Recensie

Captain Phillips (2013)

Greengrass en Hanks zijn in topvorm in deze intense navertelling van de kaping van het Amerikaanse vrachtschip Maersk Alabama.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Paul Greengrass | Cast: Tom Hanks (Captain Richard Phillips), Barkhad Abdi (Muse), Barkhad Abdirahman (Bilal), Faysal Ahmed (Najee), Mahat M. Ali (Elmi), Michael Chernus (Shane Murphy), Catherine Keener (Andrea Phillips), e.a. | Speelduur: 134 minuten | Jaar: 2013

Als iemand in staat is om een waargebeurde ramp op een indrukwekkende manier na te vertellen, is het Paul Greengrass wel. De regisseur deed het eerder met Bloody Sunday in 2002, en vier jaar later met United 93, waarin op huiveringwekkend realistische wijze een van de vliegtuigkapingen op 9/11 werd gereconstrueerd, hetgeen hem zijn eerste Oscarnominatie opleverde. Met Greengrass aan het roer lijkt Captain Phillips dan ook op voorhand al een garantie voor succes. Verruil het luchtruim voor een locatie op zee en de vergelijking is al snel gemaakt. Dat de aan de kaping van de Maersk Alabama echter een compleet andere problematiek ten grondslag ligt, wordt meteen onderstreept door piratenleider Muse: “No Al-Qaeda here. Just business.”

Wanneer het piepkleine vissersbootje met de vier Somalische belagers voor het eerst het kolossale vrachtschip bestormt, doemt de associatie met David en Goliath al snel op. Met gigantische waterkannonen weet de bemanning het bootje lange tijd te weren en lijkt het haast alsof het juist de piraten zijn die voor hun leven moeten vrezen. De minutenlange bestorming vormt een hectisch en zenuwslopend schouwspel, waarin Greengrass met zijn kenmerkende documentaireachtige handheld stijl van filmen de kijker middenin de actie weet te betrekken. Als de piraten eenmaal hun ladder aan de reling weten te hangen en met geladen machinegeweren het dek op klimmen, slaat de machtsverhouding volledig om. Wat volgt is een nagelbijtend spannend kat-en-muisspel tussen de gijzelaars en de bemanning.

De keuze voor Hanks als titelheld is enigszins opvallend te noemen, gezien het feit dat er in de twee eerdergenoemde films van Greengrass juist bewust voor gekozen werd om met onbekende acteurs te werken. Verwacht echter geen geromantiseerde Hollywoodvertelling vanwege deze switch in casting. Captain Phillips mag dan op het eerste oog een enerverende gijzelingsthriller zijn, achter de gebeurtenissen schuilt een complexere politieke en economische gelaagdheid. Tussen de regels door schijnt Greengrass zijn licht op de impact van de globaliserende westerse economie op de rest van de wereld. Hoewel de daden van de piraten nergens worden goedgepraat, blijkt de verhouding tussen goed en slecht toch een stuk minder zwart-wit te zijn dan men in eerste instantie verwacht.

Voor wie zich liever minder bezig wil houden met dergelijke politieke kanttekeningen, blijft er echter genoeg over om van te genieten. Captain Phillips is bovenal een menselijk verhaal over de moed van een alledaags persoon in een extreme situatie. Hanks is fenomenaal als Richard Phillips en speelt misschien wel een van zijn beste rollen sinds jaren. Hij vindt echter een meer dan waardige tegenspeler in piratenleider Muse (een debuutrol van Barkhad Abdi, een voormalig Somalische vluchteling), die van zijn rol een menselijk personage met hoop en dromen maakt in plaats van slechts een gezichtsloze entiteit achter een machinegeweer. Beide mannen zitten simpelweg vast in een uitzichtloze situatie, en onderling komen zelfs enige gevoelens van wederzijds medeleven naar boven – al worden deze er nergens te dik of geforceerd bovenop gelegd.

Captain Phillips heeft een redelijk stevige speelduur van twee uur en kwartier, maar deze vliegt in no time voorbij. Greengrass houdt je voortdurend op het puntje van je stoel, terwijl er toegewerkt wordt naar een slopende climax. Het is echter de heftige emotionele ontlading in de nasleep, wanneer Phillips eindelijk lijkt te beseffen wat hem zojuist is overkomen, die er het meest inhakt. Een prestatie van formaat.