple (Merrin Williams), Max Minghella (Lee Tourneau), Joe Anderson (Terry Perrish), Kelli Garner (Glenna), James Remar (Derrick Parrish), Heather Graham (Veronica), David Morse (Dale Williams), e.a. | Speelduur: 120 minuten | Jaar: 2014

Hij verscheen naakt op het podium in West End, portretteerde de homoseksuele dichter Allen Ginsberg op het witte doek en gaf enkele weken geleden nog een wervelende rapvoorstelling weg in The Tonight Show. Het moge duidelijk zijn: Daniel Radcliffe is hard op weg om ons te overtuigen dat hij meer is dan ‘de jongen die bleef leven’. Uit zijn optreden als de gehoornde Ignatius 'Iggy' Perrish in Alexandre Aja’s Horns mogen we opmaken dat de vijfentwintigjarige Brit voorlopig nog niet klaar is met het kiezen voor niet-alledaagse projecten. Helaas voor Radcliffe is Aja’s film te inconsistent om zijn bijdrage van extra glans te voorzien.

Het leven van Iggy verandert in een ware nachtmerrie wanneer zijn vriendin Merrin (Exorcist-verwijzing, iemand?) onder mysterieuze omstandigheden wordt vermoord en hijzelf verdachte nummer één is. Tot overmaat van ramp beginnen na een heftige kater twee hoorns uit zijn voorhoofd te groeien. Op het eerste oog lijkt Horns redelijk in lijn te liggen met de rest van Aja’s filmografie, die vrijwel uitsluitend uit horror bestaat. En hoewel er gaandeweg ook zeker horrorelementen te bespeuren zijn, voldoet zijn nieuwste project een stuk minder aan die beschrijving dan voorgangers als Haute Tension of The Hills Have Eyes.

Zo zijn de uitsteeksels op Iggy’s gelaat niet alleen erg onpraktisch, maar brengen ze ook nog een heel ander bijeffect met zich mee. Mensen beginnen spontaan hun diepste geheimen op te biechten en zoeken Iggy’s toestemming om toe te geven aan hun zondige verlangens. In eerste instantie levert dat een aantal geinige zwartkomische situaties op: van een moeder in een wachtkamer die en passant laat weten dat ze haar jengelende kind het liefst achter zou laten tot de keurige dokter die plotseling over niets anders dan het aantrekkelijke achterwerk van zijn dochters beste vriendin kan praten. Maar de nieuwe situatie kent ook een keerzijde: wat als je dierbaren je plotseling allerlei zaken opbiechten die je eigenlijk niet zou willen horen?

Uiteindelijk blijkt Iggy’s nieuwe gave dan ook een belangrijk hulpmiddel te zijn bij het opsporen van de werkelijke moordenaar van zijn vriendin, maar eerst neemt Aja nog even de ruimte om zijn personages verder uit te diepen voor hij meteen in een zoektocht duikt. Naast de wat overbodige voice-over van Radcliffe trekt hij regelmatig tijd uit voor langgerekte flashbacks, die weliswaar iets te vaak de vaart eruit halen, maar later toch een doel dienen in het verhaal. Ook wordt in deze scènes al gauw duidelijk dat Joe Hill, de schrijver van het boek waarop de film gebaseerd werd, een echte zoon van zijn vader is: de jonge Iggy en zijn vrienden lijken zo te zijn weggelopen uit een Stephen King-film als Stand By Me.

Het originele uitgangspunt biedt Aja dan ook genoeg mogelijkheden om een interessante richting in te slaan met het verhaal. Het probleem is echter dat de regisseur niet goed lijkt te kunnen kiezen welke. Wordt het een zwartgallige komedie? Een dramafilm over een buitenbeentje dat het verlies van zijn liefde moet verwerken? Misschien een modern sprookje verpakt als demonische horrorfilm of toch gewoon een whodunit? Aja gooit van alles een beetje in zijn cocktail, met als resultaat dat er uiteindelijk geen pijl meer op te trekken valt.

Toegegeven, er zijn genoeg voorbeelden van films te bedenken die wel op succesvolle wijze tussen verschillende genres weten te schakelen. Het probleem is echter dat Aja’s film zo inconsistent in toon is, dat het vooral frustreert. Zelfs in de finale weet hij nog steeds niet of hij zijn publiek wil choqueren, ontroeren of laten lachen. Zonde, aangezien er toch meerdere aardige films in Horns verstopt zitten. Radcliffes bijdrage is sympathiek genoeg om tot het einde geboeid te blijven, maar het geheel laat geen sterke indruk achter. Een beetje van alles, maar uiteindelijk niets.