Annabelle
Recensie

Annabelle (2014)

Na haar overtuigende debuut in The Conjuring mag de enge pop Annabelle nu proberen ons in haar eigen film de stuipen op het lijf te jagen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 34 sec
Regie: John R. Leonetti | Cast: Annabelle Wallis (Mia), Ward Horton (John), Tony Amendola (Father Perez), Alfre Woodard (Evelyn), e.a. | Speelduur: 98 | Jaar: 2014

Horrorfilm The Conjuring van James Wan was vorig jaar een flinke hit. Zoals het dan vaak gaat in Hollywood, is een vervolg dus al in de maak. Maar waarom genoegen nemen met een sequel als je nóg meer geld kunt binnenharken? En dus kreeg een bij het publiek geliefd aspect uit The Conjuring, de enge pop Annabelle, promotie en mag ze nu in haar eigen film komen opdraven.

James Wan zelf heeft het te druk met Fast & Furious 7, dus moest er een andere regisseur worden gevonden. En wie zou er nou geschikter zijn om zijn plek in de regiestoel over te nemen dan John R. Leonetti, al sinds Dead Silence uit 2007 Wans vaste cameraman? Alhoewel... zijn voorgaande films Mortal Kombat: Annihilation en The Butterfly Effect 2 staan zou niet bepaald als meesterwerken bekend.

Annabelle is een prequel op The Conjuring en speelt zich af in de jaren zeventig. Vlak nadat de zwangere Mia van haar man John een zeldzame pop cadeau heeft gekregen, vallen sekteleden hun huis binnen. Mia, John en de ongeboren baby overleven gelukkig de aanval, maar één van de sekteleden, Annabelle Higgins, sterft in het huis, met de pop in haar armen... Al snel daarna gebeuren er steeds meer griezelige dingen in huize Form. 'Its like the house is cursed!' denkt Mia eerst nog. Verrassing: het blijkt toch iets anders te zijn...

Je gaat naar een griezelfilm om bang gemaakt te worden, maar helaas gebeurt dat te weinig. Niet dat de film nooit spannend is; de scène waarin Mia met de lift uit de donkere kelder probeert weg te komen bekijk je op het puntje van je stoel. Daar staat echter tegenover dat je vaak zit te wachten tot er eindelijk iets echt engs gebeurt.

Op het moment dat de aftiteling begint, heb je het gevoel naar een hele lange film te hebben gekeken. In werkelijkheid is de speelduur 'gewoon' een uurtje of anderhalf. Dit komt grotendeels door het hoge 'been there, done that'-gehalte: deuren die vanzelf dichtslaan, elektrische apparaten die een eigen willetje lijken te hebben en vreemde geluiden in huis. Alle clichés komen weer voorbij. Nou was The Conjuring ook allerminst gevrijwaard van clichés, maar James Wan beheerst desondanks de kunst om zijn publiek de gehele film onder hoogspanning in de bioscoopstoel te laten zitten. Leonetti's gevoel voor tempo en vertelritme laat daarentegen helaas nog wat te wensen over, waardoor de spaarzame spanning die wordt opgebouwd, vaak al snel weer wegebt. Voorspelbaar is het ook nog: als Mia een elpee uitzet wéét je gewoon dat die straks uit zichzelf weer aan zal slaan. En als die aardige priester te hulp schiet, laat het zich raden hoe dat afloopt.

De film mag dan naar haar vernoemd zijn, Annabelle zelf blijft verdacht veel op de achtergrond. De meeste dreiging moet komen van gekke sekteleden en een duister duiveltje. “Annabel, het wordt niets zonder jou” zong Hans de Booij al in 1983... Misschien had hij een vooruitziende blik?