Sinister
Recensie

Sinister (2012)

Onheilspellende horrorthriller die het met een handvol perfect getimede schrikmomenten eerder moet hebben van zijn effectiviteit dan van zijn inventiviteit.

in Recensies
Leestijd: 2 min 38 sec
Regie: Scott Derrickson | Cast: Ethan Hawke (Ellison Oswalt), Juliet Rylance (Tracy), Clare Foley (Ashley), James Ransone (deputy), Fred Dalton Thompson (sheriff), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2012

Weinig horrorthrillers weten het voor elkaar te boksen om het publiek in twintig seconden een onbehaaglijk gevoel te bezorgen. Sinister doet zijn naam al binnen dat tijdsbestek eer aan. De openingsbeelden zijn ronduit verontrustend: een man, een vrouw en hun kinderen staan ieder met een zak over het hoofd, en met een strop om de hals, onder een boom. Tergend langzaam wordt een grote tak afgezaagd, die als tegengewicht dient. Het viertal spartelt en hun doodsstrijd lijkt een eeuwigheid te duren. Maar dan hangen de lichamen toch echt levenloos aan de geïmproviseerde galg. Het filmpje loopt vast. De titel verschijnt in beeld. De onheilspellende toon is gezet.

Voor misdaadromanschrijver Ellison Oswalt zijn dit soort snuffmovies interessant bronmateriaal. Zijn schrijverscarrière zit al een tijdje in het slop, dus hij kan wel een literaire doorstart gebruiken. Hij besluit met zijn gezin te verhuizen. Ellison verzekert zijn vrouw ervan dat deze keer niemand in de woon- of slaapkamer is vermoord, maar verzwijgt de ware reden van hun intrek in het nieuwe huis. Op zolder vindt hij per toeval een doos met een oude Super 8-camera en bijbehorende filmrollen, met daarop ‘gezellige’ titels als ‘Family BBQ’ en ‘Sleepy Time’. Ellison besluit de lugubere homevideo’s in het geheim op zijn werkkamer te bekijken en te bestuderen. Maar als zijn zoon op een nacht hevige paniekaanvallen krijgt, blijkt dat er iets niet helemaal pluis is in het nieuwe huis.

Ieder normaal mens zou in een dergelijke situatie als de wiedeweerga zijn biezen pakken en de eerste de beste taxi aanhouden om zo ver mogelijk uit de buurt te geraken van die gruwelheden. Zo niet in Sinister. Een kleine vondst verraadt terloops waarom het beter is om tóch op de plek van het onheil te blijven. Het is natuurlijk zonde om weg te geven wie of wat het gezin precies teistert, al zullen doorgewinterde horrorfans geen moeite hebben om dat te bedenken, gezien het dertien-in-een-dozijnplot.

Toch onderscheidt Sinister zich van andere griezelaars met iets wat heel fundamenteel is voor het horrorgenre: een dreigende sfeer. Regisseur Scott Derrickson liet eerder met The Exorcism of Emily Rose zien dat er geen bloedvergieten of afgehakte ledenmaten nodig zijn om een degelijke horrorthriller te maken. In plaats daarvan kiest Derrickson voor schaarse verlichting, krakende vloeren en deuren, en op gezette tijden voor een ijzingwekkende kreet. Maar de haren gaan pas echt overeind staan bij het zien van de home-video’s, die door het grofkorrelige beeld beangstigend realistisch ogen. Alsof een meervoudige moord in je eigen achtertuin heeft plaatsgevonden en is vastgelegd.

Jammer genoeg verslapt de dreiging in Sinister richting het einde wel een beetje doordat deze beelden te vaak worden herhaald. Als voor de zoveelste keer op onverklaarbare wijze de projector aanspringt, begint dat zelfs een tikkeltje ergernis op te wekken. Derricksons film is daarom met een handvol perfect getimede schrikmomenten eerder effectief dan inventief. Gebrek aan dat laatste komt ook tot uiting in het zwakke slot van de film. Daar zijn de makers echt het spoor bijster geraakt.