Finding Nemo 3D
Recensie

Finding Nemo 3D (2003)

Nog altijd even charmant en ontroerend als tien jaar geleden. De 3D voegt alleen niet veel toe.

in Recensies
Leestijd: 2 min 25 sec
Regie: Andrew Stanton en Lee Unkrich | Cast: Albert Brooks (Marlin), Ellen DeGeneres (Dory), Alexander Gould (Nemo), Willem Dafoe (Gill), Geoffrey Rush (Nigel), e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2003

Het is alweer bijna tien jaar geleden dat Finding Nemo de meest succesvolle animatiefilm aller tijden werd. Dat record staat sinds 2010 op naam van Toy Story 3, maar wie weet hoe lang dat nog duurt. Het zou goed kunnen dat die eerste plek weer heroverd gaat worden, want Nemo is terug en nog altijd zo geestig en ontroerend als toen. En in 3D, hoewel dat weinig toevoegt.

Finding Nemo is niet de eerste animatiefilm die in 3D heruitgebracht wordt. Vorig jaar kreeg The Lion King een derde dimensie en op het programma staan nog Beauty and the Beast, Monsters, Inc. en The Little Mermaid. De boel wordt even met de computer aangepast en is weer klaar voor een nieuw succes. Noem het een goedkope en gemakzuchtige zet, maar geef de makers eens ongelijk. Het zijn een voor een topfilms die het verdienen om beleefd te worden door een nieuwe generatie kinderen. Dan kun je wel de dvd kopen, maar uiteindelijk gaat er niets boven de bioscoop.

Meer nog dan The Lion King is Finding Nemo een film die het beste tot zijn recht komt op een groot scherm. Sinds 2003 is er veel verbeterd in de wereld van digitale animatie, maar dit onderwateravontuur is nog steeds een lust voor het oog. De kleurrijke oceaanwereld is in 3D zelfs nog net iets helderder en levendiger. Verder voegt die nieuwe techniek niet veel toe, op een paar shots na, waarin de diepte van de oceaan goed wordt benadrukt.

Het is ook zeker de vindingrijkheid van de makers die deze film zo memorabel maakt. Het verhaal over Marlin, een vadervis die de hele oceaan doorzwemt op zoek naar zijn zoontje, biedt alle ruimte voor afwisseling. Eigenlijk is dit een roadmovie onder de zeespiegel, met een scala aan bijpersonages en originele vondsten. Het tempo blijft lekker hoog en bovendien is het nog leerzaam voor kinderen ook. Denk bijvoorbeeld aan de scène met de groep surferschildpadden. Een komisch idee, dat ook nog eens educatief blijkt uit te pakken en bijdraagt aan de moraal. De opmerking dat babyschildpadden zelfstandig hun weg kunnen vinden, komt als een wake-upcall voor Marlin, die zijn zoontje altijd veel te krampachtig onder zijn hoede hield.

Net als veel andere Pixarfilms werkt Finding Nemo zo op meerdere niveaus. Kijkers krijgen naast een avontuur dat met vaart het veelzijdige zeeleven toont, ook slim verpakte levenslessen mee. De film laat zien dat afhankelijkheid net zo belangrijk is als zelfstandigheid, en dat saamhorigheid even zwaar telt als eigen initiatief. Of de jongste kijkers dat er daadwerkelijk uit zullen halen is misschien iets te hoopvol, maar zo hoeven de ouders zich in ieder geval ook niet te vervelen. Dat geldt trouwens voor alle films die op de planning staan voor heruitbreng. Kom maar op!