Jimmy’s Hall
Recensie

Jimmy’s Hall (2014)

De nieuwe Ken Loach duikt na The Wind That Shakes the Barley opnieuw in de Ierse geschiedenis. Met een mooi klein verhaal dat de hoofdpersoon iets te veel ophemelt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 29 sec
Regie: Ken Loach | Cast: Barry Ward (James Gralton), Simone Kirby (Oonagh), Andrew Scott (Father Seamus) Jim Nortan (Father Sheridan), e.a. | Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2014

Ken Loach is uiterst begaan met de (Noord-)Ierse kwestie. Niet verwonderlijk, want zijn werk heeft naast een sterk sociaal-realistische toon ook dikwijls een politieke inslag. Loach heeft zich naast zijn filmwerk vaak tegen politieke kwesties aan bemoeid, of het nu gaat om de rechten van homoseksuelen, de Palestijnse kwestie of de positie van arbeiders. Het is dan ook onvermijdelijk dat Loach' politieke visies doorsijpelen in zijn werk. De geschiedenis van Ierland en de IRA werd fel uit de doeken gedaan in het krachtige The Wind that Shakes the Barley, wat Loach een Gouden Palm opleverde. Centraal staat de Ierse onafhankelijkheidsstrijd in de vroege jaren twintig van de vorige eeuw en de korte burgeroorlog die hierop volgde.

Wat zich in deze periode allemaal op het politieke toneel afspeelde wordt in het nieuwste project van Loach afgedaan met slechts wat teksten in beeld. Voor Jimmy's Hall besloot Loach de nasleep van wat tot dan toe de roerigste periode was in de Ierse geschiedenis te belichten. Een geschiedenis waarvan achteraf bleek dat deze nog lang niet voltooid was. De focus is niet groots en episch, zoals in The Wind that Shakes the Barley, maar van een kleiner, haast microscopisch niveau. De Ierse strijd is hierbij samengebald tot de missie van één enkele man tegen de heersende autoriteiten. De Ierse wederopbouw wordt hiermee na alle gruwelijkheden die tot een nieuw gezag leidden, gevangen in een mooi klein verhaal over de strijd tegen onrechtvaardigheid, klassenjustitie en het katholicisme dat zijn tentakels diep in de maatschappij heeft verankerd.

De hoop op betere tijden is door de vaste scenarist van Loach, Paul Laverty, vervat in de persoon van James ‘Jimmy’ Gralton, een belangrijk communistisch republikeins figuur in de Ierse strijd naar onafhankelijkheid. Bron was het toneelstuk van Donal O’Kelly. Gralton arriveert in zijn geboortedorp aan het einde van de burgeroorlog als er een nieuwe wind waait door het land in de vorm van een nieuwe regering. Het is echter een wind die het plattelandsdorp Leitrim in het noorden van het land nog niet heeft bereikt. Hier wordt nog gezucht onder het juk van de kerk die er in de vorm van een strenge pastoor alles aan doet om te voorkomen dat de dorpelingen worden verrijkt met kennis en cultuur. Jimmy richtte voordat hij naar de Verenigde Staten afreisde een cultuurhuis op. Tien jaar later bij zijn terugkomst is het gebouw in verval en van de intellectuele verrijking die het gebouw beloofde, is bitter weinig terechtgekomen.

Loach trekt ontelbare parallellen tussen Gralton en de figuur van Jezus Christus. Tot aan de denkbeeldige kruisiging aan toe. Als de Messias wordt Jimmy door de dorpsbewoners en zijn familie verwelkomd. Hij is een man van de wereld en heeft al heel wat gezien en meegemaakt. Met verbazing leren de dorpelingen de in hun ogen revolutionaire Amerikaanse dansjes. Jimmy is de nieuwe hoop en de poort naar het leven buiten de hechte Ierse gemeenschap. Soms gaan Loach en Laverty hier iets te ver in door en verzandt Jimmy's Hall in oeverloos gedweep en sentimenteel geneuzel. Sterk zijn de momenten waarin juist de nadruk komt te liggen op de verhoudingen tussen Jimmy’s idealen en de vastgeroeste meningen van het geloof. Het ontloopt de Spaanse inquisitie wellicht wat betreft uitvoering, maar niet in geest. Na een illegaal dansfeestje noemt meneer pastoor de ketters met naam en toenaam in de zondagsmis.

Er gaat echter meer schuil achter de persoon van Gralton. Weinige Ieren beseffen de zware tijden die Jimmy heeft doorgemaakt in New York, dat gebukt ging onder de financiële crisis. Dit legt tevens een link met huidige tijden, waarin er wellicht minder sprake is van strenge dogmatiek, maar wel een ongekende hoop op betere tijden. Dit is echter wel een thematiek die je er grotendeels zelf bij moet bedenken, omdat Loach dit te veel onderbelicht. Jimmy’s Hall is een prachtig geacteerd klein verhaal van de strijd van David tegen Goliath. Het is echter niet het beste wat Ken Loach te bieden heeft. Daarvoor is hij niet uitgesproken genoeg in met name de kleine momenten.