The Immigrant
Recensie

The Immigrant (2013)

Deze klassieke tragedie is een nieuw meesterwerk van de nog altijd onderschatte James Gray.

in Recensies
Leestijd: 3 min 26 sec
Regie: James Gray | Cast: Marion Cotillard (Ewa Cybulska), Joaquin Phoenix (Bruno Weiss), Jeremy Renner (Orlando/Emil) e.a. | Speelduur: 117 minuten | Jaar: 2013

James Gray is een van de grootste Amerikaanse filmmakers van de afgelopen twintig jaar. Aan de daarbij behorende erkenning ontbreekt het echter nog. Gray maakt klassiek aandoende tragedies, waarin de hoofdpersonen niet de juiste of verkeerde keuze kunnen maken zoals in een drama, maar hun onvermijdelijke eindes onder ogen moeten zien te komen. The Immigrant, pas zijn vijfde film in twintig jaar tijd, is wat dat betreft geheel in lijn met de rest van Grays oeuvre. Daarnaast verkent Gray ermee zijn wortels, als filmmaker en als mens.

Gray is als regisseur zowel visueel als thematisch duidelijk beïnvloed door onder meer Luchino Visconti en Francis Ford Coppola. Dat is terug te zien in Grays betekenisvolle kleurenpaletten en in zijn verhalen over de volwassen kinderen van immigranten. Hun families bieden geborgenheid en warmte maar ook vooral verstikkende verdoemenis, waar de protagonisten zonder succes aan proberen te ontsnappen. Net als Coppola komt Gray uit een New Yorkse immigrantenfamilie. De Russische opa van Gray werd geboren als Greizerstein, een naam die bij aankomst in Amerika werd veranderd in Gray. Die achtergrond keerde al terug in de verscheurde Joods-Russische familie in Little Odessa, de setting van The Yards, de Russische maffia in We Own The Night en de verstikkende Joodse families in Two Lovers.

Gray baseerde het verhaal van The Immigrant grotendeels op de herinneringen van zijn grootouders, toen zij in de jaren twintig van de vorige eeuw vanuit Rusland naar de Verenigde Staten emigreerden. Desalniettemin is zijn heldin een Poolse. Deze Ewa Cybulska komt in 1921 met haar zus Magda aan op Ellis Island, een eiland net buiten New York waar vroeger alle immigranten die Amerika in wilden, werden opgevangen voordat ze het land in mochten. Daar wordt ze gescheiden van haar zus, die in quarantaine wordt geplaatst. Haar al in New York wonende familie weigert haar te ontvangen. De enige die zich om haar lot lijkt te bekommeren is de pooier Bruno Weiss, die toevallig connecties heeft op Ellis Island. Maar Magda vrij krijgen gaat meer dan connecties kosten. Bruno weet hoe ze aan geld kan komen.

Het sepiakleurige palet waar cinematograaf Darius Khondji en Gray zich van bedienen is niet alleen heel erg mooi om naar te kijken, het gedempte bruin en geel heeft ook een claustrofobische werking die bij de ervaring van Ewa past. Zij verwachtte een nieuwe, open wereld in de Verenigde Staten aan te treffen, maar deze blijkt klein en vanaf haar aankomst samen met haar opties snel te slinken. Daarbij wordt prachtig gebruik gemaakt van kaders en lijnen in het beeld en van spiegels om afstanden tussen personages te creëren of juist kleiner te maken. Het beladen laatste shot is hier nog wel het beste voorbeeld van.

Het is een perfecte afsluiting van de emotionele climax van The Immigrant, die deels dankzij Grays muze Joaquin Phoenix zo ontzettend sterk is. In hun vierde samenwerking lijkt zijn Bruno Weiss aanvankelijk een schurk die zijn narigheid knapt verbergt onder een vriendelijk voorkomen, maar Ewa's ondergang maakt iets in hem los dat Phoenix op fantastische wijze langzaam loslaat. Cotillard doet in de titelrol nauwelijks voor hem onder. Haar hoogtepunt komt eerder, in een bijzondere biechtscène waarin het hoertje als een heilige in een schilderij van Rembrandt in beeld wordt gebracht.

De enige valse noot in het verder haast perfecte The Immigrant is de tegen Phoenix schril afstekende Jeremy Renner als zijn neef. Nooit lijkt zijn personage een innerlijk leven te hebben, zelden gaat er iets interessants schuil achter zijn vlakke gezichtsuitdrukkingen. In een film waarin bijrolacteurs in één scène met één blik een levensgeschiedenis of plan uitdrukken, is Renner een curiositeit die doet afvragen wat Gray in hem zag. Ondanks dit kleine smetje levert Gray wederom een meesterwerk af, een schitterende ode aan de klassieke melodrama's van onder andere Rosselini en Visconti (inclusief hun religieuze beeldtaal). En aan de opera's van Puccini, wat in een korte doch sublieme opvoering van één van zijn werken voor de 'uitgeprocedeerden' op Ellis Island mooi naar voren komt.