Recensie

Promised Land (2012)

Met een beladen milieukwestie als middelpunt snijdt Promised Land interessante thema’s aan, maar biedt een te simplistische kijk op de zaken.

in Recensies
Leestijd: 2 min 52 sec
Regie: Gus Van Sant | Cast: Matt Damon (Steve Butler), John Krasinski (Dustin Noble), Frances McDormand (Sue Thomason), Rosemarie DeWitt (Alice), Hal Holbrook (Frank Yates), Lucas Black (Paul Geary), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2012

Promised Land is gebaseerd op een verhaal van Dave Eggers. Acteurs John Krasinski en Matt Damon schreven zelf het script, met de bedoeling dat Damon de film zou regisseren. Andere verplichtingen weerhielden Damon daarvan, maar goede vriend Gus Van Sant, die Damon eerder regisseerde in Good Will Hunting, nam de regiestoel van hem over. Damon bleef aan als acteur en speelt Steve Butler, een vertegenwoordiger van Global Crosspower Solutions, die stukken land van boeren koopt om er naar aardgas te boren. Als hij met zijn collega een noodlijdend stadje in Pennsylvania aandoet, krijgen zij al snel te maken met milieuactivist Dustin Noble, die er alles aan doet om hem en zijn bedrijf in diskrediet te brengen.

Door de vele tegenstellingen zijn milieukwesties vaak beladen onderwerpen. Het milieu gaat iedereen aan het hart, maar tegelijkertijd eist de mens steeds meer van haar omgeving. Ook de risico’s die het winnen van nieuwe energiebronnen met zich meebrengt, zijn een heet hangijzer. Het script van Krasinski en Damon gaat daar maar weinig op in. De twee stellen de zaken erg simplistisch voor en laten er geen twijfel over bestaan wie hier de slechteriken zijn. Dat ‘fracking’, de methode waarmee aardgas gewonnen wordt, inderdaad schadelijke gevolgen kan hebben voor het milieu staat buiten kijf, maar nergens laat het script de kijker naar zichzelf en zijn eigen consumptiegedrag kijken en bepalen of het de risico’s waard is.

In plaats daarvan wordt Global neergezet als een bijna gezichtsloze coöperatie met slechts één doel. Ook de plattelandsbewoners worden over één kam geschoren. Ze worden neergezet als eenvoudig en heilzaam, evenals het romantisch in beeld gebrachte Amerikaanse platteland, compleet met oude boerderijen, witte puntige hekjes en een Amerikaanse vlag op de veranda. Als Dustin in de plaatselijke bar de lokale bevolking voor zich probeert te winnen, doet hij dat zelfs door op de karaokeavond een nummer van Bruce Springsteen in te zetten. Dat het nummer in kwestie niet ‘Born in the USA’ is, mag een behoorlijk staaltje zelfbeheersing genoemd worden, gezien hoe dik Promised Land het er bovenop legt.

Ondanks alle tegenwerking van Dustin blijft Steve geloven in wat hij doet. Hij heeft zelf meegemaakt hoe zijn geboortestad langzaam stierf nadat de grote bedrijven zich terugtrokken, en wil anderen dat besparen. Damon is goed in de rol, maar zijn personage lijdt onder de simplistische visie van het script. Steve wordt neergezet als een eerlijke man die net als de mensen aan wie hij gouden bergen belooft, wordt bespeeld door zijn bedrijf. Het is echter moeilijk voor te stellen dat iemand die zo succesvol is binnen zijn bedrijf niet op de hoogte zou zijn van de smerige zaakjes, die met een simpele Google zoekopdracht te vinden zijn. Hierdoor is het einde, dat Steve maar wat graag van zijn eerdere gedrag wil vrijpleiten, een behoorlijk valse noot.

Ondanks de goede cast en de simpele maar doeltreffende cinematografie, blijft Promised Land te oppervlakkig om echt interessant te worden. Verschillende onderwerpen, zoals de politiek en economie rondom de energie-industrie worden aangesneden, maar nergens ontplooid. Het moge duidelijk zijn hoe Krasinski en Damon over de kwestie denken. Een andere mening wordt eigenlijk niet toegestaan. Hierdoor komt Promised Land bijna meer over als een propagandafilm dan als een doordacht argument tegen de werkwijze van energiemaatschappijen.