Recensie

Chimpanzee (2012)

Gemanipuleerder dan dit kan een natuurdocumentaire niet worden, overgoten met een Disneysausje. Het zal niet iedereens kopje thee zijn.

in Recensies
Leestijd: 3 min 41 sec
Regie: Alastair Fothergill en Mark Linfield | Verteller: Carice van Houten | Speelduur: 84 minuten | Jaar: 2012

Wij mensen moeten altijd het hardst om dieren lachen of zijn het meest door ze ontroerd als ze menselijke eigenschappen vertonen. We willen maar al te graag de beesten om ons heen aan onszelf afspiegelen. Andersom vinden we het heel prettig om onze soortgenoten juist met dieren te vergelijken. Dit komt sterk naar voren in de moderne natuurdocumentaire, die de laatste jaren weer in de lift zit. Door de komst van nieuwe cameratechnieken en het op de huid filmen van de fauna zijn series en films als Planet Earth en March of the Penguins uitermate populair. Het enkel filmen van de beesten in hun habitat en met hun natuurlijke gedrag is niet meer voldoende om een bioscooppubliek te trekken. Er moet een verhaaltje inzitten. Desnoods verzinnen de documentairemakers er wel iets omheen.

Een overdreven staaltje doorschieten in het verzinnen van zo’n verhaaltje komt naar voren in Chimpanzee, al zijn de feiten nog zoals ze zijn. Deze Disneyproductie werd gefilmd in de Taï-bossen in het Afrikaanse Ivoorkust. Oorspronkelijk was het de bedoeling van de documentairefilmers het leven van een jonge chimpansee te volgen, die ze Oscar doopten. Er wordt uitgebreid ingezoomd op de eerste stappen en de ontdekkingstocht van Oscar in het regenwoud. Alles wat de jonge mensaap moet weten leert hij van zijn moeder Isha. De liefde en tederheid stralen ervan af. Oscar leert met vallen en opstaan om te overleven in de jungle. Dan gebeurt er iets dramatisch. Na een felle ruzie met een rivaliserende groep chimpansees, met als inzet een notenboom, komt er een ommekeer in Oscars prille leventje.

Chimpanzee werd, wellicht ingegeven door Bambi, van een scenario voorzien door een clubje scenaristen. Hierbij springt de naam van Don Hahn het meest in het oog. Hahn heeft een grote naam opgebouwd als producent en regisseur van de succesvolle animatiefilms van Disney; een cv dat voor deze natuurdocumentaire uitgebreid wordt ingezet. Het hele verhaal rondom de eenzame peuterchimp wordt uitgebracht onder het ‘Disneynature’-label, maar aangepakt als een dertien-in-een-dozijn-animatiefilm. In de oorspronkelijke versie werd het commentaar ingesproken door grapjas Tim Allen. In de Nederlandse versie mogen we luisteren naar Carice van Houten, die helemaal los mag bij het uitleggen wat we in beeld zien.

Met de lollig bedoelde kanttekeningen blijft er weinig authenticiteit meer van deze natuurdocumentaire over. Waar het bij March of the Penguins nog wel werkte, gaan de vele aannames en vergezochte onwaarschijnlijkheden die worden vastgeknoopt aan het gedrag van de dieren vrij vlot irriteren. Deze conclusie is juist zo merkwaardig omdat chimpansees in hun mimiek en voorkomen zo veel weg hebben van onze eigen soort, waardoor er wel wat ruimte voor een vrije interpretatie of een kwinkslag is. De pretentie om het publiek een waarheidsgetrouw natuurportret voor te schotelen ontbreekt volledig, wat de makers enigszins vrijwaart van de meest voor de hand liggende kritiek. Dit project van Alastair Fothergill en Mark Linfield grenst namelijk aan de meest manipulatieve denkbare documentairevorm. Ja, Oscar maakt heel wat mee, maar dit wordt ingevuld met menselijke emoties en gedachten. Er is zo veel moeite in het bedenken en schrijven van het verhaaltje gestoken dat de beelden regelmatig het commentaar gaan dienen en niet andersom.

Aan schitterende de beelden van de mensapen valt weinig af te dingen. Chimpanzee is met veel geduld en vakmanschap gedurende vier jaren in het Afrikaanse regenwoud opgenomen. De vele luchtopnames worden afgewisseld met detailshots, waardoor de intieme relatie tussen de mensapen onderling en die met hun omgeving wordt geïllustreerd. Het is aandoenlijk om de kleine Oscar het gedrag van zijn soortgenoten te zien imiteren, bijvoorbeeld als er een harde noot gekraakt moet worden. De scherpe randjes zijn er door het regisseursduo wel vanaf gevijld. Zo wordt de jeugdige kijkers de gruwelijkheden van de jacht op een stel boomapen bespaard en voltrekt ook de dramatische wending zich buiten beeld.

De poging om een documentaire af te leveren die anders dan anders is, pakt niet bepaald gelukkig uit. De genoemde vermenselijking van de chimpansees gaat namelijk ook nog eens gepaard met een rommelige opbouw en veel verwarring, waarbij twee groepen tegenover elkaar worden gezet. De apen zijn echter nauwelijks uit elkaar te houden en de vertelstem van Van Houten probeert gecombineerd met herhaling en slimme montage en cameraopstellingen vergeefs orde in de chaos scheppen. Deze Disneydocu is van twijfelachtig allooi en betreedt een gevaarlijk grijs gebied tussen feit en fictie.